Er kleeft een nadeel aan het vak van rechtbankverslaggever.
Je eigen wereld begint er langzaam maar zeker uit te zien als een langgerekt plaats-delict.
Als ik vanuit mijn woning aan de rand van de stad naar het centrum fiets, is er nog weinig aan de hand. Maar als ik de stadsrand bereik, begint de ellende.
Over de Gerrit Krol-brug fietst de argeloze fietser langs een rijtje onbeduidende portiekwoningen. Ik fiets langs het huis waar een radeloze bewoonster ooit besloot de boel in de brand te steken. Uit wanhoop. Schreeuw om aandacht.
Zevenhonderd meter verder ligt een cafetaria waar een klant zijn honger naar een snelle snack moest bekopen met de dood.
Vlakbij de rechtbank voert de route langs een op het oog standaard studentenhuis. Lege flessen wijn in de verweerde vensterbank. Een stel roestige fietsen nonchalant tegen de gevel gekwakt. Wat er uit ziet als een normaal pand, is in werkelijkheid een huis waar een dronken studente ooit werd misbruikt door een veel te oude kennis.
Op het kruispunt voor de rechtbank is nog niet zo lang geleden een fietser dood gereden. En dat handige binnendoor-weggetje naar de binnenstad zal altijd de plek blijven waar een auto-monteur uit een ver land stierf door een kogel van een agressieve debiteur.
En zo zit de stad voor mij vol met plaatsen-delict.
Dat stenen trapje voor dat gezellige restaurant? Zwerver neergestoken.
Het marktplein met die gezellige terrasjes? Mes in hart.
De juwelier in dat mooie pand naast de kerk? Ooit het toneel van een schietende overvaller en doodsbang personeel.
Zelfs de oude statige Martinitoren ontkomt niet aan het geweld. Op 6 april 2004 valt Niels Offereins onder verdachte onstandigheden vanaf 57 meter hoogte naar beneden. Zijn vriendin bekent later hem geduwd te hebben, maar trekt die bekentenis uiteindelijk weer in.
En wat te denken van de huiskamer van Groningen. Altijd gezellig toch op die mooie Grote Markt? Behalve als er alcohol in het spel is. Dan gebruiken mensen andermans hoofd als voetbal of steken ze vier keer in op iemand die al weerloos op de grond ligt. De aanwezigheid van beveiligingscamera’s ten spijt.
En zo gaat het maar door. Het zebrapad voor het Hoofdstation waar een haastige soldaat nog even snel overheen moest en werd geschept door een depressieve vrouw zonder licht. De kogels die op nog geen 100 meter afstand in het rond vlogen bij de taxistandplaats.
Een stad vol heftige details. Maar wat moet je met al die kennis?
Ik heb er wel eens aan gedacht om crime-walks te organiseren. Gewoon een uurtje met mij als gids door de tragische kant van Groningen.
Het is maar een idee.