De dorps-swaffelaar

 

Ik kan het nu wel toegeven.

Ik heb laatst een artikel geschreven waarin ik de waarheid misschien wel een heel klein beetje geweld heb aangedaan.

Liegen kun je het niet noemen. Noem het creatief met dorpjes.

Wat wil het geval.

Ergens in september tref ik in zittingszaal 11 een 21-jarige verdachte die zich de ogen uit zijn kop schaamt. Achter mij zit zijn moeder.

De 21-jarige Jan woont nog thuis en is daar, voor het raam van zijn eigen kamertje, stout geweest. Hij bood voorbijfietsende vrouwen een blik op zijn geslachtsdeel.

‘Voor de kick’, zo zou hij later aan de politie verklaren. ‘Ik deed gewoon mijn ding’, vertelt hij de rechter.

Het is ook bepaald niet de eerste keer dat Jan zijn geslachtsdeel in het rond liet gaan. Toen het  woord swaffelen nog niet was uitgevonden, was hij al van de partij. 

Nu moet hij opnieuw zijn verhaal doen, ditmaal aan een rechter. En met zijn moeder in zijn rug.

Ik weet niet waarom, maar ik heb ergens medelijden met Jan.

Hij woont in een dorp met een paar honderd zielen. En hoewel ik niet uit kan sluiten dat ze allemaal tot in detail weten hoe Jan hem heeft hangen, weet ik ook dat ze het helemaal zeker zullen weten als een journalist het verhaal van Jan wereldkundig maakt.

In dat kleine gehucht van hem.

En dus heb ik een klein probleem. Ik ben geen journalist geworden om een verhaal niet te vertellen, dus zwijgen is geen optie.

Maar ik weet ook dat mijn redactie altijd een plaatsnaam wil hebben.

Ik besluit een truc toe te passen en schrijf op dat de man uit Winsum komt.

Winsum is niet het dorp waar Jan zijn piemel liet zien. 

Maar het is wel de plek waar zijn wieg heeft gestaan.

Feitelijk klopt mijn bewering.

Jan komt uit Winsum.

De truc met de naam levert voor de gemiddelde lezer geen schade op. Het verhaal staat of valt niet met de locatie.

Maar voor Jan zou het wel eens een heel groot verschil uit kunnen maken.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *