Het zat er al een tijdje aan te komen, maar nu is de kogel dan definitief door de kerk.
Ik heb geen keus. Ik ga iets anders doen.
Ik stop met dit werk.
Met dank aan Martin Sitalsing:
Korpschef wil journalist inzetten als speurder
ANP
Gepubliceerd op 29 juni 2009 08:15, bijgewerkt op 29 juni 2009 08:35
AMSTERDAM – De aankomend korpschef van de politie Twente, Martin Sitalsing, wil journalisten gaan benaderen voor opsporingswerk. Dat zegt hij in een maandag gepubliceerd interview in De Telegraaf.
‘Journalisten kunnen echt enorm goed onderzoeken. Voorbeeld: er wordt iemand neergeschoten. Wat doen we bij de politie? We gaan een groot team formeren. Allemaal op die kamer zitten. Er is niemand die uit de groep duikt en meteen begint zoveel mogelijk informatie overal vandaan te halen. Journalisten doen dat wel. Ze hebben ook de gave om aan te voelen waar de trends zitten. En ze kunnen een bestuurlijke rapportage schrijven.’
Minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken heeft de 47-jarige Sitalsing donderdag als korpschef voorgedragen. Sitalsing is nu plaatsvervangend korpschef in Friesland. Daarvoor was hij districtchef in Groningen en Haren. Hij begon zijn carrière als agent in Amsterdam.
Einde verhaal.
Dit is geweldig nieuws!
Het wachten is nu alleen nog op een uitnodiging van de regiopolitie Groningen.
Jongens, jullie hebben mijn nummer. Voor minder dan 3000 euro netto begin ik er niet aan.
Het is natuurlijk wel gewoon gevaarlijk werk.
P.S> oh ja, er is een klein probleempje. Journalisten horen vaak van alles omdat ze journalist zijn. De kans bestaat dat een bron niet zo happig is op informatieverstrekking als de journalist ineens een agent blijkt te zijn…Moeten we even over brainstormen denk ik. Stuurgroepje?
Zelfs met het nadeel zoals geschetst in het post scriptum hebben veel (oud-)journalisten nog een streep voor als speurneuzen, vermoed ik.
@gelkinghe: ik denk dat ze inderdaad zeer effectief zijn in het opsporen van de verhalen rond een moordzaak en daarmee wellicht ook een verdachte.
Maar ik denk dat het in het kleine criminele wereldje snel duidelijk is dat een journalist werkt voor de politie.
Dan is het volgens mij einde informatievoorziening.
Ik doe mee! Paul H., bel me!
@peter:
Misschien kunnen we een aparte afdeling in het leven roepen. Eigen vleugel op de Rademarkt…
Ik zie dat wel voor me. Samen met mensen als Karin S. en Peter S. Andre S. er bij.
Binnen een jaar oplossingspercentage naar 99,7%
Hoop wel dat ze ons kunnen betalen, overigens. Onderzoeksjournalistiek is duur.
Volgens de Cock -met coceeka- haal je als neuzelaar de beste informatie uit de kroeg.
Dan gaan Karin S. en Mia S. wel even buurten in de koffieshop, wij gaan uiteraard voor de expresso.
100% 😉
Lijkt me niet zo’n strak plan.
Journalistiek is van belang om de overheid, dus ook politie, te controleren. Daar is een stuk afstand voor nodig.
We zien dat nu al in Uruzgan problemen geven. Doordat de meeste verslaggevers embedded meegaan wordt het legerstandpunt zwaar overbelicht. Als nieuwsconsument krijgen we daardoor geen objectief beeld.
Van Sitalsing wel voorstelbaar dat hij graag verslaggevers wil embedden, PR-technisch zou dat natuurlijk handig voor hem zijn.
Een alternatief zou kunnen zijn dat Sitalsing speurneuzen in opleiding een tijdje met misdaadverslaggevers laat meelopen, om zo wat van de stiel op te pikken.
Ook kan de leider van een politie onderzoek besluiten een aantal mensen gelijk het veld in te sturen om informatie te verzamelen. Nadeel is dan wel dat er minder mensen overblijven voor “allemaal op die kamer zitten”-werk. Kwestie van prioriteiten en keuzes maken.
Ik heb wel het idee dat politieagenten nog wel wat kunnen leren van misdaadverslaggevers als Peter R. de Vries. Ik weet niet of het handig is om journalisten als politieagent in te zetten, maar politieagenten leren wat meer als journalist te opereren lijkt mij heel goed.
– Binnen een jaar oplossingspercentage naar 99,7% –
Mensen die hard werken maken fouten. Mensen die het rustig aan doen, maken weinig fouten. Ik ken ook mensen die geen fouten maken.
@de joker:
wie geen fouten maakt, maakt niets
was vroeger een gezegde.