De emotie is al voelbaar nog voor de rechtszaak goed en wel is begonnen. Vanaf de publieke tribune straalt haat, verontwaardiging en verdriet de zaal in. Mannen kijken donker. Vrouwen huilen.
In de beklaagdenbank zit Edwin. Hij begint zijn rechtszaak als slachtoffer.
Op 1 april 2011 slaat hij 22 pillen Temazepam achterover in een poging zijn leven vroegtijdig te beƫindigen. Opname in een ziekenhuis is nodig.
Edwin heeft er geen zin meer in.
Drie dagen later vertrekt hij naar de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Weg van zijn gezin. De opname duurt niet lang. In de avond moet hij gedwongen vertrekken. De huisregels laten vernieling van een brandmelder niet toe.
De volgende dag gaat het gruwelijk mis.
Edwin krijgt ruzie met zijn vriendin Anouk. Gaat haar te lijf. Gooit haar van de trap en steekt haar een mes in de onderrug. Het 11-jarige zoontje van de vrouw kruipt naast zijn gewonde moeder in een poging haar te beschermen.
Helaas.
Edwin is niet van zijn overtuiging af te brengen. Hij stuurt de jongen naar de bank. Waar het jochie ziet hoe zijn moeder het mes opnieuw in haar lichaam krijgt. Ditmaal in de onderbuik.
Het jochie is er kapot van.
Ik moest huilen toen ik mijn moeder zag liggen. Toen hij stak moest ik nog harder huilen.
Dan gaat de bel. Edwin doet open. Met het mes nog in de hand begroet hij de politie. Kom maar binnen. Ik heb haar gestoken.
Het 11-jarige jochie is de held van het verhaal. Zijn telefoontje naar de politie heeft het leven van zijn moeder gered. Leven met een kapotte slagader is niet lang vol te houden.
Een echte held. Alleen gaat dit verhaal niet over helden.
Maar over Edwin.
Edwin zit als dader voor de rechtbank en hij krijgt het hard voor de kiezen. Ze geloven zijn harde woorden niet. Ze vinden zijn vergeetachtigheid te makkelijk. Ze ergeren zich aan zijn opstelling.
‘Dus u zegt dat het haar schuld is? Dat zij u het bloed onder de nagels vandaan heeft gehaald?‘
Zelden zoveel ingehouden afkeuring gezien.
Dan neemt zijn advocaat het woord.
Zij citeert uitvoerig uit een brief van de ex van Anouk. Die zegt te weten wat Edwin heeft moeten doorstaan. Hoe ook hij ooit door haar kapot is gemaakt. Een lastige dame die van geen ophouden weet.
En de raadsvrouw gaat door. Over Anouk. Drankprobleem. Lekgestoken banden. Agressie. Onvoorspelbaar. Bloed onder de nagels. Medicijnverslaving. Temazepam. Vernedering. Kleinering.
Voor Edwin is het allemaal niet nieuw. Hij voelt zich slachtoffer. Van haar.’Zij heeft mij gemaakt tot wie ik nu ben’
En dat valt niet mee. Deskundigen komen met weinig vleiende woorden. Zelfingenomen, narcistisch, rigide, dominant.
En met een zwakke innerlijke structuur.
Volgens de advocaat kwam Edwin als een gebroken man uit de kliniek. Bijna dood en nergens hulp in zicht. Thuis dacht hij begrip te krijgen. Hij kreeg de vernedering. Uur na uur. Dan wil er nog wel eens iets knappen.
Tsja.
Je hoort wel eens verhalen over vrouwen die moegestreden het recht in eigen hand nemen. Geestelijk tot de draad gesloopt. Eindelijk gerechtigheid.
Anouk is ook in de rechtszaal. Met een advocaat. De tengere vrouw trilt en huilt. Ze eist 8000 euro van Edwin. Schadevergoeding. Voor wat haar en haar zoontje is aangedaan.
Ik ben de draad op het einde van de rechtszaak bijna kwijt. Dader, slachtoffer, dader, slachtoffer. Hoe zit het nou? Edwin kan het toch niet allebei zijn?
Toch?