Knutselen aan de waarheid

 
Is argumenteren eigenlijk een voorwaarde om bij het Openbaar Ministerie in Groningen te mogen werken? Ik hoop het wel. Maar het lijkt er de laatste tijd niet op.

Ik hou van argumenten. Prettig in een volwassen discussie. Maar bittere noodzaak als je bij justitie werkt. Omdat je daar in het openbaar en heel stellig meent dat een verdachte dader moet worden. Voor langere tijd achter de deur. Exit vrijheid.

Dan mag je op zijn minst iets van een gedegen stelling verwachten.

Nog niet zo lang geleden vond een officier van justitie in Groningen dat enkele slachtoffers van een schietpartij niet waren voorzien van bivakmutsen. Die waren immers nooit door de politie gevonden. Punt.

Diezelfde officier bracht naar voren dat de verdachte met een wapen in zijn hand klaar moet hebben gestaan. Dat er mede daarom sprake was van moord. Omdat de man louter een boxershort aan had. En dan heb je het vuurwapen natuurlijk in je hand. Kan niet anders. Achttien jaar celstraf geëist. Punt.

De moordverdachte werd door de rechtbank zonder straf naar huis gestuurd.

Ontslag van alle rechtsvervolging. Hij mocht zich verdedigen toen hij ineens te maken kreeg met gewapende en waarschijnlijk gemaskerde mannen in zijn huis. ‘Zijn’ vuurwapen was waarschijnlijk door de overvallers zelf meegenomen en tijdens hun woeste aanval op de grond gevallen.

Een verdachte in een zedenzaak kreeg dit jaar ook een aardige voor de kiezen. Uit het strafdossier dook bijvoorbeeld het beeld op dat hij verliefd was op het minderjarige slachtoffer. Ja, en dan moet hij haar ook wel misbruikt hebben. Dat is logisch.

Het werd een vrijspraak.

Vandaag was het weer raak. Een verdachte die naar voren bracht dat hij zichzelf wel moest verdedigen toen hij bij het openen van een schuurdeur meteen klappen kreeg, werd even achteloos als nonchalant in de hoek gezet. Niet geloofwaardig. Want dronken mensen die meteen beginnen te slaan. Dat is gek. En dus niet geloofwaardig. Punt.

En waren het maar incidenten. In talloze verhalen van officieren duiken stellingen op waar een normaal mens met een beetje gevoel voor argumentatie kippenvel van krijgt.

‘Het slachtoffer heeft een gedetailleerd verhaal en dus klopt het’.

‘Wat de verdachte zegt te hebben gedaan, is niet logisch. Dat doe je niet.’

‘Eerst zegt hij dit en daarna zegt hij dat, dat moet een leugen zijn’.

Uiteraard is het geen enkel probleem om in het ‘normale leven’ een discussie te voeren met behulp van allerlei losse opmerkingen en vage constateringen. Van een officier van justitie mag je echter meer verwachten. Dat iets wat gek klinkt, niet meteen onwaar hoeft te zijn. Dat details niets hoeven te zeggen over betrouwbaarheid. En dat menselijk gedrag tijdens heftige momenten niet altijd logisch is.

Strafrecht is in essentie een vrij simpel systeem. Een officier van justitie komt met een verhaal. Zijn versie van de waarheid. Dat verhaal is op zich een gekleurde schets van de werkelijkheid.

Met een goede onderbouwing haal je de kleur uit het verhaal. Waardoor er voor de rechter een overwegend zwart/wit beeld rest.

Ik zie de laatste tijd veel te veel kleur.

 

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *