Ik schrijf wel eens stukjes over hoe menselijk verdachten eigenlijk wel niet zijn. En dat je serieus een probleem hebt als mensen zo boos zijn dat ze iets verklaren wat er niet is.
En dat we mede daarom de rechten van verdachten moeten koesteren.
Leuk. Zeggen mensen dan. Je schrijft hypothetische stukjes over wat zou kunnen zijn. Dat je onder de douche staat en je zoon iets geks zegt en dat je dan ineens als pedofiel te boek staat.
Leuk. Moralistische rechtbankverslaggever. Maar niet erg realistisch. Alsof je door de leugens van een ander ineens in de problemen kan raken.
Laat ik het dan wat persoonlijker maken.
Het is me overkomen.
Al een tijdje terug. Ik was niet van plan om er over te schrijven. Omdat het veel tijd en energie heeft gekost. En omdat ik niet bang ben voor honden, maar ze ook niet onnodig wakker wil maken.
Maar toch.
Ineens was daar het telefoontje van de politie. En de brief om op het bureau te verschijnen. Er was aangifte gedaan. Tegen mij.
Laster. Belediging.
Nu ben ik geen lieverdje. Ik heb me in het verleden op het internet wel eens heel erg boos gemaakt. En als ik boos ben, word ik giftig. Gedreven.
So be it.
Maar dit was anders. De aangever in kwestie had me twee jaar dwars gezeten op het internet. Met laster. Beledigingen. Seksverhalen. Een compleet weblog. Over mij.
Uiteindelijk verliet hij zelfs zijn digitale stellingen. En stuurde doodleuk valse brieven aan opdrachtgevers.
En dan zelf aangifte doen. Dan moet je durven.
Het verhoor duurde twee uur. De verbalisant had een computer voor zijn neus. Ik een dossier van zestig pagina’s. Over hem. Met donkere mails. Screenshots. Brieven. Noem het maar op.
Een collega was door de politie gehoord als getuige. Hij bevestigde wat ik ook al had gezegd.
Maar de politie maakte er een dossier van. Het stuk ging naar het Openbaar Ministerie. De juridische molen was in beweging. Een handtekening genoeg om definitief als verdachte te boek te staan.
De officier van justitie besloot de zaak niet door te zetten. Omdat het geen zaak was.
De verbalisant liet mij eerder tussen de regels al weten dat ook hij niet de overtuiging had dat ik me ergens schuldig aan had gemaakt. Op basis van mijn eigen dossier.
Het klinkt gek. Maar dat was het moment waarop ik echt schrok. Want hoe zou het zijn gegaan als ik door mijn giftigheid niet al die jaren keurig bij had gehouden hoe het echt zat?
Hoe gek moet het lopen als een digitale stalker het wel voor elkaar zou krijgen om zijn slachtoffer te beschadigen met hulp van de sterke arm?
Verdachten hebben rechten. En dat vinden steeds meer mensen te gek voor woorden.
Ik niet.