En weer ophef over een vonnis. Een Afghaanse statushouder kreeg een iets lagere straf voor verkrachting omdat er anders uitzetting dreigt. Klinkt best heftig, maar wie het vonnis leest kan ook best tot een geheel andere conclusie komen.
Het eerste misverstand moeten we meteen maar uit de wereld helpen. Hoewel het de ongeremde ophef niet zal helpen, is de dreigende uitzetting van de verdachte helemaal niet de enige reden dat er een strafkorting is toegepast van vier maanden. Er zijn namelijk meerdere logische redenen waarom de rechtbank in dit geval is afgeweken van de richtlijn (indicatie in soortgelijke gevallen) van 24 maanden voor een verkrachting.
Eerst maar eens de zaak zelf. We hebben het over een incident dat gepleegd werd in mei 2016. De 36-jarige verdachte, werkzaam in een winkel, zou een jonge vrouw van 18 hebben verkracht in het magazijn van de winkel.
De verdachte heeft zelf een andere lezing. Hij ging naar eigen zeggen in op de avances van een klant, liep met haar naar het magazijn en vroeg naar haar leeftijd. Daarna hadden ze seks. Volgens de raadsman van de verdachte was het geheel en al vrijwillig en kreeg de zaak een andere wending toen de aangeefster haar vriend een berichtje stuurde.
Oordeel
De rechtbank komt tot een ander oordeel. De aangeefster wilde geen seks, werd overdonderd door de man en liet de seks daarom toe. Hoewel er (ook volgens het Openbaar Ministerie) geen geweld is gebruikt en er ook niet werd gedreigd met geweld, valt dit juridisch gezien onder verkrachting. Zeker omdat de jonge vrouw bepaald geen assertief karakter had en naar zeggen een licht verstandelijke beperking. Ze bevroor, als het ware.
Dan de ophef. Veel mensen begrijpen niets van het vonnis. Hoe kan het nou dat een dreigende uitzetting een lagere straf op kan leveren? De rechtbank komt echter met meerdere argumenten om een iets lagere straf op te leggen dan de richtlijn van 24 maanden in soortgelijke gevallen.
Ten eerste is er de ouderdom van de zaak. Het feit speelde ruim twee jaar geleden. Dat is een vertraging die niet aan de verdachte te wijten is en mag en kan dus ook niet in zijn nadeel werken. Iedere dag oordelen rechters vergelijkbaar als het aankomt op tijdsverloop. Dat is vaste jurisprudentie.
Ten tweede is de verdachte nooit eerder met Justitie in aanraking geweest. Hij is een zogenaamde first offender. Ook dit gegeven zorgt altijd voor een lagere straf in vergelijking met mensen die vaker over de schreef zijn gegaan.
Ten derde is het zo dat de man vanuit een onveilig land naar Nederland is gekomen en hier met zijn vrouw bezig is om een nieuw leven op te bouwen. Hij is bovendien sinds het gepleegde feit niet meer met Justitie in aanraking geweest.
Verzachtend
Over deze redenen kun je denken wat je wil, maar ze spelen een belangrijke rol in vrijwel alle rechtszaken in Nederland en zorgen voor een verzachtend effect op de strafmaat. Een rechter moet altijd kijken naar de bijzondere omstandigheden van een geval, zowel in het gepleegde feit als in de persoonlijke omstandigheden van een verdachte.
Dat gaat – in zijn algemeenheid – uiteindelijk heel ver. Voor een doodslag kun je best een celstraf van tien jaar krijgen. Het kan ook zijn dat je wel schuldig bent, maar helemaal geen straf krijgt omdat je jezelf moest verdedigen. Het misdrijf is exact hetzelfde, maar de uitkomst door omstandigheden heel erg anders.
Ophef
Maar terug naar deze zaak. Het gegeven waar de ophef in Nederland nu over gaat, is de dreigende uitzetting. Bij een opgelegde celstraf van 24 maanden of meer (een zogenaamd ‘buitengewoon ernstig misdrijf’) kan een persoon met een verblijfsvergunning uitgezet worden. Hoe je het ook bekijkt, dat is een bijkomende extra straf met mogelijk grote gevolgen.
Hoewel de rechtbank het in deze zaak niet met zoveel woorden zegt, is die dreigende uitzetting naar een voor hem onveilig land blijkbaar een bijkomende straf die niet proportioneel is met het gepleegde feit. Op zich is dat best logisch. Een Nederland die een verkrachting zou plegen, zou bijvoorbeeld immers ook zijn paspoort niet verliezen.
Ook dit is, anders dan wat sommige mensen beweren, een hele logische en ook rechtvaardige gang van zaken. We zien het dagelijks terug in rechtszalen in Nederland. Het is de reden waarom zwangere vrouwen soms niet de cel in gaan, waarom een hennepteler geen celstraf krijgt of waarom een vrachtwagenchauffeur die een dodelijk ongeluk veroorzaakt, toch zijn rijbewijs mag houden.
Een rechter kijkt in Nederland gelukkig niet alleen naar het misdrijf, maar ook naar de omstandigheden van het gepleegde feit en de persoonlijke omstandigheden. Een vrachtwagenchauffeur die een fout maakt in het verkeer waardoor een ander komt te overlijden moet een straf hebben (hij is immers schuldig aan de dood van een ander), maar het afpakken van zijn rijbewijs (en daarmee zijn broodwinning) wordt meestal gezien als disproportioneel.
Een hennepteler die door een celstraf zijn baan zou verliezen en daardoor ook de illegale winst van zijn handel niet terug kan betalen, krijgt soms een werkstraf voor de kiezen om hem zelf de veroorzaakte schade te laten terugbetalen. Een oplichter die gedupeerden achterlaat, hoeft zich soms ook niet te melden aan de gevangenispoort omdat hij zo de slachtoffers uiteindelijk terug kan betalen.
En PVV-leider Geert Wilders kreeg geen onvoorwaardelijke straf voor aanzetten tot discriminatie en groepsbelediging omdat de rechtbank de vaststelling van het gepleegde feit belangrijker vond dan een straf.
Maatwerk
Rechtspraak is maatwerk. Er ligt zelfs nog een vonnis in een andere zedenzaak (waar wel geweld werd gebruikt) tegen een persoon met een verblijfsvergunning waarbij de rechter de uitzetting niet ziet als reden om de straf te korten. Een perfect voorbeeld om te onderstrepen dat iedere zaak uniek is en ‘passend en geboden’ dient te worden afgestraft. Andere zaak, andere omstandigheden, andere uitkomst.
Waar we het hier uiteindelijk over hebben is een op zich geringe strafkorting, om een aantal redenen die dagelijks in de rechtspraktijk worden toegepast. Slechts een van die redenen is de dreigende uitzetting. Wat de rechtbank in dit vonnis feitelijk zegt is dat deze specifieke daad niet tot gevolg moet hebben (anders dan de 20 maanden celstraf) dat de verdachte zijn leven in Nederland verliest en naar een voor hem onveilig land moet afreizen.
Daar kun je van alles vinden en daar mag je best boos over worden, maar het is in een rechtsstaat waar rechtvaardigheid altijd twee kanten van een medaille heeft zeker niet onlogisch.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.