Liegende agenten nagel aan doodskist rechtspraak

Populisten en vrijheidsstrijders roeptoeteren de laatste jaren steeds harder dat de rechtsstaat in Nederland in verval is. Doorgaans zijn het loze beweringen van mensen die zo blind van activisme zijn dat ze nog geen appel van een ei kunnen onderscheiden. Maar soms gebeuren er dingen die pas echt een gevaar vormen voor de rechtsstaat. Liegende agenten bijvoorbeeld.

Deze week bleek tijdens een strafzaak tegen een man die agressief zou zijn geweest tegen een agent (waardoor de agent een kopstoot uit moest delen) dat een proces-verbaal van de politie doelbewust in strijd met de waarheid is opgemaakt. Althans, volgens de rechtbank in Rotterdam. De verdachte in kwestie had camerabeelden meegenomen naar de zitting en die beelden zouden iedereen diep moeten verontrusten.

Te zien was namelijk dat de verdachte een hand in het gips had en helemaal niet de persoon was die agressief was. Het lijkt er op de beelden zelfs op dat hij de boel probeert te sussen. De agent die hem wilde aanhouden rukte aan de man, duwde hem tegen een muur, gaf hem een kopstoot en pakte hem later bij de nek beet. De beelden lieten dus juist zien dat het de agent was die buitensporig geweld gebruikte. In het proces-verbaal kwam dat uiteraard niet terug.

Waarheid

Volgens de rechter zijn de verschillen tussen de beelden en het proces-verbaal zo groot dat niet van een vergissing of andere interpretatie sprake kan zijn. ‘De enige conclusie die getrokken kan worden is dat de verbalisanten (delen van) dit proces-verbaal doelbewust in strijd met de waarheid hebben opgemaakt’.

Volgens de persrechter van de rechtbank is het onmogelijk dat de agent een andere beleving van het incident heeft gehad.

Wat de agent schrijft is gewoon niet gebeurd. Dat noemen we liegen’

Mocht u het nog niet weten: een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal is keihard bewijs in een strafzaak. In tegenstelling tot een enkele verklaring van een burgergetuige, kan een enkele verklaring van een agent gewoon zonder twijfel meegenomen worden in het bewijs. Rechters varen blindelings op de proces-verbalen van de politie. Dat is bij wet geregeld. Artikel 344, lid 2 wetboek van Strafvordering; het ten laste gelegde feit kan worden aangenomen op basis van één proces-verbaal van een opsporingsambtenaar.

Poging doodslag

Ik heb het als rechtbankverslaggever vaker meegemaakt. Zo stond eens een man terecht voor een meervoudige poging doodslag omdat hij met zijn auto op vier agenten zou hebben ingereden. De agenten verklaarden doodsangsten uit te hebben gestaan. Ze moesten letterlijk opzij springen om een naderende dood te ontwijken.

Helaas voor de agenten had de advocaat van de verdachte gevraagd om camerabeelden te bekijken op de zitting en toen ontstond er een heel ander verhaal. Te zien was dat de verdachte wegreed in zijn auto en op werkelijk geen enkel moment dicht in de buurt kwam van de agenten. Een ontstellende zaak omdat de verdachte 100% veroordeeld was als de beelden er niet waren geweest.

Boerenzoon

Denk ook even aan de 16-jarige boerenzoon die tijdens een demonstratie werd beschoten door de politie. Het Openbaar Ministerie sprak van een poging doodslag door de boer omdat collega’s in gevaar zouden zijn gebracht door de op hen inrijdende tractor. Vertegenwoordigers van de politie lieten in de media vol zelfvertrouwen weten dat er wel wat aan de hand moet zijn geweest omdat agenten ‘nooit zomaar hun wapen trekken’. Uit de beelden van het incident bleek echter dat er beslist geen sprake was van inrijden op agenten.

Bedenk even hoe het zou kunnen zijn gegaan als die beelden er niet waren geweest.

Supportersgeweld

In 2019 sprak het Hof drie voetbalsupporters vrij van geweld tegen de Mobiele Eenheid. De supporters waren eerder veroordeeld tot celstraffen van 1 tot 2 maanden op basis van het proces-verbaal van agenten. Die verklaarden dat het drietal met blikjes, flessen en andere voorwerpen hadden gegooid. Pas in hoger beroep kwamen beelden boven water waaruit bleek dat het proces-verbaal volgens het Hof ‘niet strookte met de waarheid’. Het Openbaar Ministerie werd niet-ontvankelijk verklaard.

In datzelfde jaar werd een agent veroordeeld voor het breken van de arm van een verdachte. Hij schreef in het proces-verbaal dat de verdachte in een hoekje zat en zijn armen niet wilde tonen. Uit beelden van een buurtbewoner bleek echter dat de man keurig zijn beide armen omhoog deed toen de agent hem verzocht zijn handen te laten zien. Daarna gaf hij hem tot drie keer toe een klap met zijn wapenstok, waardoor de man zijn arm brak.
Binnen de rechtspraak gaat men er vanuit dat agenten een goede opleiding hebben gehad en goed kunnen observeren. Bovendien is de veronderstelling dat agenten niet liegen omdat de ambtseed heilig is en in strijd handelen met die eed grote gevolgen kan hebben.  De vraag is of dat vertrouwen wel altijd terecht is.

Iedereen valt over incidenten die naar buiten komen, maar is het probleem niet veel groter? Het lastige hierbij is dat we er geen goed zicht op hebben. Juist omdat dergelijke vervalsingen in een proces-verbaal zelden worden ontdekt, omdat diezelfde rechtspraak de verklaringen voor waar aanneemt en er doorgaans geen camera- of geluidsbeelden zijn.

Wie geen vraagtekens plaatst, zal het antwoord ook nooit horen.

Afstraffing

Wat ook meespeelt is dat fouten zelden worden afgestraft. De agent in de zaak van de kopstoot werd ondanks de harde woorden van de rechtbank door de korpsleiding meteen de hand boven het hoofd gehouden. Sterker nog: hij werd zelfs door de strafrechter veroordeeld voor de kopstoot (een boete van 250 euro), maar ook die veroordeling had geen invloed op zijn aanstelling.

In een reactie bij RTV Rijnmond stelt de politie:

‘De collega heeft in alle gesprekken aangegeven dat hij naar eer en geweten het PV (proces-verbaal, red) van bevindingen heeft opgetekend. Hij erkent bij het terugkijken van de beelden dat er een verschil zit tussen wat hij heeft opgeschreven en wat er is te zien. Dat maakt zijn beleving van het incident en zijn beslissing dat een kopstoot op dat moment het juiste was, niet anders’.

Voor de Rotterdamse politiechef was daarmee de kous af. Er is wat de organisatie betreft geen sprake van kwade opzet. Je zou het echter ook anders kunnen zien: hoe kan het dat de bevindingen van de agent zo anders is dan de realiteit?

Inmiddels is er onder druk van de ophef wel een onderzoek gestart door de Rijksrecherche naar het vervalste proces-verbaal.

Incidenten?

De vraag is dus of het hier gaat om incidenten. Strafrechtadvocaten waarschuwen al jaren voor ambtsedige verklaringen die soms bol staan van de fouten en agenten die zich niet houden aan voorschriften en waarborgen. Ze stellen ook dat er heel vaak geen consequenties aan worden verbonden. Er moet heel wat gebeuren voor rechters een vormverzuim constateren en vervolgens bewijs uitsluiten of het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaren. Mede te danken aan een Hoge Raad die de lat voor sancties na vormfouten wel erg hoog legt. En zo ontstaat er een systeem waarbij rechten van burgers onder druk kunnen komen te staan.

Als je dit soort gedrag onbestraft laat, dan hou je simpelweg een systeem in stand waarbij het voor agenten bijna aantrekkelijk is om een proces-verbaal naar eigen goeddunken en in hun eigen voordeel op te kunnen stellen. Rechters vertrouwen op dergelijke verklaringen en veroordelen verdachten er ook op.

Kritisch

Een kant-en-klare oplossing is er niet. Als je de bindende waarde van de ambtsedige verklaring uit de wet schrapt, dan zal het lastig worden om zaken rond te krijgen. Maar het zou al helpen als de rechtspraak kritischer kijkt naar een ambtsedig opgemaakt proces-verbaal en niet zomaar alle verklaringen van de politie voor zoete koek slikt. Desnoods door agenten op zitting te horen. Het zou ook helpen als de politie zelf niet meteen in een kramp schiet en agenten onverwijld de hand boven het hoofd houdt en de rijen sluiten.

Je hoeft geen strafrechtgeleerde te zijn om in te zien dat de rechtsstaat een wassen neus is als agenten hun werk niet naar eer en geweten doen. Dat dringt namelijk direct via de  strafdossiers door in de rechtszaal, waar verdachten hun grootste goed kunnen verliezen: hun vrijheid.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen