De Nederlandse Hitler

 

Waar begin je eigenlijk over als je ineens in de gelegenheid bent om even met Adolf Hitler te praten?

Dat schoot er door mijn hoofd toen ik hem in de gang van de rechtbank op me af zag komen.

Exact dezelfde snor, precies hetzelfde kapsel en verrek, zelfs het tengere postuur van de meest beruchte man in de hedendaagse geschiedenis. Inclusief licht afhangende schouders.

Stephan Wijkamp, alias de Nederlandse Hitler, moest vandaag om 10.40 uur bij de rechter in Groningen verschijnen. In augustus weigerde hij een Befehl uit te voeren om een einde te maken aan zijn aanwezigheid bij een nationaal-socialistische BBQ. Een daad uit verzet, zo noemde hij het met gevoel voor historie. Laat ik nu ook eens een keer een verzetsheld zijn, zo zou hij later voor de camera op een bijna Koot en de Bie-achtige wijze verduidelijken.

Omdat zijn zaak vertraging had opgelopen, had ik mooi even de tijd om met hem te praten.

Een televisie-collega voor mij had al uitgebreid ‘off-line’ met Adolf gesproken over zijn aanstaande rechtszaak. Een zaak die de kortbesnorde man zelf met gevoel voor actualiteit betitelde als ‘een politiek proces’.  

Mijn collega stelde journalistiek zeer relevante vragen, maar mijn interesse ging toch ergens anders naar uit. Ik besloot Adolf een persoonlijke vraag te stellen en schrok bijna van zijn vriendelijkheid en openheid.

Je verwacht het ergens toch niet bij een man met zo’n uiterlijk.

Ja, gaf hij toe. Ik heb het niet gemakkelijk in deze maatschappij. Door mijn uiterlijk maak ik mij tot een persona non grata. Er zijn zelfs wijken waar ik absoluut niet naar toe moet. Daar ben ik mijn leven niet zeker. En als ik voor iedere belediging een euro zou krijgen, dan zou ik iedere maand een nieuwe jas kunnen kopen.

Maar waarom dan toch dat uiterlijk?

‘Omdat ik een man ben met een radicale opvatting en daar hoort een radicaal uiterlijk bijBovendien – en op dat moment boog hij even samenzweerderig  in mijn richting – ziet onze Fuhrer er ook gewoon mooi uit.

En dat alles met een vanzelfsprekendheid alsof hij het over een nieuwe spijkerbroek had.

Ik moet toegeven.  Zo’n man fascineert me. Ik moest het doen met de antwoorden die hij me gaf, maar ik verzon er in mijn hoofd nog een hele stapel bij. Buschauffeurs die hem bij de halte laten staan, cassières die hem te weinig wisselgeld geven, voorbijgangers die hem de verkeerde kant op sturen als hij eens een keer fysiek dwalende is.

Je moet er maar dag en nacht mee om kunnen gaan. Wie kiest er vrijwillig voor om door het leven te gaan als de meest gehate man ooit?

Toen ons gesprek ten einde was, zag ik ineens het ietwat lullige plastic tasje dat Hitler bij zich droeg. Het was een wit tasje met een aantal treurig kijkende witte schaapjes. Een van de schaapjes was  duidelijk bruin. En opvallend vrolijk.

Ik weet niet wie of wat verantwoordelijk is voor de bizarre combinatie van het tasje en de look-a-like  Hitler.

Maar als God bestaat en dit tasje vandaag aan Hitler koppelde, dan heeft hij toch wis en waarachtig nog een geweldig gevoel voor humor ook.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *