Kapjesdealer Sywert strafbaar?

Mondkapjesdealer Sywert van Lienden en zijn twee compagnons zijn gisteren opgepakt en worden aan een verhoor onderworpen. Het Openbaar Ministerie is een strafrechtelijk onderzoek gestart naar de miljoenenhandel met mondkapjes tijdens een pandemie. Maar waar zouden de drie zich eigenlijk precies schuldig aan hebben gemaakt?

Het onderzoek richt zich op de Stichting Hulptroepen Alliantie van boegbeeld Van Lienden en zijn twee medebestuursleden Camille van Gestel en Bernd Damme. Kern van de zaak is dat Van Lienden altijd heeft gezegd ‘om niet’ te hebben gehandeld, er zou geen winstoogmerk zijn. Dat was dan ook de reden dat meerdere organisaties belangeloos mee hebben gewerkt.

De stichting sloot een lucratieve mondkapjesdeal met het ministerie van Volksgezondheid, pas later bleek dat Van Lienden er zelf negen miljoen euro aan over had gehouden. In totaal zou er maar liefst 20 miljoen euro aan de strijkstok zijn blijven hangen. Een en ander kon worden gerealiseerd omdat er naast de stichting ook een besloten vennootschap was opgericht, die werd gebruikt bij de inkoop en verkoop van mondkapjes.

Aangifte

Door een aangifte van uitzendbureau Randstad besloot het Openbaar Ministerie om in actie te komen. Het uitzendbureau stelde personeel beschikbaar, zonder daar een vergoeding voor te vragen. De FIOD ging gisteren over tot een inval thuis bij Van Lienden en in een bedrijfspand, waarbij de administratie in beslag werd genomen.

De grote vraag is natuurlijk op basis van welk strafbaar feit het trio eventueel met succes vervolgd kan worden. Volgens een woordvoerder van het Openbaar Ministerie zal er worden gekeken naar oplichting.

Oplichting valt onder artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht:

Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het tenietdoen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

Definitie

Drie zaken uit deze definitie gaan in deze zaak een rol spelen. Ten eerste natuurlijk het ‘verlenen van een dienst’. Daar lijkt hier wel sprake van te zijn. Meerdere organisaties hebben zich gratis en voor niets ingespannen om de stichting te helpen.

Dan het element ‘bevoordelen’. Een dader van oplichting moet de bedoeling hebben gehad om van zijn laakbare gedrag voordeel te hebben. De organisaties in dit hele verhaal moeten nadeel hebben gehad.

Het derde element draait om de listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels. Dat vergt iets meer uitleg.

Feitelijk zien deze termen op het misleidende gedrag van oplichters waardoor slachtoffers aangezet worden om iets te doen wat ze niet zouden hebben gedaan als ze de waarheid zouden weten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een Marktplaatsoplichter die zich op het internet voordoet als bonafide en betrouwbare verkoper en net doet alsof hij goederen ook echt kan leveren zodra de betaling rond is. In werkelijkheid is er echter bijvoorbeeld sprake van een valse naam en het inzetten van een katvanger om de betaling te ontvangen.

Hoge Raad

Het is echter ook niet zo eenvoudig als het lijkt. De Hoge Raad heeft eerder namelijk al geoordeeld dat voor het aannemen van een samenweefsel van verdichtsels wel sprake moet zijn van ‘meer dan een enkele leugenachtige mededeling’. Oftewel: niet elk bedrog kan worden aangemerkt als oplichting in strafrechtelijke zin. Mogelijk wel in een civiele zaak, maar nog niet in een strafzaak waar een maximum van vier jaar gevangenisstraf als eis op tafel kan worden gelegd.

Wat de Hoge Raad betreft gaat het ´in de kern om gesproken en/of geschreven uitingen die bij een ander een op meer dan een enkele leugenachtige mededeling gebaseerde onjuiste voorstelling van zaken in het leven kunnen roepen’.  

Het Openbaar Ministerie doet op dit moment onderzoek en zal op enig moment moeten beslissen of het trio daadwerkelijk voor de rechter moet worden gebracht. In dat geval zal gekeken moeten worden of er via offertes, facturen en de website een vals beeld neer werd gezet. Een beeld van een organisatie die zich belangeloos in wilde zetten om medische hulpmiddelen te krijgen, waardoor organisaties (zoals Randstad) ervoor kozen om zich eveneens belangeloos in te zetten.

Er zijn sterke aanwijzingen dat het zo is gegaan. In de correspondentie tussen het trio en de bedrijven die in actie kwamen om medische hulpmiddelen van de grond te krijgen, duikt steeds weer het logo op van de Stichting Hulptroepen, inclusief de pakkende zin: ‘Hulp voor de Zorghelden’.  Dat zou je met recht een valse voorstelling van zaken kunnen noemen. De vraag is immers of die organisaties hun diensten wel zouden verlenen als ze geweten hadden dat er winst werd gemaakt door het trio.

Kleine lettertjes

In de zaak rond Sywert van Lienden zal door advocaten ongetwijfeld gewezen worden op het feit dat in offertes in de kleine lettertjes wel gewezen werd op het bestaan van Relief Goods Alliance (de BV), zonder overigens daarbij te vermelden dat het om een commerciële organisatie gaat. Een organisatie ook nog eens zonder website of telefoonnummer.

Of dat genoeg is om te ontkomen aan strafvervolging, is voer voor juristen. Feit is wel dat bij een bewezenverklaring het Openbaar Ministerie de dan illegaal verkregen winsten van het trio terug kan vorderen.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

 

Delen