De rechtbank: huis van het leed

De afgelopen week werd de moeder van de vermoorde Gino uit de rechtszaal verwijderd omdat ze begon te gillen en de verdachte een monster noemde. Een rechtbank is een plek waar allerlei emoties samenkomen. Soms harder dan je hebben kunt. Over ouders die afscheid nemen van het koude en zielloze lichaam van hun kind. Over een stoel die voor altijd leeg blijft en kinderkamers die niet opgeruimd kunnen worden. Een rechtbank is niet zelden het huis van het leed.

‘Je bent een vuile leugenaar! Kom hier dan! Klootzak! Kom hier dan!’. Een breedgeschouderde man staat te vloeken en tieren op de begane grond van de rechtbank. Deuren van kamers op verschillende verdiepingen gaan open, mensen verzamelen zich op de gangen om te kijken wat er loos is.

De man is door niemand tot bedaren te brengen en schreeuwt zijn woede en frustratie in de richting van een verdachte, die tijdens een schorsing van zijn strafzaak een etage hoger staat. De verdachte zou een vrouw jarenlang hebben mishandeld en de man, de nieuwe vriend van het slachtoffer, kan zijn emoties niet meer de baas. Zijn lichaamstaal past naadloos in zijn woorden, hij loopt als een briesende stier heen en weer en spuugt beledigingen en halve en hele dreigementen naar de eerste verdieping. Hij priemt zijn wijsvinger met aangespannen spieren in zijn onderarmen meerdere keren naar boven om zijn woorden kracht bij te zetten. Buiten zinnen.

Stille tranen

Voor wie er oog voor heeft is een rechtbank een plek waar het leed van de samenleving op allerlei manieren bij elkaar komt. De pure haat en woede in het hierboven beschreven voorval is gelukkig een uitzondering. Het leed komt doorgaans subtieler naar voren. In de stille tranen of het zachte gesnik van slachtoffers die tijdens een zitting de verdachte tot hun ongeloof horen ontkennen bijvoorbeeld, maar ook in de voelbare spanning van mensen die in de gangen van de rechtbank zenuwachtig zitten te wachten op wat komen gaat.

Mensen die heel goed weten dat hun toekomst op het spel staat. Mensen die fouten hebben gemaakt, waardoor niet alleen hun vrijheid in het geding kan komen, maar ook hun werk of een relatie.

Emoties heb je in allerlei gradaties. Zo vergeet ik nooit meer dat een kind zichzelf op de gang in pure wanhoop op de grond wierp. De jongen was voor een zogenaamd kindgesprek op de rechtbank uitgenodigd om te praten over de scheiding van zijn ouders. Het verdriet spatte werkelijk van hem af. Iedereen die het zag, schoof ongemakkelijk op de stoel. Het ongeremde verdriet van een kind raakt.

Met de introductie van het recht voor slachtoffers om een verklaring af te leggen in 2005, hebben rechtszaken wat emotie betreft nog een extra dynamiek gekregen.

Verkeer

Het immense verdriet tijdens strafzaken komt daarmee soms snoeihard aan de oppervlakte en dat is nergens tastbaarder dan tijdens verkeerszaken. Zaken waarbij een automobilist zich moet verantwoorden voor het doodrijden van een ander bijvoorbeeld. Doorgaans gaat geen enkele automobilist van huis om een ander iets aan te doen en soms is onoplettendheid genoeg om als verdachte in de beklaagdenbank terecht te komen.

Wat er dan gebeurt in een zaal kun je best dubbel noemen. Nabestaanden nemen huilend het woord om in slachtofferverklaringen duidelijk te maken wie het overleden slachtoffer voor hen was en hoe zij lijden onder zijn of haar afwezigheid. Hoe alle glans ineens verdween uit het leven van ouders, broertjes, zusjes en partners. Hoe die ene stoel tijdens feestdagen voor altijd pijnlijk leeg zal blijven. En hoe ontzettend zwaar het is voor een ouder om een kind te moeten overleven.

Voor de mensen die er naar luisteren is er geen ontkomen aan. Het besef dat het leven in een paar seconden kan veranderen in een nachtmerrie zonder einde. In leed dat niet te bevatten is. In het verlies van vertrouwen en veiligheid. In hoe in een ogenblik het leven je onderuit kan halen. De angstige realiteit dat alles altijd doordraait, maar op ieder moment voor jou volledig tot stilstand kan komen.

Gillend

Er zijn nabestaanden die hun verdriet zo pijnlijk goed en intens in woorden kunnen vatten dat het leed bij alle aanwezigen ongenadig hard binnendringt. Over verstikkende rouw en relaties die onder de aanhoudende spanning breken. Over laatste sms’jes en voicemails die nooit meer gewist mogen worden, over kinderkamers die niet opgeruimd kunnen worden, over iedere morgen mentaal gillend opstaan en iedere dag denken dat de ander toch ineens belt of aanbelt. Omdat de kale waarheid te zwaar is om te dragen. Omdat zelfs de gedachte aan loslaten door de getergde ziel snijdt.

En over ouders die afscheid moeten nemen van het koude en zielloze lichaam van hun kind.

Het zijn verklaringen die door merg en been gaan, soms zo treffend pijnlijk onder woorden gebracht dat ook rechters en journalisten moeten slikken om de emotie weg te werken. En het gaat soms niet eens over de pijn zelf die zoveel indruk maakt. Zo heb ik eens een vader aangehoord die zijn zoon was verloren tijdens een ongeluk op de snelweg. De tot in de kern gebroken man schetste zo liefdevol een beeld van zijn omgekomen zoon dat zijn verlies dubbel zo hard binnenkwam.

Door zijn onvoorwaardelijke liefde uit te spreken voor de zoon die er tegelijkertijd nooit en altijd is, sloeg de pijn onbesproken door de zaal. Omdat een intense beschrijving van het mooie en waardevolle alles zegt over de niet te bevatten pijn van het gemis.

Spijt

Maar het zijn ook verklaringen die ervoor zorgen dat een verdachte zelf zichtbaar ineenkrimpt en breekt. Het is niet voor niets dat in veel verkeerszaken wordt gezegd dat er alleen maar slachtoffers zijn. Een verdachte moet verder leven met de vreselijke gedachte dat hij of zij onherstelbaar leed heeft toegebracht aan hele families. Het is een andere emotie, maar ook spijt, machteloosheid en het besef verantwoordelijk te zijn voor onomkeerbare gevolgen kan een mensenleven keihard raken en verteren.

Niet alleen verdriet raakt. Soms is het de machteloosheid die de zaal in stroomt. Als slachtoffers van een verkrachting aangeven hoe ze hun gevoel uitschakelden toen hij deed wat hij deed. Hoe ze dachten dat ze daar in dat park de dood zouden vinden. Hoe ze wisten dat verzet geen zin meer had en zich overgaven aan de nachtmerrie waar geen ontsnappen meer aan was. Hoe een ziel kan worden gebroken door het onvermijdbare.

Strafzaken zijn zelden zwart-wit. Waar het leed van slachtoffers op het eerste oog al meteen logisch is en begrijpelijk, vergt dat bij verdachten soms wat meer moeite. Maar ook hier slaat de ellende je soms op het hart. Omdat sommige verdachten zelf nog maar nauwelijks volwassen zijn en al zo’n enorme bak ellende meegemaakt hebben dat je ergens wel begrijpt waarom ze van het pad zijn geraakt.

Let wel: begrip is geen rechtvaardiging.

Voordeur

Achter de voordeur is veel leed en als je als kind jaren moet worstelen met bijvoorbeeld verslaafde ouders die niet naar je omkijken, met emotionele verwaarlozing, met geweld en misbruik, als je letterlijk als mens niet gezien wordt, er niet toe doet, dan is het een hele opgave om een stabiele volwassene te worden en verstandige keuzes te maken.

Zo vergeet ik nooit meer het beeld van een jonge verdachte die een kind uit het leven stak met een mes. Een diep gruwelijke gebeurtenis, maar het beeld van een jonge jongen die, strijdend tegen de demonen in zijn hoofd, in een tentje in een park moest slapen omdat hij door zijn psychische problemen nergens meer terechtkon of nergens tussen wilde passen, doemt nog wel eens op in mijn hoofd.

Dat intens trieste beeld van ouders die af en toe een pannetje soep of een powerbank brachten naar zijn tent.

Als je er gevoelig genoeg voor bent, dan voel je in rechtbanken altijd de strijd. Het gevecht om de emotie, maar ook de confrontatie tussen ex-geliefden die ooit alles voor elkaar waren en nu botsen over een omgangsregeling of de alimentatie. Buren die elkaar niet kunnen luchten of zien, bedrijven die verbaal vechten om niet betaalde rekeningen.

Ik ga hier niet beweren dat er niets te lachen valt op rechtbanken in ons land, want dat is wel degelijk ook het geval. Maar het leed is er altijd. Iedere dag. Als journalist zit ik er middenin en dat is dan ook de reden dat ik er maar eens een keer over schrijf.

Het is niet mijn leed en je moet het als observator je ook beslist niet toe-eigenen, maar ik ben ook niet van steen.

Dit werk doet iets met je.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen