Het meisje en de seksboerderij

Wat zou u doen als u net met een zware landbouwmachine een boerderij bent ingereden?

Als u drie politie-auto’s naast u hebt rijden die proberen om u te stoppen?

En als u tot vijf keer toe met pepperspray wordt bewerkt?

Ik weet niet wat u doet, maar Paul koos een opvallende manier om het gevaar te lijf te gaan. Hij belt vanuit zijn cabine 112 en vraagt de politie of ze even tegen de achtervolgende agenten kunnen zeggen dat ze gevaarlijk bezig zijn.

Dat bedenk je toch niet?

Het verhaal van Paul is een bijzonder verhaal.

De grote – enigszins lompe – man ontmoet op een goede dag Laura. Laura werkt op een boerderij, maar is geen boerin. Ze is medewerkster van De Woeste Hoeve, een roemruchte seksboerderij vlak buiten de stad Groningen. Pal aan de A7.

Laten we het er maar op houden dat Laura niet achter de bar staat.

De twee krijgen een relatie en uit hun samenzijn ontstaat nieuw leven. Dora.

Paul is voor zijn werk veel in het buitenland, maar keert spoorslags terug naar Nederland als hij van een kennis hoort dat Laura een zelfmoordpoging heeft gedaan. Vanaf dat moment gaat het van kwaad tot erger.

Paul hoort iets over het leven van de dan 5-jarige Dora en de manier waarop zijn vriendin om zou gaan met hun dochter. Het meisje zou veel schade oplopen omdat ze in de wereld van de prostitutie wordt gezogen. Een wereld vol drank, drugs en gevaar. Specifieker wil Paul het niet vertellen.

De liefde tussen de twee daalt naar een punt ver onder nul en Paul begint een zoektocht. Hij gaat op weg naar de waarheid en komt op zijn queeste uit bij de uitbaters van De Woeste Hoeve. Hij hoort dingen die hij niet wil horen en komt in actie.

Vanaf dat moment ontvangen de seksondernemers bedreigende sms’jes. Ze zijn aan de beurt. Er is een lijstje en op dat lijstje staan is beslist geen garantie voor een lang leven.

Ze staan er allebei op.

Op een kwade dag staat er ineens een paal met een strop in de tuin van de ondernemers. Of ze zou vriendelijk willen zijn om daar hun hoofd zelf maar even in te leggen.

En op een nog kwadere dag verschijnt Paul met een verreiker (een shovel met een lange giek) voor de deur bij de twee van de seksboerderij. Paul is niet van plan een vriendelijk praatje te houden en knalt een stukje door de boerderij. Als de bewoner naar buiten komt, gaat het bijna gruwelijk mis. De lange giek van de shovel zwaait vervaarlijk naar zijn hoofd.

Dan stuurt Paul zijn shovel weg van de boerderij. De politie zit hem op de hielen. Pepperspray. Een arrestatie-team is onderweg, maar eenmaal in Rolde slaat een adspirant-agent Paul in de boeien. Exit arrestatie-team.

Paul klinkt soms onbedoeld grappig als hij eenmaal bij de rechter zijn verhaal doet voor de tenlastegelegde poging tot moord. Zo formuleert hij een simpel antwoord op de indringende vraag van een van de rechters of hij geen spijt heeft van wat hij heeft gedaan.

‘Ach, voor die kerel van de seksboerderij is het nu heel helder. Die weet nu waar hij aan toe is. Die hangt de grote jongen niet meer uit.’

 De humor verdwijnt al snel uit de rechtszaak als de rapportage van de deskundigen boven tafel komt. Die zijn unaniem angstig voor de toekomst. Zonder behandeling is de kans op herhaling groot en Paul zal zich uit zichzelf niet laten behandelen. Volgens de deskundigen heeft Paul zijn eigen werkelijkheid.

In rechtbankjargon doemt dan meteen het drieletterwoord op.

TBS.

De zaak van Paul leent zich bij uitstek voor een goede advocaat die het vuur uit zijn sloffen pleit om een goed resultaat te halen. Daar moet je als verdachte ook een beetje geluk mee hebben.

Laten we het er op houden dat Paul geen geluk heeft.

Uitspraak over twee weken.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *