Waarom de bedreiger van Wilders werd vrijgesproken

De rechtbank in Maastricht sprak vandaag een man vrij die PVV-leider Geert Wilders ernstig zou hebben bedreigd. Wilders reageerde op zijn geheel eigen wijze door te stellen dat hij nu ‘vogelvrij’ is en de rechterlijke macht ‘gestoord’. Maar hoe het zit het nu eigenlijk met dit vonnis? Is de rechterlijke macht gestoord?

Eerst maar eens de zaak zelf. Het gaat hier om een 61-jarige man die op zaterdag 9 maart opgepakt werd in Heerlen. Die arrestatie was niet voor niets. De man stond in de buurt van de looproute van Wilders, die naar Heerlen was gekomen om campagne te voeren voor de Provinciale Statenverkiezingen. Hij vertelde een wijkagent dat het voor ‘dat varken’ kwam en ‘het knikkerke’ van Wilders in wilde slaan.

Die gang van zaken moet een agent uiteraard serieus nemen, zeker omdat in de fietstas van de man een bijl werd gevonden en in zijn jas twee messen. Bovendien herhaalde hij zijn dreigende woorden op het politiebureau tegen andere agenten. Alle ingrediënten voor een stevige veroordeling. Het Openbaar Ministerie eiste dan ook een onvoorwaardelijke celstraf van vier jaar.

Hoe is het dan toch mogelijk dat hij vandaag werd vrijgesproken? Dat zit als volgt.

Wat ten eerste van belang is om te weten is dat de man niet alleen werd beschuldigd van bedreiging. Het gaat in deze namelijk om twee strafbare feiten.

  1. Voorbereidingshandelingen voor het plegen van moord, doodslag of zware mishandeling dan wel Wilders heeft bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling.
  2. het bezit van wapens, waarvan kon worden aangenomen dat zij voor geen ander doel bestemd waren dan om letsel toe te brengen en/of te dreigen.

Zwakbegaafd

Ten tweede: het gaat het hier om een zwakbegaafde man. Hij werd aangesproken door een wijkagent die hem kent. De agent vroeg waarom hij op dat moment daar was en de zwakbegaafde verdachte sprak de dreigend overkomende woorden. Toen hij werd overgebracht naar het politiebureau vroeg een andere agent of de man wist waarom hij werd aangehouden. Daarop zei hij dat hij was aangehouden omdat hij Wilders de kop in wilde slaan met een bijl.

Tijdens zijn verhoor geeft de verdachte een reden voor zijn opmerking. ,,Ik zei dat ik naar Wilders kwam kijken en dat ik hem de knikker zou komen inslaan. Ik en de wijkagent ouwehoeren veel met elkaar. We kennen elkaar goed.

De volgende dag verduidelijkt de verdachte tijdens het verhoor zijn stelling. ,,Als ik er nu aan terug denk dan is het eigenlijk een grote grap. Ik was aan het ouwehoeren met die wijkagent en zei tegen hem dat ik er inderdaad voor Wilders was en zei voor de grap dat ik hem wel op zijn knikker zou slaan en dat ik een bijl bij mij had. Ik heb dit nooit willen doen en had ook in eerste instantie niet in de gaten dat het allemaal zo serieus zou worden. Ik stem zelf op Wilders, dus ik zou die man nooit wat aandoen. Je kan dit aan de hele buurt vragen. Het is eigenlijk een grote grap als ik het zo achteraf bekijk. Ik bedoel hiermee te zeggen dat dingen een beetje uit de context getrokken worden. Ik heb nog nooit ruzie gehad of iemand wat aangedaan.”

Wapens

Dan de wapens. Want je kunt best een misplaatste grap maken, maar wie sleept er nu in hemelsnaam een bijl en messen mee? De man verklaarde dat hij wel eens in de natuur wietplanten zet. Daar was hij de dag voor het incident ook mee bezig geweest. De bijl was bedoeld om lage boompjes weg te hakken. Hij was vergeten de volgende dag de bijl weer uit zijn fietstas te halen. En de messen? Het ging om stanleymessen die hij bij zich had omdat hij wel eens spullen kocht bij de kringloopwinkel. Die bindt hij dan met touwen vast op zijn bagagedrager. Eenmaal thuis snijdt hij met de stanleymessen de touwen weer door.

De verdachte was naar eigen zeggen ook helemaal niet van plan om naar Wilders te gaan. Hij hoorde van een kennis dat er veel politie op de been was omdat Wilders zou komen. Toen vatte hij het plan op om een kijkje te gaan nemen omdat hij naar eigen zeggen ‘een groot fan is van Wilders’.

Goed, dan de rechtszaak zelf. Volgens het Openbaar Ministerie is de kernvraag hier of de verdachte de intentie had om Wilders iets aan te doen of dat hij gewoon een misplaatste grap maakte.

Juridisch

Juridisch gezien zijn er twee zaken nodig voor een bewezenverklaring van voorbereidingshandelingen. Ten eerste moeten de spullen die de verdachte bij zich droeg opzettelijk voor dat doel mee zijn genomen en ten tweede moet het opzet van de man ook gericht zijn op het begaan van het misdrijf.

De rechtbank moet niet alleen bewijs hebben voor de strafbare feiten, maar ook de overtuiging hebben dat hij daadwerkelijk de intentie had om te doen wat hij zei te gaan doen. En voor die intentie heeft de rechtbank gekeken naar de psychische rapportage van de verdachte.

Volgens een psycholoog is de verdachte een man die een vrij solitair en teruggetrokken bestaan leidt, waarbij het verzamelen en handelen in tweedehands spullen zijn lust en zijn leven zijn. Hij maakt oppervlakkige praatjes met anderen en staat blijkbaar bekend als een man die wel in is voor een grap, maar verder weinig diepgaande contacten heeft. Het is voor de verdachte moeilijk om zich verbaal uit te drukken. Hij zoekt geregeld naar woorden om uit te drukken wat hij bedoelt. Daarnaast kan verdachte bepaalde momenten moeilijk in de tijd plaatsen.

Ook tijdens de rechtszaak zelf heeft de rechtbank gemerkt dat de man soms moeite heeft bepaalde gebeurtenissen goed in de tijd te duiden en ‘dat hij soms woorden gebruikt die door anderen op een andere wijze kunnen worden geïnterpreteerd’. De rechtbank meent in dit geval dat de verklaringen van de verdachte zelf ook niet meteen betekenen dat hij doet wat hij zegt te doen.

Waarschijnlijkheid

Daarnaast neemt de rechtbank mee ‘dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat iemand die daadwerkelijk een aanslag wil plegen op Wilders dit van te voren aankondigt tegen een politieagent die met diens beveiliging is belast’. Daar komt bij dat de rechtbank de verklaringen van de verdachte over het bezit van de bijl en de stanleymessen aannemelijk acht. De spullen had hij dus niet bij zich om zijn dreigement tot uiting te brengen.

Dan ligt er natuurlijk nog de vraag hoe het kan dat een verdachte dergelijke misplaatste ‘grappen’ maakt. Het gaat immers om de bekendste beveiligde politicus van Nederland. Een verstandig mens zou toch moeten weten dat je daar geen grappen over maakt.

Ook daar sluit de rechtbank aan bij de mening van de psycholoog.  Die stelde namelijk vast dat het goed voorstelbaar is dat de verdachte, gelet op zijn lage verstandelijke capaciteiten, moeilijk kon overzien welke impact zijn woorden op dat moment in de onderhavige gevoelige context hadden.

Zelfs tijdens het gesprek met de psycholoog leek de verdachte zich volgens de deskundige nog steeds niet bewust van het feit dat er op elk moment een reële dreiging kan opdoemen op het moment dat Wilders in de openbaarheid komt.

Conclusie

De conclusie van de rechtbank op basis van het dossier is dan ook dat de overtuiging ontbreekt dat de verdachte de intentie heeft gehad om Wilders iets aan te doen.  De verdachte heeft die dag een – weliswaar volstrekt misplaatste – grap gemaakt tegenover een agent die hij kende uit zijn wijk. Hij dacht dat deze agent de “humor” daarvan wel zou inzien. De rechtbank erkent dat dit vragen om problemen is, maar die problemen heeft de man ook gekregen. Hij zat tijdens de uitspraak al 100 dagen in voorarrest.

Kort gezegd was de intentie van de verdachte er niet om Wilders iets aan te doen en ook niet om hem te bedreigen. Daar kun je van alles van vinden.

Maar in het vonnis staan wel valide argumenten.

 

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je me nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Delen