Kappen met die bedreigingen!

Ik heb er al vaker over geschreven, maar ik ga het nog een keer doen. Over de talloze bedreigingen die opiniemakers en anderen ten deel vallen, vooral op sociale media. Want het loopt weer eens de spuigaten uit en het dient geen enkel doel. Wie het ook overkomt, kap er mee; je slaat het debat dood. En aan de omstanders: zeg er wat van. Laat je horen.

Deze week werd opiniemaakster en rechtsfilosofe Raisa Blommestijn slachtoffer van een misselijke bedreiging. Een man plaatste op Twitter een foto van een zogenaamde motie die door politicus Pieter Omtzigt zou zijn ingediend. De motie riep op om Blommestijn publiekelijk te liquideren. De man vroeg zich vervolgens af wanneer deze motie nou eens ingediend werd.

Van de weeromstuit werd de bedreiger, die omstandig zijn excuses had aangeboden en zijn Twitter-account geschrokken verwijderde, vervolgens weer door fans van Blommestijn bedreigd, mede omdat Omroep Ongehoord Nederland aandacht schonk aan de zaak, met naam en toenaam. En zo escaleerde het weer eens flink de pan uit.

Percentages

Blommestijn staat beslist niet alleen. Begin maart stelde CDA-minister Hanke Bruins Slot dat 65  procent van de burgemeesters en 40 procent van de wethouders te maken krijgt met bedreigingen. Dan gaat het niet alleen over haatmails en dreigbrieven, maar zelfs over mensen die politici aan de deur krijgen. Laten we in dit geval ook beslist niet vergeten dat PVV-leider Geert Wilders al jaren moet leven onder een extreem heftig beveiligingsbewind.

Het is ook al langer bekend dat journalisten de laatste jaren steeds vaker doelwit zijn van verbale terreur. Tot zelfs bomdreigingen op redacties aan toe. Uit onderzoek van I&O Research in opdracht van PersVeilig blijkt dat in 2017 iets meer dan 60% van de ondervraagde (foto)journalisten zegt te maken te hebben gehad met agressie en bedreiging. Vorig jaar steeg dat op zich al schrikbarende percentage naar maar liefst 82%. Er lopen as we speak journalisten rond met een persoonlijke noodknop, gekoppeld aan een meldkamer.

Akyol

Begin mei werd pijnlijk duidelijk dat columnist en programmamaker Özcan Akyol niet alleen thuis beveiliging heeft, maar ook als hij naar ‘iets aangekondigds’ gaat. Er moeten daadwerkelijk fysiek beveiligers worden ingezet. De bedreigingen zijn niet alleen tegen hem gericht, maar ook tegen zijn gezin en de mensen met wie hij samenwerkt. Uit eigen ervaring weet ik dat een dergelijk niveau van beveiliging alleen ingezet zal worden als de bedreigingen concreet zijn.

‘Ik word er moedeloos van’, vertelde Akyol onlangs aan NU.nl. ‘De politiek, het OM, niemand kan hier grip op krijgen. Op de een of andere manier lukt het niet om het een halt toe te roepen. Ik had acht jaar geleden al last van bedreigingen en het neemt niet af, maar toe’

https://www.nu.nl/media/6198478/ozcan-akyol-wordt-beveiligd-wegens-toenemend-aantal-bedreigingen.html

Persoonsbeveiliging is een extreem voorbeeld. Doorgaans gaat het om uitingen die via sociale media of andere online communicatiekanalen worden geuit. Het is een lichtere vorm van bedreigen, maar de uitwerking kan verstrekkende gevolgen hebben.

Kansberekening

Hier is het grote probleem met bedreigingen.

Achteraf gaat het in 99,9% van de gevallen om loze verbale diarree. De bedreiger was gefrustreerd, boos of een combinatie van beide. Doorgaans is het onmacht en in een oogwenk worden harde woorden impulsief de ether in geslingerd, gericht op een persoon. Maar het slachtoffer weet op het moment van het dreigement niet wat de gevolgen mogelijk kunnen zijn. Of de bedreiger de daad bij zijn of haar woord voegt of dat anderen de openbare woorden zien als een aanmoediging om in actie te komen.

Door die ene statistisch gezien kleine kans dat iemand wel iets gaat doen, kan iedere bedreiging alsnog hard aankomen. Zeker als bedreigingen onderdeel zijn van een niet aflatende stroom aan nare berichten.

Ik heb zelf veel met bedreigingen te maken gehad en ik weet maar al te goed hoe het werkt. Je kunt er stoer over doen en je schouders er over ophalen (en doorgaans doe ik dat ook wel), maar als de frequentie en de intensiteit te hoog is, kan het allemaal toch aardig onder je huid gaan zitten. Je raakt er onbewust gespannen door, kijkt wat vaker over je schouder en bent veel alerter dan je zou moeten zijn. Ongemerkt trekt het de energie uit je lijf. Zeker als je door nare omstandigheden niet goed in je vel zit.

Je moet sterk in je schoenen staan om je mening te blijven verkondigen als het je een barrage aan bedreigingen oplevert. Een stortvloed aan lelijkheid waar geen ontsnappen aan is, zeker als mensen je via sociale media op allerlei manieren proberen te benaderen of je zelfs bellen op je mobiele telefoon. Daar komt bij dat ik als rechtbankverslaggever helaas maar al te goed weet waar mensen toe in staat zijn.

Chaos

Ooit liet een jonge man mij via meerdere agressief ingesproken Facebook-berichten onder meer weten dat het laatste wat hij zou doen in zijn leven was om mij te vermoorden. Ik wist dat hij net uit de gevangenis was en bij de politie bekend stond als agressief. Ooit plaatste een jonge dame een foto van mijn huis met de mededeling dat er chaos zou komen.

In dergelijke gevallen kun je de schouders simpel niet meer ophalen. Omdat je er hoe dan ook toch ergens rekening mee moet houden dat iemand eventueel tot daden over kan gaan. Ook een kleine kans is immers een kans, je kent de persoon achter de harde woorden niet en weet niet waar iemand toe in staat is. Door die onzekerheid lever je in op je vrijheid. Dat is wat bedreigen met een ander doet. Het is voor de bedreiger kinderlijk eenvoudig om uit frustratie of onbegrip een woest bericht achter te laten en door te gaan met zijn of haar leven, maar het is voor het slachtoffer een stuk lastiger om het van zich af te schudden.

Weerwoord

Begrijp mij goed, we hebben het hier niet over kritiek of een weerwoord. Dat zijn we gewend en dat hoort voor journalisten, wetenschappers, opiniemakers en politici bij het vak. We leven in een tijd waarin mensen door sociale media makkelijk benaderbaar zijn en dat is op zich ook helemaal niet erg. De toon mag ook best stevig zijn, zeker bij opiniemakers die zelf ook met enige regelmaat de knuppel in het hoenderhok gooien. Kritiek is prima, al zou het helpen als de keuze valt op het werken met argumenten die ergens tot doel om het debat inhoudelijk te kunnen voeren.

Bedreigingen komen tegenwoordig zo vaak voor dat de politie en het Openbaar Ministerie (OM) geen goed antwoord hebben. Het is gewoon praktisch niet haalbaar om iedere bedreiger op te sporen en voor de rechter te krijgen. Daarvoor ontbreekt het simpel aan capaciteit.

Het OM bracht in 2021 maar 62 personen voor de rechter op verdenking van het bedreigen van politici. In 2019 ging het nog om 16 personen. Om 2020 om 55 verdachten. Klinkt als een aardige stijging door de jaren, maar het is het topje van de ijsberg en ook nog eens tot stand gekomen door beleid om sneller te dagvaarden. Voor de goede orde: in 2020 kwamen er 600 meldingen binnen van verdenkingen van bedreigingen tegen politici, in het jaar daarvoor 393.

Ik durf wel te beweren dat zelfs dit maar een fractie is van het werkelijke aantal.

Repressie

Het Openbaar Ministerie roert met enige regelmaat stevig op de trom voor strengere straffen voor bedreigers van journalisten en politici, en toch stijgen de cijfers. Niet zo raar, bedreigen is impulswerk en de daders zijn niet overmatig bezig met de gevolgen. Strenger straffen is achteraf de lat hoger leggen voor mensen die op het moment de lat niet eens zien. Ik weet dat omdat ik de spaarzame verdachten zie en hoor als ze in de rechtszaal zijn. Zelden kom ik iemand tegen die een ingecalculeerd risico nam.

De oplossing zal moeten komen uit de maatschappij. Er moet ergens een groter besef ontstaan dat woorden ontwrichtend kunnen werken. Dat je de ander letterlijk een deel van zijn of haar vrijheid ontneemt. Probleem is natuurlijk dat dit ook vaak de bedoeling is van de dreiger, het is de eigen onmacht omzetten in een (tijdelijk) gevoel van macht over de ander.

Maatschappij

Dreigers staan zichzelf graag voor op het onbeperkt uiten van de vrije meningsuiting. Die is ooit bedacht om mensen de kans te geven om zich – ongeremd door enige invloed vooraf van de overheid – te kunnen voegen in het debat. Om van gedachten te wisselen met anderen. Met het bedreigen van een ander ontneem je die ander juist een stuk vrijheid. Je slaat het debat dood.

Als dat besef wat vaker op de voorgrond zou mogen treden en mensen massaal in het openbaar het gedrag van de dader afkeuren en het slachtoffer steunen, dan is het heel misschien mogelijk de stortvloed aan bedreigingen nog enigszins te kunnen remmen. Stoppen zullen we het nooit, maar misschien is het uiteindelijk mogelijk om het beheersbaar te houden. Geloof mij, ook een dader zit niet te wachten op massale afkeuring. Negatieve aandacht trekt ook energie uit iemands lijf.

Natuurlijk, ik vind het zelf ergens ook best wel een naïeve gedachte van mij om heel eerlijk te zijn, maar heel veel andere middelen hebben we nu eenmaal niet tot onze beschikking in een vrije samenleving. Tenzij we een politiestaat wensen is het aan ons om bedreigers passend van repliek te dienen op sociale media.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen