Terechte vergoeding voor moslimkinderen na missen klassenfoto

Ik weet eigenlijk nauwelijks waar ik moet beginnen om alle onzin rond dit vonnis te weerleggen. De afgelopen week stond immers bol van schuimbekkende onwaarheden. Van columnisten tot lezers, van politici tot journalisten. Iedereen wist ineens exact hoe civiel recht in elkaar steekt. Heel bijzonder. Maar laat ik een poging wagen eens nuchter naar de feiten te kijken. Om te beginnen met het ontkrachten van de gekste verhalen.

Ten eerste: er is geen sprake van een boete. Er is immers ook geen sprake van een straf. We spreken over een schadevergoeding. Het door de SGP in het Algemeen Dagblad voorgestelde sepot kan al helemaal niet. Een sepot is in handen van het Openbaar Ministerie en gaat over de beslissing om een vermeend strafbaar feit niet te vervolgen. Er is hier geen sprake van een strafbaar feit, het Openbaar Ministerie heeft zelfs geen enkele rol in deze procedure. Het gaat louter tussen een school en de moeder.

U kunt dat zelf ook doen als u meent dat een organisatie u wenst te benadelen. Daar komt geen officier van justitie aan te pas.

Veel boze mensen waren ook van mening dat de moeder van de kinderen gestraft zou moeten worden. Omdat kinderen gewoon op school horen te zitten en niet dienen te spijbelen. Flagrante onzin, de moeder had keurig volgens de regels aan de school gevraagd of haar kinderen vrij mochten hebben. En dat mocht. Zoals overigens een ieder verlof kan vragen voor schoolgaande kinderen. Bijvoorbeeld om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan.

Islam?

Dan de rol van de islam. Uiteraard was de PVV er als de kippen bij om te wijzen op de ‘islamisering’ van Nederland. Natuurlijk waren we weer massaal aan het buigen voor die vermaledijde islam. Een doorgaans goed gelezen columnist zette vraagtekens bij de uitzonderlijke positie die gelovige leerlingen soms in het schoolsysteem hebben.

Ik vind dat ietwat raar, want deze specifieke kwestie draait er in de kern juist om dat er wettelijk gewoon geen onderscheid mag worden gemaakt tussen leerlingen. Punt. Niet op basis van geloof, maar ook niet op basis van bijvoorbeeld ras, politieke gezindheid, nationaliteit, levensovertuiging, seksuele voorkeur of geslacht. Het gaat hier dus ook helemaal niet om het vrij krijgen op basis van de islam, het gaat om gelijke toegang tot door de school aangeboden diensten. Oftewel: de Algemene Wet Gelijke Behandeling.

Als een christelijk kind voor een religieus uitje vrij had gevraagd op die bewuste dag en daarom de klassenfoto zou hebben gemist, dan zou de rechter exact tot dezelfde conclusie zijn gekomen. Alleen was de ophef er dan niet geweest omdat onze collectieve open zenuw met betrekking tot de islam niet was geraakt.

Feitelijk gaat het in deze zaak om een buitengewoon rechtvaardig oordeel. Als kinderen met toestemming niet op school zijn, dan moet de school oppassen dat die kinderen niet achtergesteld worden. Dan moet de school proberen om diensten waar kinderen niet aan deel kunnen nemen te verplaatsen.

Onvoldoende

Dat is waar deze rechtszaak in de kern dus om gaat: volgens de rechter heeft de school zich niet voldoende ingespannen om alle leerlingen deel te laten nemen aan het gebeuren met de klassenfoto. Er is volgens het dossier niet eens een poging gedaan de afspraak met de schoolfotograaf te verplaatsen. Dat de school achteraf de mogelijkheid bood om een foto van de kinderen te maken die er op die dag niet waren, is volgens de rechter geen vervanging. Een klassenfoto is nou juist een klassenfoto omdat iedereen er op staat.

Ook het verweer dat de school later een amateurfotograaf foto’s heeft laten maken die zijn gebruikt om de incomplete klassenfoto’s te vervangen, heeft de school tijdens de rechtszaak niet overtuigend kunnen bewijzen.

De school heeft dus indirect onderscheid gemaakt. En dat mag niet. En ik kan mij best voorstellen dat kinderen het vervelend vinden als ze niet samen met hun vriendjes en vriendinnetjes op die foto staan.

Kwalijk

Wat mij betreft spelen er op de achtergrond twee kwalijke zaken in deze procedure. De wil van een deel van Nederland om de islam hoe dan ook in een kwaad daglicht te stellen. En het genoegen waarmee sommige mensen een afgewogen oordeel van een rechter willen zien als ‘een mening’.

Deze zaak heeft juridisch in de kern niets te maken met de islam zelf. Dus daar zijn we snel klaar mee. Het tweede deel vind ik minstens zo zorgwekkend. Een rechter toetst aan de wet. Punt. Die is niet bezig met wat bepaalde roeptoeters in de maatschappij wenselijk achten of niet. Die volgt gewoon de wet. En die wet stelt dat je bij het aantoonbaar niet gelijk behandelen van leerlingen een schadevergoeding op kan leggen. Omdat onjuist handelen van een school kinderen een vervelend gevoel kan geven.

Als politici menen dat die wet niet deugt, dan moeten ze die wet veranderen. Dat is namelijk hun werk. En dan komen we meteen bij een boeiend punt. Want wat gaan politici dan veranderen aan een wet die stelt dat kinderen gelijk moeten worden behandeld op school? De wet veranderen zodat kinderen niet meer gelijk worden behandeld op school? Stellen dat kinderen best verschillend mogen worden behandeld als het gaat om door de school aangeboden diensten? Op basis van ras, geloof of levensovertuiging kinderen uitsluiten?

Ik ben benieuwd hoe de SGP (seponeren deze zaak!) daar over denkt.

Natuurlijk. Over de vraag of de moeder van de kinderen nou zo nodig via de rechter haar gelijk moest halen kun je eeuwig twisten. Maar het is niet aan ons en zeker niet aan de politiek om te bepalen wanneer iemand gebruik wenst te maken van het recht om een dispuut voor de rechter te brengen. Dat is nou net de kern van de rechtspraak: dat je een onafhankelijke derde een afgewogen oordeel laat geven. Op basis van de wet.

Zonder de hinderlijke en onterechte ballast van emotie, vooroordelen en kwaadaardige framing.

Delen