One of us

Hoe objectief is het Openbaar Ministerie als het gaat om ‘eigen’ personeel? Als het rauwe leed van een ernstig misdrijf ineens heel erg dichtbij komt?

Woensdagavond 13 april was een zwarte dag voor het politiekorps in Groningen. Op die dag kwam motoragent Dick Haveman om het leven. Doodgeschoten met zijn eigen dienstwapen. Kort voor de dood van de agent liet Renske Hekman het leven. Beide slachtoffer van Alasam S.

Het Openbaar Ministerie in Groningen heeft na de dood van Haveman vrij actief de pers gezocht. Met persconferenties bijvoorbeeld. En persberichten.

Het monopolie van Baflo ging al vrij snel naar de dode agent. Renske Hekman verdween naar de achtergrond. Niet zo gek ook. Het Openbaar Ministerie en de politie. Meer dan naaste familie.

Ook de politie zag het gebeuren. Intern werd het besluit genomen om de troepen nadrukkelijk in te lichten.

‘Denk erom dat we naar buiten toe niet alleen maar over Haveman praten. Er is nog een slachtoffer’

Na enkele maanden kwam het OM op het kantoor in Groningen met een persconferentie. Waar wij van de pers het hele verhaal hoorden over Baflo. Althans: voor zover het om Dick Haveman ging. Hoe hij aan zijn einde was gekomen. Wat hij nog had kunnen doen. Hoe agenten Alasam uiteindelijk wisten te overmeesteren. Hij werd vijf keer geraakt door politiekogels. In benen en bovenlijf.

Op 14 juli kwam het OM naar buiten met een persbericht. In het korte artikel werd wereldkundig gemaakt hoe de overheid denkt over het schieten van de agenten.

‘Naar de overtuiging van het OM hebben zij volkomen terecht en geheel overeenkomstig de geldende Ambtsinstructie hun vuurwapen gebruikt’

‘Het OM heeft daarop het onderzoek definitief beoordeeld en daarmee is het een feit dat de betreffende politiemensen niet vervolgd worden’

Misschien komt het omdat ik rechtbankverslaggever ben en wekelijks zie hoe de politie dossiers in elkaar zet. En hoe het OM soms halve waarheden handig tot hele promoveert.

En misschien ook wel omdat ik vind dat wij van de pers onze kritische bril met liefde afzetten als het om het werk van de politie gaat.

Maar ik kon enige ergernis niet onderdrukken toen het ik het korte epistel las.

Volkomen terecht en geheel overeenkomstig. ‘Daarmee is het een feit’

Er springt iets van triomf uit het persbericht. De toon is net iets te blij. Het was allemaal niet zomaar terecht wat de agenten daar deden. Nee, het was volkomen terecht. Niet zomaar overeenkomstig. Nee, geheel overeenkomstig.

En hoezo is het een feit dat de agenten niet vervolgd worden? Dat is feitelijk onjuist. De wegen naar een vervolging zijn zeker niet afgesloten. Een art. 12 procedure kan alles weer open gooien.

Ach, zult u zeggen. Waar gaat het over? Het zal allemaal wel kloppen. Het is slechts taal. Hebben ze vast niet als zodanig over nagedacht.

Ik denk daar anders over. De taal is het voertuig van de geest. Het gebruik van woorden zegt iets over hoe iemand denkt. Waar iemands voorkeur ligt.

En vooral dat laatste zit me dwars.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *