Journalistiek misdrijf

Journalisten werken met bronnen. Met informatie van op het oog onbekende herkomst. Met mensen die graag wat willen vertellen.

Die bronnen zijn niet alleen van groot belang voor ons werk. Ze zijn het waard om de bak voor in te draaien.

Op woensdag 23 mei sta ik op het terrein van het illegale tentenkamp in Ter Apel. Op dat moment is het onduidelijk wat er gaat gebeuren met de honderden protesterende asielzoekers. Moet het kamp verdwijnen? Wie moeten er weg en wanneer? En hoe?

De vragen krijgen een duidelijk antwoord als een compleet leger aan agenten het tentenkamp letterlijk met de grond gelijk maakt. Twintig ME-bussen vol. Een overmacht.

Een deel van de busjes blokkeert bewust de zichtlijn van heen en weer hollende cameraploegen en steeds bozer wordende fotografen.

Overduidelijk geen pottenkijkers gewenst.

Ergens op de dag krijg ik een vertrouwelijk politie-document in handen. Er staan geen schokkende gegevens op. Ik lees hoe de politie te werk zal gaan bij de ontruiming.

Het stuk heeft als titel: ‘BeĆ«indiging kampeerlocatie Ter Apel’

Na de ontruiming publiceer ik het vertrouwelijke stuk op Twitter. Ik vind dat journalistiek relevant. Het papier lijkt te zeggen dat de beslissing om te ontruimen al lang en breed gevallen was.

Een dag later gaat mijn telefoon. Een keer of zes. Het is de politie. Wat volgt is een ietwat merkwaardig gesprek.

De politie mist een vertrouwelijk document. En ze hebben naar Twitter gekeken. Ik heb het papier in handen. Of ik even wil vertellen hoe ik er aan kom.

Ik weiger. Ik vertel nooit hoe ik aan vertrouwelijke informatie kom. Ook niet als de politie belt.

Het gesprek begint dan onvriendelijk te worden. Als ik niet over de brug kom, zal het anders gaan. Er zal een aangifte volgen. Sterker nog: er is al overleg geweest met het Openbaar Ministerie. Er ligt een sterke zaak. En het OM neemt de zaak hoog op. Onderzoek zal zeker uitwijzen hoe het zit. Ik moet het papier uit een politie-auto hebben gestolen. Of daartoe opdracht hebben gegeven.

‘En dat is een misdrijf, Chris’

Ik herhaal nogmaals dat ik niet van plan ben mijn bronnen bekend te maken. Ieder zijn vak. Ik vergaar informatie. De politie doet onderzoek. Prima. Als een aangifte nodig is, dan moet dat vooral gebeuren.

De politie maakt het dan nog bonter. Ik hoor dat alle voorlichters in het Noorden van het land inmiddels op de hoogte zijn. Als journalist sta ik met 3-0 achter. De informatievoorziening zal op zeker opdrogen. Volgens de man aan de andere kant van de lijn bedrijf ik journalistiek met misdrijven.

‘Je hebt de ethiek jaren geleden zeker al achtergelaten’

Hoewel het gesprek te persoonlijk is, blijf ik herhalen dat hij bij mij aan het verkeerde adres is. En dat hij gerust aangifte moet doen als hij dat wenst.

Het gesprek krijgt een vrij abrupt einde als de andere kant besluit dat morgen dan ook gelijk te gaan doen.

Merkwaardig. Ik denk na en kom dan tot de conclusie dat dit niet kan.

Ik heb persoonlijk geen moeite met de emotionele lading van het telefoongesprek. Ik neem de beller in kwestie niets kwalijk. Bovendien moet je niet heel hard zeuren als je de grenzen van de journalistiek zoekt.

Dit verhaal gaat echter niet over mij. Of over hem.

Dit verhaal gaat over de journalistiek. Over journalisten die verantwoordelijk zijn voor informatie.

Bijvoorbeeld omdat de mensen die met informatie komen, erop moeten vertrouwen dat de pers geen verlengstuk is van de politie. Zodat zij een volgende keer opnieuw met een gerust hart over de brug kunnen komen.

En misschien denkt u wel dat ‘die mensen’ kuchende mannen zijn in regenjassen in tochtige parkeergarages.

Dat is niet zo. Bedenk het en het is waar.

Advocaten die het hardst in de rechtszaal brullen dat negatieve publiciteit schadelijk is voor de arme verdachte, zijn er als eerste bij om de pers te vinden als dat noodzakelijk is.

En wie denkt dat de politie alleen communiceert via keurige persberichten, heeft het grandioos mis.

De pers profiteert van mensen die lekken. Als tegenprestatie krijgen ze van ons bescherming.

Zo werkt dat.

En daar hoort geen intimidatie bij. Van niemand niet.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *