Rechter tegen samenleving

 

Rechters zijn soms net opvoeders. Ze vertellen ons vanuit de rechtszalen in Nederland dagelijks hoe we ons moeten gedragen. Maar wat als hun norm niet langer de onze is?

Dit verhaal gaat over de ideale werkelijkheid van rechters tegenover de banale werkelijkheid van alledag.

Wie nog denkt dat rechters in Nederland strikt theoretisch en afstandelijk oordelen over schuld en strafmaat, vergist zich. Rechters zijn soms net boze vaders en moeders. Zij spreken in geïmproviseerde mondelinge vonnissen letterlijk en normerend over ons gedrag. Iedere dag weer.

Zo zijn er die ons vertellen dat we eens een bloemetje mee moeten nemen voor onze moeders. Dat we onze vriendinnetjes beter moeten behandelen. Dat tien biertjes op een avond veel te veel van het goede is. Schelden nooit een oplossing. Drugsgebruik schadelijk voor jezelf en anderen. Een bedreiging heftig is voor het slachtoffer. En dat het niet netjes is om op een website kwaad te spreken van een ander.

De moderne samenleving zal het niet op alle punten eens zijn.

Er zijn rechters die streng zeggen dat we wijzer moeten zijn als de ander een fout maakt. Benadrukken dat we eens een keer iets moeten maken van ons leven. Dat we onze dagen moeten vullen met structuur. Van negen tot vijf aan het werk moeten. Of een opleiding volgen. Rechters vinden de teelt van hennep een kwalijke zaak. En menen dat je in een emotionele bui niet in een auto moet stappen. Dat te hard rijden op een lege weg gevaarlijk is. Dat samen genieten van twee uitkeringen in één woning niet kan. En dat je weg moet lopen als iemand ruzie zoekt. 

De praktijk is anders.

Rechters vinden ook dat je niet mag schelden tegen agenten. Dat je altijd moet luisteren. Ook als de politie iets doet wat niet goed is. De politie moet ongehinderd aan de slag. Klagen doe je achteraf. Een agent beledigen is erger dan je gal spuwen tegen een burger. Voor de politie toon je respect.

De werkelijkheid is anders.

Rechters vinden meestal ook dat verkeersongelukken niet bestaan. Dat ze worden veroorzaakt. Dat een ongeluk niet in een klein hoekje zit, maar in het hoofd van de automobilist. Omdat hij of zij een auto die er eerst niet was, wel had moeten zien. Ook al was die niet te zien. Rechters zien autorijden als topsport. Iets waar je helemaal niets anders bij kan doen. Zelfs niet als het gaat om het verwisselen van een cd’tje.

Ik zie wel eens complete huiskamers op de weg.

Wat rechters vinden, is niet altijd hetzelfde als wat wij vinden. De vraag is:

Is de burger te ver doorgeslagen in het opeisen van vrijheden en recht?

Of blijft de rechter hangen in hoe het wellicht ooit eens was of in ieder geval eventueel zou moeten zijn?

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *