Even naar een poging moord kijken

Het gebeurt niet vaak dat een rechter de publieke tribune heel expliciet waarschuwt voor de heftigheid van camerabeelden.

Vandaag doet ze dat wel. En ze krijgt gelijk.

Zittingszaal 14 van de rechtbank in Groningen lijkt soms net een bioscoop. Aan de achterwand hangt uitgerold en al een groot filmdoek. Aan het plafond een beamer. Op beide zijmuren zijn grote televisie-schermen aangebracht.

De bioscoop van de rechtbank vertoont soms schokkende films. Beelden van de beveiligingscamera’s uit de binnenstad die laten zien wat wij beschaafde mensen zoal in het uitgaansleven doen als we een slok op hebben. Vaak zijn het wat chaotische beelden. Omdat het druk is in de stad bijvoorbeeld. Of omdat er zoveel mensen zijn dat de wendbare camera het niet bij kan houden.

Vandaag is dat anders. Op het filmdoek verschijnt pijnlijk duidelijk een nagenoeg lege Peperstraat. Het is half zes in de ochtend. Het licht is fel en scherp. Een vrachtwagen van Heineken draait in de  bovenhoek net de hoek om. Weg van de ellende. In de rechterbovenhoek van het beeld vliegen meeuwen.

Links in het beeld staat een klant bij een shoarmatent. Hij praat door het geopende luik. Opeens deinst hij achteruit. Uit het luik komt de shoarmaboer gesprongen met een groot mes. Zo groot dat het in de lege Peperstraat wel een zwaard lijkt.

De boze ondernemer gaat achter de man aan en haalt – vanuit ons camera-standpunt gezien – ineens het zwaard met een venijnige uithaal langs de keel van het slachtoffer. Die weet door achteruit te vallen de haal te ontwijken en valt even later op straat. Dan gaat het van kwaad tot erger.

Zittingszaal 14 is stil geworden. Stil van het geweld, maar ook stil omdat de shoarmaboer en zijn slachtoffer inmiddels pijnlijk groot onderin het filmdoek zijn verschenen. Niet schokkerig, niet vaag, niet midden in een menigte. Alsof de regisseur de onheilsplek met een kruisje heeft gemarkeerd. ‘Daar wil ik de volgende scène graag hebben’

Vol in beeld trapt de shoarmaboer de man in het gezicht. Mijn maag draait om. Het slachtoffer verliest het bewustzijn. Zijn lichaam ontspant op een moment dat de man al zijn inspanning kan gebruiken. Het deert de shoarmaman niet. Hij trapt de weerloze man nog een keer vol in het bewusteloze gezicht. En keihard in zijn ribben. En nog een keer vol op het hoofd. Dan sleept hij hem aan een hand naar de rand van het beeld. Alsof hij een gewond dier van de weg haalt.

Niet veel later verschijnt de politie. Op tijd om de dader te achterhalen, te laat om het slachtoffer te beschermen. De band stopt.

Op de publieke tribune slaat een vrouw haar hand voor haar gezicht. De trillende hand blijft tien minuten lang op zijn plek. De vrouw hoort bij de verdachte.

Als de rechtbank een onderdeel van de opname later nog een keer wil zien, stopt de rechter de video voor de schoppartij. Genoeg is genoeg.

In vonnissen van rechtbanken staat vaak te lezen dat getuigen van ernstig (uitgaans)geweld psychisch last kunnen krijgen van wat ze hebben gezien. ‘Gevoelens van angst en onveiligheid’ zoals de rechtbank dat meer in het algemeen omschrijft. Rechters schrijven dat op omdat deskundigen dat zeggen.

Ik heb in mijn leven een aantal dingen gezien. De niet te stuiten wanhoop van een suïcidaal mens, het koude lichaam van een doodgeschoten meisje, de vernietigende werking van kanker op een oud vrouwenlijf, het schokkende verdriet van talloze nabestaanden. De lamgeslagen moeder die na dagen van diepe rouw voor het eerst haar kind dood in een kist ziet liggen. Harde videobeelden van ernstig geweld.

Ik geloof de deskundigen.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *