Partijleider Sigrid Kaag van D66 ligt onder vuur wegens haar rol in het onder de pet houden van een MeToo-affaire binnen haar partij. Hoewel ze het boetekleed aantrekt, zitten in haar verweer wat bekende taalspelletjes die politici vaker gebruiken in een poging om verantwoordelijkheid te ontlopen, zaken te verzachten of schuld af te schuiven.
Met taal kun je mooi spelen. Je kunt van alles zeggen zonder daadwerkelijk iets te beweren. De bekendste taalkundige vondst in een fragiele poging om onder een schandaal uit te kunnen komen kennen we allemaal nog heel goed. Toen de Amerikaanse president Bill Clinton onder vuur kwam te liggen wegens een rokerige affaire met stagiaire Monica Lewinsky sprak hij de legendarische woorden:
‘I did not have sexual relations with that woman’
Hoe je daar ook over denkt verder, het is duidelijk dat hier goed over nagedacht is door het team achter Clinton. Als namelijk duidelijk zou worden dat de president wel degelijk seks had gehad met de stagiaire, dan zou hij namelijk nog kunnen beweren dat hij niet gelogen heeft, hij had immers geen seksuele relatie met Lewinsky. Clinton kwam er uiteindelijk niet mee weg, maar hij probeerde het wel.
Voelen
Sigrid Kaag ging deze week weliswaar diep door het stof door te stellen dat het verschrikkelijk is wat mensen op de werkvloer bij D66 is overkomen, maar ze liet een aantal taalkundige vondsten zien waar over nagedacht is. Zo vertelde ze onder meer dat het ‘verschrikkelijk is dat mensen zich onveilig hebben gevoeld’.
Hoewel je in eerste instantie zou denken dat dit een mooie Mea culpa is, zit er wel degelijk een addertje onder het gras. Want wat Kaag hier daadwerkelijk zegt is dat mensen het gevoel hadden dat ze onveilig waren. Ze zegt dus nadrukkelijk niet dat ze onveilig waren. Dat is geen verspreking of onhandige formulering, het is een bewuste keuze.
Maar er is meer. Kaag meent namelijk dat ze anders had moeten handelen, maar ze formuleert dat als volgt: ‘Uit menselijk oogpunt had ik anders moeten handelen’
Klinkt leuk natuurlijk, maar wat zegt ze hier nou eigenlijk? Is er voor een mens ook een ander oogpunt dan een menselijk oogpunt?
Feitelijk zegt ze hier dat er meerdere manieren en ‘oogpunten’ zijn om te handelen, maar als ze het houdt op een menselijk oogpunt dan had het anders gemoeten. Kennelijk is er een ander oogpunt waarbij ze dat niet had hoeven doen. Wie goed leest, leest hier dat Kaag eigenlijk meent dat ze als partijleider formeel niet anders had hoeven handelen. Dat is ook wat ze later zegt, het was aan het partijbestuur. En dat roept dan weer de vraag op of een partijleider kennelijk geen menselijk oogpunt heeft…
Doorpakken
En Kaag zegt nog iets interessants. Ze meent dat ze in de hele affaire ‘niet heeft doorgepakt’. Als je niet doorpakt, dan wil dat taalkundig zeggen dat je op de hoogte bent van iets en ook actie hebt ondernomen, maar niet genoeg hebt gedaan. De vraag is echter of dat wel zo is.
Het slachtoffer stelt namelijk in een interview met de Volkskrant dat de D66-partijleider al een jaar op de hoogte was van de conclusies uit een geheimgehouden onderzoeksrapport naar grensoverschrijdend gedrag binnen de partij. Ze stuurde Kaag sms’jes over de vertrouwelijke bijlage van het rapport, waarin klip en klaar werd gesteld dat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag, maar de partijleider verwees haar in een tamelijk kille sms door naar advocaten van de partij.
Dat valt toch met de beste wil van de wereld niet meer onder ‘niet doorpakken’, dat is – zeker in de ogen van het slachtoffer – bijna helemaal niets doen. Dit klemt helemaal als je bedenkt dat het uitgerekend Kaag was die op 11 maart 2021 tegen RTL Nieuws verkondigde dat vrouwen elkaar moeten helpen als het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ze gebruikte daarvoor een pakkende tekst van voormalig minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright:
‘Er is een speciaal plekje in de hel voor vrouwen die andere vrouwen niet helpen’
Ik ga hier niet beweren dat Kaag af zou moeten treden voor haar rol, mij valt slechts op dat ze in haar woordkeuze nadrukkelijk hier en daar het politieke taalhandboek hanteert.
Van Drimmelen
De man waar het allemaal om draait binnen de vermeende MeToo-affaire, partijstrateeg Frans van Drimmelen, kan er ook wat van. Van Drimmelen zou een buitenechtelijke relatie hebben gehad met een medewerkster, die hij ‘gestalkt, bedreigd en gechanteerd’ zou hebben. Ook hij stelt dat het slachtoffer zich onveilig voelde en dat hij dit snapt. Maar Van Drimmelen gaat verder. Hij voelt zich naar eigen zeggen door de mediahetze gedwongen om zich terug te trekken uit alle maatschappelijke functies.
Dat is wel een behoorlijke omkering van de feiten. Het is Van Drimmelen immers die het onveilig heeft gemaakt op de werkvloer. Dan kun je het de media niet verwijten daar over te schrijven. Het zijn niet de publicaties die hem de kop hebben gekost, maar zijn eigen laakbare gedrag.
Kaag zelf gaat ook enigszins mee in dat frame, door de media te verwijten meer voor de ophef te gaan dan voor de slachtoffers. Hoewel die stelling an sich al niet klopt, kun je de media niet verwijten onderzoek te doen. Sterker nog: zonder die media was het maar de vraag of alle kaarten op tafel waren gekomen. Het is bovendien een tamelijk opzichtige poging om de eigen rol wat weg te masseren, je zou namelijk prima kunnen stellen dat D66 juist een poging heeft gedaan om de affaire in de doofpot te houden en daarmee bepaald niet de slachtoffers te dienen.
Rutte
Een van de bekendste gladde taalfoefjes is die van minister-president Mark Rutte. Hij stelde ooit dat hij geen ‘actieve herinnering’ had aan een gesprek over Pieter Omtzigt met de formateurs. Een wonderlijke term. Je kunt je namelijk iets herinneren of je kunt je iets niet herinneren. Geen actieve herinnering is een halfzachte poging om je geheugenverlies te maskeren door er het woord actief voor te plakken. Alsof je de ander laat weten wel degelijk herinneringen te hebben, ze zijn alleen stomtoevallig net nu het erop aankomt niet actief. Wonderbaarlijk handig wel.
Verdachten van strafbare feiten hebben de retoriek van Rutte inmiddels geadopteerd. Met grote regelmaat stellen boeven en boefjes in de rechtszaal ‘geen actieve herinnering’ te hebben aan dat wat hen wordt verweten, tot aan opperboef Ridouan T. aan toe.
Natuurlijk weet ik ook wel dat politici een grote verantwoordelijkheid dragen en dat het bekennen van schuld grote gevolgen kan hebben.
Maar ik weet ook dat het fundament onder onze democratie op vertrouwen rust en dat mensen niet gek zijn.
Waardeer dit artikel!!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.