Het einde van het jaar nadert en dus is er tijd om achterom te kijken.
Ik geloof zelf niet zo in een veranderende wereld. Er gebeurt een heleboel, maar de mens blijft verrassend gelijk en voorspelbaar.
Toch viel mij het afgelopen jaar iets op.
Ik ‘mis’ de klassieke verkrachter. De man met het mes, verscholen in de bosjes om de argeloze voorbijganger van de fiets te kunnen trekken.
Toen ik in april 2002 begon als rechtbankverslaggever kwam ik ze nog wel eens tegen in zittingszaal 14. De mannen die er bewust op uit gingen om vrouwen tot weerloze slachtoffers te maken. Al dan niet bewapend. Echte jagers.
Maar de afgelopen jaren werd het minder en minder met de klassieke verkrachter. Vreemd.
Uiteraard heb ik justitie gevraagd naar de cijfers, maar het antwoord had ik al van twaalf kilometer afstand aan kunnen zien komen. ‘Wij houden verkrachtingen bij, niet de manier waarop het is gedaan’.
Maar ik durf ondanks een gebrek aan cijfermatige onderbouwing en een beperkt – want provinciaal – overzicht de volgende stelling wel aan.
Seksueel misbruik is meer en meer het domein geworden van kennissen onder elkaar. Van de oom die altijd zo leuk met de kinderen kon spelen en van de huisvriend die best wel kon blijven slapen na een avondje gezellig aan de borrel.
Ik heb zelfs het idee dat verkrachtingen uberhaupt minder vaak voorkomen en worden vervangen door het geweldloos seksueel binnendringen. Een ontuchtvariant waarbij het slachtoffer zich niet verzet, om uiteenlopende redenen trouwens. Angst, macht, leeftijdsverschil.
Waarom dit allemaal zo is, ik heb geen idee. Ik ben journalist, geen wetenschapper.
Een andere trend kan de vaste lezer van dit blog nauwelijks zijn ontgaan. Ik heb er vaker over geschreven, al was het maar omdat ik er zelf slachtoffer van werd.
Internetterreur.
Langzaam maar zeker krijgt vooral de politierechter te maken met criminaliteit op het internet. Van de bekende oplichters op Marktplaats.nl via het digitaal pesten op Hyves tot de aanbieders van niet bestaande vakantiehuizen.
En de modernste variant: de haatdragenden die het telefoonnummer van hun ex op een sekssite zetten of gewoon een heel weblog (of meer) opzetten om hun tegenstanders een hak te zetten. Altijd wel iemand op het wereldwijde web die een pertinente leugen voor waar aanneemt. Het is het asociale streven naar macht voor mensen die geen macht ervaren of jaloers zijn op de rol of functie van een ander.
Ik heb het al eerder geschreven en ik herhaal het hier nog maar eens. Het internet is een geweldig instrument. Een podium voor velen om iets aan anderen door te geven. En wat dat is, dat maakt niet uit.
Maar helaas is met de komst van honderdduizenden publicisten het debat soms ook verworden tot ordinaire en hier en daar ronduit strafbare prietpraat. Wat dat betreft heeft onze koningin een punt.
‘Wij kunnen nu spreken zonder te voorschijn te komen, zonder zelf gezien te worden, anoniem. Domweg, grofweg emoties uiten is makkelijk geworden. Op spreken zonder respect wordt niemand meer afgerekend. Niet het vreemd zijn maakt de ander agressief maar agressiviteit maakt de ander tot vreemde’.
Ik voorspel dat de rechters het er de komende tijd nog druk mee gaan krijgen.