Het gevaar van status

Het zal je gebeuren. Je woont tot volle tevredenheid in een kleine gemeente in het Noorden van het land. Geld is niet je grootste zorg in het leven. Je hebt een mooi huis. Een paar aardige auto’s voor de deur.

En dan komt ineens de post.

Met een brief die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Of je maar even een paar duizend euro neer kunt leggen. Bij het monument in het dorp.

‘Luister goed als jullie willen dat jullie niks overkomt. Jullie worden in de gaten gehouden, totdat het geld binnen is. Als hier niet naar geluisterd word, komen we het binnenkort halen, maar dan meer en met geweld. Handel je het niet correct af? Dan gaat er zeer binnenkort wat verschrikkelijks gebeuren’

Het verzoek is niet bepaald vriendelijk. Als je weigert ben je aan de beurt. Je bent je leven niet meer zeker. Er gaan hele rare dingen gebeuren. Om te beginnen met je mooie auto’s.

De brieven lijken met zorg geschreven. Er staat precies in wat je wel en niet moet doen. Waar je het geld neer moet leggen. En dat er absoluut geen politie aan te pas mag komen.

Overduidelijk geen grap van een lollige bekende of een stel kwajongens.

Woon je dan. In je mooie huis. Met je vrolijk spelende kinderen. Je weet niet waar je het gevaar moet zoeken. Hoe serieus de dreiging is. De opsteller van de brief weet overduidelijk waar je woont. Zo te lezen heeft hij je huis misschien wel van heel dichtbij bekeken.

Je belt de politie. Die start een observatie. Agenten houden je gezin in de gaten. Ze weten dat ook een andere familie in dezelfde gemeente een dreigbrief heeft ontvangen.

De angst is zo groot dat je besluit je huis veiliger te maken dan je dacht in eerste instantie nodig te hebben. Tot aan een heuse verbouwing aan toe.

En dan pakken ze de dader.

Een jongen van 19 jaar. Kalenderleeftijd. Maar qua ontwikkeling op zeker een paar jaar jonger.

Theo. Een aardige jongen. Volgens mensen die het kunnen weten omdat ze er voor gestudeerd hebben.

Hij heeft geen werk, maar zijn vrienden wel. En die laten het breed hangen. Een mooie auto. Merkkleding. Noem het maar op. Status.

Theo voelt zich minder dan de rest. Hij kan eigenlijk helemaal geen auto betalen. Geen dure kleding. Dan ben je 19 jaar oud. En val je toch nog buiten de boot.

Theo wil zo graag bij de rest horen. En dus geeft hij het weinige geld dat hij heeft toch uit aan dat wat hem alsnog onderdeel van de groep maakt.

Hij laat er zijn rekeningen onbetaald voor liggen. Omdat een betaalde zorgverzekering nu eenmaal geen moer doet met je status.

Zijn schulden stijgen. Van een paar honderd tot een paar duizend euro.

Uiteindelijk moet Theo iets. Ergens moet het stoppen. Geweld wil hij niet gebruiken. Zo ver is hij nog niet.

Op een oude typemachine typt hij zijn dreigbrieven. De envelop plakt hij dicht met tape. Niet met zijn mond. Theo kijkt ook televisie en weet dat dna-bewijs niet in zijn voordeel zal werken.

Aan de enorme angst die zijn brieven veroorzaakten, heeft hij nooit gedacht.

Alles wat hij wilde, was gezien worden. Door zijn vrienden. Erkenning voor het feit dat hij ook heus wel mee kan komen. Succesvol kan zijn. Met een mooie auto en dure merkkleding.

Theo staat niet alleen. Jonge straatrovers brengen het vaker naar voren.

‘We hadden gewoon snel geld nodig. Om uit te gaan. Mooie kleding te kopen.”

Nog niet zo lang geleden maakte een jonge overvaller het wel heel bont:

,Ik wil in luxe leven. In dure hotelkamers en met hele dure kleding. Met een lullig baantje van 9 tot 5 krijg ik dat nooit voor elkaar. Ik kies daarom voor een crimineel bestaan’

Nu kun je natuurlijk met gemak kwaad worden op jongeren die zo statusgevoelig zijn dat ze zelfs ernstig geweld niet schuwen.

Je kunt je ook afvragen van wie ze het hebben.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *