Als Michael zittingszaal 11 van de rechtbank in Groningen binnensloft, ziet hij er niet meteen heel erg sterk uit.
Hij is lang, je zou hem zelfs slungelig kunnen noemen.
Michael is negentien, maar leeft niet het leven van een 19-jarige. Al sinds zijn dertiende ‘woont’ hij in een internaat in Rekken.
In het internaat kom je als jongere niet zomaar. Je moet op zijn minst ernstige gedragsproblemen hebben en met justitie te maken hebben gehad. Wie er al zes jaar zit, heeft een groot probleem.
Doel van het internaat is om jongeren op te voeden. Of zoals ze het zelf treffend verwoorden: zo op te voeden dat ze een maatschappelijk aanvaardbare leefstijl ontwikkelen.
Michael lijkt me niet zo van het maatschappelijk aanvaardbare.
Als hij van het internaat op proefverlof mag naar zijn zwangere verloofde in Delfzijl, besluit hij zijn moment van vrijheid zelfstandig wat op te rekken.
Hij blijft langer in Delfzijl dan zijn proefverlof reikt. Maar is eenvoudig door de politie te traceren.
De agenten die hem op komen halen, brengen hem naar de Hooghoudtstraat in Groningen. Daar staat, aan de rand van een winderig industrieterrein, een hagelnieuw cellencomplex.
Tien miljoen euro voor vijftig cellen, bedoeld voor mensen die net door de politie zijn opgepakt. De zogenaamde arrestanten.
De aannemer heeft bij de bouw plechtig gezworen de cellen vandalisme-proof op te leveren. Wel zo handig met al die opgesloten criminelen.
Ik kan op deze plek niet beoordelen of de aannemer een beetje kan bouwen. Wel dat het bedrijf al twee keer eerder een cellencomplex in elkaar heeft gezet. In Zeist en Gouda.
Wat ik ook weet is dat hij geen rekening heeft gehouden met de woede van Michael.
Die krijgt in het cellencomplex slecht nieuws te horen. Wist men hem eerst te vertellen dat het internaat hem snel op zou komen halen, nu blijkt dat ze hem nog lekker even laten zitten.
Een emotioneel telefoongesprek met zijn zwangere verloofde doet de rest.
Michael gaat op zijn bed zitten, plant zijn voeten tegen de muur en gaat woedend aan de slag.
Zachte kleuren of niet, niet veel later is zijn cel een puinhoop. Delen van de muur liggen op de grond, glazen bouwblokken er naast. Zelfs stukken betonijzer hebben de toorn van een 19-jarige niet doorstaan.
Als Michael wat tot bedaren is gekomen, schakelt hij zelf de intercom maar in om te zeggen dat zijn cel er niet al te best bij staat. Blijkbaar kunnen arrestanten in alle rust een cel opnieuw naar eigen goeddunken inrichten zonder de aandacht van de bewaarders te trekken.
Als de bewaarders eindelijk doorhebben dat er iets niet helemaal meer is zoals het voorheen was, moet Michael verhuizen. Voor zijn eigen veiligheid gaat hij naar een cel waar de muren nog wel van overeind staan.
Dan begint het enigszins amusant te worden.
De volledig gesloopte cel levert een rekening op van tienduizend euro.
Maar het is niet de belastingbetaler die de rekening volledig op het bordje krijgt. De bouwer neemt zijn verantwoordelijkheid en tikt de helft af. Hij beloofde immers een vandalisme-bestendige gevangenis en die heeft hij niet kunnen leveren. Michael is het levende bewijs.
Ik haal het ronkende verhaal op de website van de bouwer er eens bij:
Een bijzonder project was het cellencomplex van de regiopolitie Groningen dat eind 2007 is opgeleverd. Ophuis: ‘Over elk detail is nagedacht. We hebben het gebouw binnen het budget en tijdsbestek kunnen realiseren.’ Het complex telt vijftig cellen en voldoet aan de modernste veiligheidseisen….Voor het gevoel van welzijn zijn rustgevende kleuren gebruikt en de meeste cellen voorzien van televisie en regelbaar licht. Ondanks dat ligt het niet voor de hand dat de bewoners tevreden zullen zijn. Joustra, lachend: ‘Ook Plegt-Vos heeft ontevreden klanten.
Een bouwer met visie.