Jon heeft een grote broek aan, maar zelfs die is hem te klein. Alles aan hem is groot. Hij heeft wel iets van John Coffey, de grote donkere neger uit The Green Mile.
Maar dan in het wit.
De maatschappij moet heel erg bang zijn voor Jon. Zegt Jon.
,,Rechter. Sluit mij alsjeblieft op in een tbs-kliniek. Ik ben een gevaar voor de samenleving.”
Er is het een en ander aan de hand met Jon. Zo heeft hij bijvoorbeeld een X-chromosoom teveel. Hij kampt met het syndroom van Klinefelter. Het syndroom heeft zijn lijf groot gemaakt en zijn verbale ontwikkeling klein.
Deskundigen hebben hem eens goed bekeken en de uitkomst was niet meteen om heel vrolijk van te worden. Borderline. Gedragsproblemen. Agressie. Moeite met praten en schrijven. Concentreren.
Jon weet heus wel wat hij denkt. Maar hij heeft moeite om het uit zijn mond te krijgen. Lotgenoten met hetzelfde syndroom zien juist dat als een enorme frustratie.
Maar de deskundigen hebben nog iets ontdekt. Parafilie. Gestoorde seksuele fantasieën. Extreem sadistische gedachten. Met kleine meisjes.
Ik zie hoe Jon met zijn grote, lompe lijf over een meisje gebogen staat. Ergens op straat. Of in een park. Terwijl even niemand kijkt. Ze lijkt me volstrekt kansloos. Jon schept er zelf moeiteloos wat angst bij.
,,Ik haat kinderen.”
Big Jon staat voor de rechter omdat hij een aantal agenten met de dood heeft bedreigd. Op een klein treinstation. Met een bijl.
Niet meteen iets om een tbs met dwangverpleging voor op te leggen. Maar toch gaat de officier van justitie daar wel voor. Omdat Jon een gevaar is. En in een gewone kliniek niet te handhaven.
Jon is een ongeleid projectiel. Hij kan niet tegen het lawaai van anderen. Het gefluit en het geschreeuw. Dan gaan de deuren er uit. Op een goede dag.
,,Ik schop mezelf zo een weg naar buiten.”
Op een slechte dag gaat het anders. Dan is het personeel aan de beurt. Natuurlijk weet Jon wel dat zijn gedrag niet goed is. Zijn uitleg geeft echter pijnlijk weer waar het in zijn gedachten fout gaat.
,,Ik moet het personeel niet aanvallen. Dat weet ik best. Dat is namelijk tegen de regels.”
Justitie wil een tbs. Maar dan wel met een duidelijke einddatum. Jon is gevaarlijk. Maar volgens de officier van justitie nu ook niet meteen kandidaat voor de longstay.
De kans is groot dat een tbs-kliniek op korte termijn aan de slag kan met de psyche van Jon. Om hem jaren later weer los te kunnen laten op de maatschappij.
Een kliniek heeft regels. Duidelijke regels. Ze hangen soms aan de muur. Of staan in een handig boekwerkje. Jon weet dat iets niet kan omdat hij de regels kent.
Die regels hangen niet op straat. Of in een park.
Als heel even niemand kijkt.