Proceshouding: horken in de rechtszaal

Onderuitgezakt, ongeïnteresseerd, geen spijt en een aanvallende houding. Rechters zijn er niet dol op. Het is lastig inschatten hoeveel invloed het precies heeft, maar met een verkeerde proceshouding kun je het jezelf als verdachte nodeloos moeilijk maken. Maar hoe moet het dan wel?

Soms tref je zaken waarbij de verdachte best wel eens onschuldig zou kunnen zijn. In dat geval is het logisch dat een verdachte zich fel verdedigt en vraagtekens zet bij de aangifte en het verhaal van het Openbaar Ministerie.

In verreweg de meeste gevallen volgt uit het strafdossier echter dat de verdachte in ieder geval iets verkeerd heeft gedaan. Op dat moment gaat de proceshouding een rol spelen en dan kom je echt de raarste dingen tegen. Jonge mannen die met een petje op en in trainingspak de rechtszaal binnen sloffen, onderuitgezakt gaan zitten en tegen heug en meug blijven ontkennen. Mannen van middelbare leeftijd die in de zomer op slippers de zaal in flappen. Of een YouTube-vlogger die de rechter op agressieve wijze een clown noemt.

Niet zelden wordt de aangever door de verdachte in een kwaad daglicht gezet en de eigen rol bij voortduring kleiner gemaakt. Hoewel het misschien menselijk is om als verdachte de verantwoordelijkheid bij jezelf weg te schuiven, is het niet handig als alle bewijzen tegen je zijn. Rechters zijn professioneel genoeg om enigszins door misplaatste stoerheid heen te prikken, maar je doet jezelf er geen plezier mee.

De duw

Nog niet zo lang geleden stond een jonge man terecht voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Hij had een eigenaar van een horecatent die hem aansprak op wangedrag met twee handen een krachtige duw gegeven, waardoor deze hard op de grond viel en zowel zijn heup als zijn pols brak. De ondernemer zat samen met zijn vrouw verslagen in de rechtszaal. Hij moest geopereerd worden, lang revalideren en zijn horecatent was sinds het incident dicht. Hij was ineens voor veel afhankelijk van zijn vrouw, waardoor ook zij de tent niet draaiende kon houden. Het stel zat in zak en as.

Zoals de slachtofferadvocaat het treffend omschreef: ‘Mijn client zit iedere ochtend aan de ontbijttafel met zijn handen in het haar. Ze weten niet hoe ze het op moeten lossen’

Getuigen hadden de krachtige duw gezien en de verdachte zelf erkende ook geduwd te hebben. Enige spijt was gezien de hele setting op zijn plek, maar daar was geen sprake van. Volgens de verdachte was juist de horecaman agressief en moest hij zichzelf wel verdedigen door een ‘klein duwtje’ te geven. Het slachtoffer moest zijn voet verkeerd hebben staan, een andere verklaring voor het letsel was er volgens hem niet.

De houding van de verdachte was de officier ook opgevallen. Geen interesse in het leed van het slachtoffer, geen zelfinzicht, geen spijt. Voor haar mede een reden om een onvoorwaardelijke celstraf van elf weken te eisen.

Voorwaardelijk

Een paar maanden geleden stond een jonge man terecht die weliswaar heel eerlijk was, maar het zichzelf alsnog moeilijk maakte. De officier van justitie probeerde hem te overtuigen van het nut van begeleiding en voorwaarden bij een voorwaardelijke celstraf, maar de verdachte wilde er niets van weten.

‘Controle op middelengebruik? Ik ben nog jong, dat zou betekenen dat ik een hele tijd niet naar een feestje kan. Allemaal leuk, een voorwaardelijke celstraf, maar aan die voorwaarden kan ik mij toch niet houden’.

Een buitengewoon eerlijk antwoord natuurlijk, maar als rechters zien dat een verdachte op geen enkele manier enige motivatie heeft om zich aan voorwaarden te houden, zit er weinig anders op: dan maar een onvoorwaardelijke celstraf. En die straf werd ook opgelegd.

Veerboot

Niet iedereen gooit de kont tegen de krib. Een man van middelbare leeftijd stond onlangs terecht omdat hij op een veerboot een joch van 13 bij de keel had gepakt. Uit het dossier bleek dat de jongen onderdeel was van een buitengewoon vervelend groep scholieren, die vernielingen aanrichtte op de boot, met afval gooide en zeer luidruchtig was.

De verdachte deed rustig zijn verhaal, gaf zonder opsmuk aan wat er ‘in mijn beleving’ voorgevallen was en vertelde dat het nooit zijn bedoeling was geweest om de jongen pijn te doen. Het speet hem als dat het geval was en hij draaide zich in de rechtszaal zelfs netjes om, om de aangever in de ogen te kijken en de hand te schudden. Hoewel hij ontkende de jongen bij de nek te hebben gepakt, had hij naar eigen zeggen geen enkele moeite met het betalen van een eventuele schadevergoeding.

In zijn laatste woord richtte hij zich specifiek tegen de aangever. ‘Ik wil oprecht mijn excuses aanbieden aan de jongeman. Het was zeker niet mijn bedoeling hem pijn te doen, als hij dat zo heeft ervaren. Het escaleerde. Meer kan ik er niet van maken. Sorry’

De man werd vrijgesproken.

Ik ga hier niet beweren dat hij de vrijspraak geheel en al te danken had aan zijn keurige optreden, maar ik vermoed dat het hem wel behoorlijk geholpen heeft. In het dossier zaten conflicterende getuigen en het kwartje kan dan maar zo de goede kant op rollen als een rechter het idee heeft dat een verdachte meeleeft met een aangever, inzicht toont in zijn gedrag en enige verantwoordelijkheid neemt.

Dodelijk

Het is natuurlijk een exces, maar proceshouding kan zelfs dodelijk uitpakken. Ik weet nog goed hoe een man, die de zoon van iemand met een mes in zijn hartzakje had gestoken (de zoon overleefde), zichzelf onmogelijk maakte door grijnzend de rechtszaal in te stappen en de ouders van het slachtoffer in woord en gebaar het bloed onder de nagels vandaan haalde.

Na zijn celstraf werd hij in een kroeg door onder meer de vader van het slachtoffer doodgestoken. Uiteraard waren er meer redenen voor deze wraakactie, maar de tergende houding van deze dader had de vader zeker niet milder gemaakt.

Strafmaat

De proceshouding van verdachten heeft in de regel natuurlijk vooral invloed op de strafmaat. Rechters hebben een duidelijke voorkeur voor mensen die het boetekleed aantrekken, verantwoordelijkheid nemen, begaan zijn met de aangever of aangevers en hebben laten zien het beter te willen doen, door bijvoorbeeld op eigen initiatief een behandeling te beginnen. Ook constructief, gepast en ruim voor de strafzaak contact opnemen met slachtoffers helpt enorm.

Je zou zuiver theoretisch kunnen betogen dat proceshouding geen rol zou moeten spelen. Het gaat immers in eerste instantie om bewijs en een passende straf. Toch blijkt telkens maar weer dat rechters gevoelig zijn voor de opstelling van een verdachte.

En dat is helemaal niet gek, want officieren van justitie en rechters kijken ook nadrukkelijk naar de toekomst. Wat heeft de verdachte geleerd van zijn fouten en is hij of zij wel doordrongen van die fouten? Is er sprake van oprechte spijt of is er vooral spijt omdat de verdachte nu in het beklaagdenbankje zit? Dat zijn factoren die onder meer van invloed zijn op de recidive en daar zijn rechters gevoelig voor.

Tatoeages

Een slimme advocaat is in het strafrecht niet alleen bezig met bewijsvoering, maar ook met de manier waarop een verdachte overkomt. Ik heb wel eens een advocaat meegemaakt die altijd nadrukkelijk cliënten wijst op wat voor kleding ze dragen. Een T-shirt met korte mouwen is niet handig als op de onderarm een tatoeage prijkt met de letters ACAB. De advocate had zelfs naar eigen zeggen wat coltruien in de kast hangen voor het geval een verdachte tot aan zijn oren onder de tatoeages zit.

Soms zijn details van belang.

In de rechtspraak is het doodgewoon om aan de hand van gedrag tijdens de zitting een beeld te vormen van een verdachte. Dat beeld kan zelfs tijdens een zaak kantelen en voor de verdachte zowel positief als negatief uitpakken.

Het is maar dat u het weet als u onverhoopt zelf een gang naar de rechter moet maken.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

 

Delen