Agent of kinderlokker? Antwoord B.

 

Twee weken geleden schreef ik het navolgende verhaal:

Wat vraagt een kantoormedewerker van de politie aan twee schoolmeisjes als hij wil controleren of ze niet aan het tippelen zijn?

Medewerker: ‘Hebben jullie wat te doen?’

Meisjes: ‘Nee, niet echt.’

Medewerker: ”Willen  jullie anders mee naar huis. Om spelletjes te doen?’

Meisjes: ‘Nee, wij moeten naar school’

Medewerker: ‘Jullie kunnen toch spijbelen?’

Meisjes: ‘Nee, daar doen wij niet aan. Maar wat moet er dan gebeuren?’

Agent: ‘Seks’

Het bovenstaande klinkt als een flauwe test. Of een slechte grap.

Maar is dat niet.

Het is een bijna exacte uitwerking van een gesprek dat een 55-jarige medewerker (administratie) van de politie op 3 december had met twee meisjes van 15 en 16 jaar oud.

Gewoon in burgerkleren. Op straat. In Haren. In de buurt van hun school.

Er is niets vreemds aan dit gesprek. Gewoon iemand die zijn plicht doet en probeert het oprukkende gevaar van prostitutie in te dammen.

Zegt de medewerker van de politie.

Justitie denkt daar echter heel anders over. Zo anders, dat ze de man een dagvaarding stuurden. Hij mocht vandaag aan de rechter uitleggen waar hij mee bezig was.

Officier van justitie Oebele Brouwer weet het antwoord wel. Hij gelooft ‘volstrekt niets’ van het alibi van de man.

De meisjes leken namelijk in de verste verte niet op tippelaarsters. Integendeel.  De medewerker in kwestie was volgens Brouwer dan ook helemaal niet bezig met zijn werk. Hij deed de beide meisjes (en in zijn eigen tijd) gewoon een oneerbaar voorstel.

Het is aan de rechter om over twee weken een oordeel te vellen over deze zaak.

In het vonnis zal een antwoord moeten komen op de vraag hoe geloofwaardig het verhaal van de politie-medewerker is.

Het is niet aan mij om te oordelen.

Maar ik vind de spijbelvraag wel verdacht.

Einde oude verhaal

Nu ligt er dan een vonnis van de politierechter. Schuldig.

En ik moet zeggen,  soms lijkt het wel of de rechters mijn weblog lezen. Want niet alleen ik vond de spijbelvraag verdacht. Rechter Roeleke Depping omschrijft het als volgt in haar vonnis:

Voor zover door en namens verdachte is betoogd dat hij geen opzet had op het schenden van de eerbaarheid, doch slechts wilde onderzoeken of de meisjes prostituees waren, overweegt de politierechter dat zij dat betoog verwerpt als volstrekt ongeloofwaardig.  Naar  het oordeel van de politierechter spreken de verregaande vragen van verdachte aan de meisjes boekdelen; verdachte heeft zelfs niet geschroomd om aan hen te vragen, van school te gaan spijbelen.

Bij dit alles komt dat verdachte – nadat hij, volgens zijn verklaring, in de gaten kreeg dat de meisjes misschien toch geen prostituees waren – zich niet aan de meisjes heeft bekendgemaakt als iemand die bij de politie werkt en hun vervolgens tekst en uitleg heeft gegeven over het – zoals verdachte heeft gesteld – hoe en waarom van zijn seksuele getinte vragen. Dat had naar het oordeel van de politierechter wel voor de hand gelegen, uitgaande van de verklaring van verdachte dat hij meende dat de meisjes zich prostitueerden. 

Einde vonnis

Al met al levert dit feit de kwalificatie schennis van de eerbaarheid op (of in gewoon Nederlands: seksueel onfantsoenlijk gedrag) met als straf een boete van 300 euro.

Enkele dagen geleden werd duidelijk dat de man, 55 jaar oud, definitief is ontslagen door het korps.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *