Er zijn mensen die menen dat het leven maakbaar is. Succes een keuze. En falen dus ook. Voor die mensen is dit verhaal.
Wat kan je eigenlijk gebeuren als je op zomaar een willekeurige ochtend staat te wachten op de trein? Op een klein stationnetje in een kleine plaats in Groningen? Tussen forenzen die er altijd staan? Wie doet je wat?
Hans is 62. En druk bezig zijn pensioen in de steigers te zetten. Ruim zestig jaar leven achter de rug en nu klaar om te genieten. Kom maar op.
Ivar is 37 en geboren in Litouwen. Kale kop. Nors. Ivar vist op krab. Een Ierse kapitein heeft hem ooit aangenomen om op zee voor hem te werken. De boot vaart ergens eind september een haven binnen in Noord-Nederland. Ivar is in zijn geboorteland veroordeeld voor een verkrachting en een overval. Ooit schopte hij een vrouw tegen het hoofd in Noorwegen. Het slachtoffer liep voorbij. Met een kinderwagen. Baby van negen maanden.
Knal. Schop. Krijs. Vonnis.
Ivar gaat zestig dagen de bak in. Maar krijgt weer werk op zee. Want wie daar hard kan werken, mag hard werken. Strafblad of niet.
Ivar en Hans ontmoeten elkaar op het treinstation van Zuidbroek. De man uit Litouwen loopt door. Hans blijft voor dood achter. Omstanders voorkomen dat hij stikt in zijn eigen bloed. Hans is met een stuk hout bijna uit het leven geslagen.
Daar lig je dan. In je eigen bloed. Met hersenletsel.
Vier dagen eerder krijgt Ivar ruzie met zijn Ierse kapitein. Hij is weer eens dronken. Onhandelbaar. De kapitein laat hem zijn roes uitslapen. Maar Ivar is ook zonder roes niet te genieten. En dus gooit zijn baas hem van boord. Zijn bootgenoten lappen wat geld. Ivar krijgt een ticket. Opzouten.
Maar Ivar is niet zo van het luisterend oor. Hij pakt de trein naar Groningen. Slaat het geld stuk op wodka. En een wijnfles op de achterhoofden van twee vrouwen in een winkeltje.
De politie arresteert hem, maar moet hem na drie dagen laten gaan. De officier van justitie volgt de letter van de wet en ziet geen gronden om hem langer vast te houden. Niet genoeg voor een celstraf van twaalf jaar. Geen aanleiding om te denken dat hij opnieuw in de fout gaat. Een strafblad reist niet zo snel.
Ivar krijgt van de Staat een buskaartje naar het station.
Justitie zegt dat hij de volgende dag Hans ontmoet. In Zuidbroek.
Hout. Boem. Breuken in het hoofd. Hersenletsel.
Hans zit nu in een verzorgingstehuis. Hij denkt dat we in 1970 leven en hij nog in militaire dienst zit. Herkent zijn vrienden en familie niet meer. Is zijn verleden en toekomst kwijt.
Omdat het leven hem ooit ongevraagd op het pad van Ivar bracht.
Succes is een keuze.
Tuurlijk.