Je hoort het tegenwoordig zo vaak dat het bijna al een vanzelfsprekendheid is. ‘Een werkstraf voor seksueel misbruik! Het moet niet gekker worden!’ Maar is dat eigenlijk wel zo gek?
Bas is 19 jaar en hij kan verdomd goed zwemmen.
Zo goed zelfs dat de plaatselijke zwemclub in hem wel een vertrouwenspersoon ziet. Al was het alleen maar omdat de jongere zwemmers wat moeite hebben met de oudere zwemcoach.
Bas komt als geroepen.
De meisjes van de zwemclub zien hem wel zitten. Bas voelt zich niet onprettig onder die aandacht. En hij doet wat hij niet had moeten doen. Hij gaat een relatie aan met een pupil. Van 13 jaar.
Zij is verliefd. Hij is verliefd. En ze spreken af in het scheidsrechterhok. Officieel vullen ze daar samen de bidons.
Bas is geen domme jongen. Hij weet dat wat hij doet ergens niet klopt. Ook al zegt zij het prettig te vinden wat hij doet.
En omdat verliefdheid niet voor eeuwig is, staat Bas op zijn 20e ineens voor de rechter.
Seksueel misbruik.
Justitie kan geweld niet bewijzen. Of dwang. De officier ziet ook wel in dat het meisje verliefd was. Maar Bas had beter moeten weten. Hij had haar tegen zichzelf in bescherming moeten nemen.
Bas moet de gevangenis in. Zes maanden.
De rechtbank mag er twee weken over nadenken.
En pakt dan de laatste strohalm van het recht.
Bas heeft geen geweld gebruikt. Dwang is een veel te groot begrip. Ook de rechters zien wel in dat het hier om een liefdesrelatie gaat.
Maar hij heeft zich wel in strijd met de sociaal-ethische norm gedragen.
Omdat wij namelijk vinden dat een jongen van 19 geen seks mag hebben met een meisje van dertien. Omdat meisjes van dertien nog helemaal niet toe zijn aan seksuele handelingen.
In ieder geval niet met een 19-jarige.
De rechtbank passeert de eis van justitie ruim. Niets gevangenisstraf.
En komt met een werkstraf van 200 uur.
Een genuanceerd vonnis.
Maar voor de kille statistieken.
Weer een extra verontwaardiging.