Waarom Mitch Henriquez niet vermoord werd

Morgen start in de rechtbank op Schiphol het proces tegen de twee agenten die verantwoordelijk zouden zijn voor de gewelddadige dood van Arubaan Mitch Henriquez in het Zuiderpark in Den Haag. Vandaag kwam naar buiten hoe het duo zelf over de zaak denkt: ze stellen niets fout te hebben gedaan.

Redelijk snel na de dood van de onfortuinlijke man in 2015 schreef en publiceerde ik een juridische analyse over de zaak. Die is nu nog steeds actueel en nu opnieuw gratis te lezen:

De dood van de Arubaan Mitch Henriquez door politiegeweld heeft veel losgemaakt in Nederland. Maar wat is er eigenlijk aan de hand als je rustig naar de feiten kijkt? Wie zit er fout en wie is waarvoor strafbaar? Een voorzichtige poging om de zaak rationeel te duiden. Vooropgesteld. Een echt oordeel kun je pas geven als je alle feiten tot je beschikking hebt. Op basis van wat we nu weten via diverse getuigenverklaringen en de obductie kun je echter best enkele voor de hand liggende scenario’s schetsen. Dit is mijn voorzichtige reconstructie.

De kwestie in een notendop

Mitch Henriquez loopt op zaterdagmiddag 27 juni tijdens een festival door een park in Den Haag. Volgens getuigen begint de ellende als agenten iets te lang naar Mitch kijken. Hij maakt een opmerking en roept iets over een wapen. Een getuige zegt daarover: ‘Hij zei, wat willen jullie nou? Ik heb een pistool’. Niet echt handig in deze tijd. Twee agenten reageren. Zij pakken hem stevig beet, maar Mitch pleegt verzet. De agenten werken hem tegen de grond. Daar gaat de worsteling verder. De familie (of vrienden) van Mitch manen hem om mee te werken en zijn handen te laten zien. Een agent legt een nekklem aan. Even later is Mitch ogenschijnlijk bewusteloos. De agenten slepen hem in een arrestatiebus. Als hij problemen krijgt met zijn ademhaling beginnen de agenten (volgens een verklaring van de politie) met de reanimatie. De volgende dag sterft Mitch in het ziekenhuis. De doodsoorzaak moet volgens een obductie gezocht worden in verstikking door het optreden van de agenten.

De politie en het gebruik van geweld

Van wezenlijk belang in deze kwestie is dat agenten in Nederland een ruime bevoegdheid hebben om geweld te gebruiken. Er mag zelfs aanhoudingsvuur worden gebruikt om een verdachte van een ernstig strafbaar feit aan te houden, ook al is er geen sprake van direct gevaar. Een man waarvan het vermoeden bestaat dat hij een wapen op zak heeft, mag ook worden beschoten. Uiteraard wel onder de voorwaarde dat minder heftig geweld, zoals bv de wapenstok of pepperspray, geen optie meer is.

Op basis van de getuigenverklaringen is het redelijk veilig om te stellen dat de agenten in eerste instantie terecht geweld hebben toegepast om de verdachte onder controle te krijgen. Het vermoeden bestond immers dat er een wapen was. Getuigen zeggen ook dat er vervolgens eerst geslagen is met de wapenstok. Pepperspray is in een situatie met vijf actieve agenten niet echt een wenselijke optie. Bij het vermoeden van een wapen leren agenten dat de handen van een verdachte onder controle moeten zijn. Daar is de inzet normaal gesproken dan ook voornamelijk op gericht.

Ook de op zich riskante nekklem is niet op voorhand een illegaal middel. Mits het op de juiste wijze wordt toegepast. Er is al jaren – terechte – kritiek op de nekklem, maar het middel is nooit expliciet als verbod ingesteld.

Dan beginnen de problemen. Mitch lijkt op de grond al bewusteloos te zijn. Op dat moment vervalt de noodzaak om nog verder geweld toe te passen. Sterker: de agenten dienen op basis van hun ambtsinstructie hulp te verlenen. In plaats daarvan slepen ze de man in een arrestantenbus en rijden weg. Volgens het OM is ergens onderweg begonnen met zijn reanimatie.

Het is niet makkelijk om op basis van deze feiten nu al een concreet strafbaar feit neer te leggen. Maar er valt best het een en ander over te zeggen.

Moord lijkt uitgesloten. Voor een dergelijk zwaar verwijt moeten de agenten namelijk al op voorhand ergens het plan opgevat hebben om Mitch te doden. Bovendien moet het geweld daar ook nog eens nadrukkelijk op gericht zijn, moet er een periode van kalm beraad en rustig overleg in zitten en moet het geweld wederrechtelijk zijn. Illegaal dus. Hoe je ook tegen de zaak aankijkt, het op zich legale geweld lijkt gericht op het onder controle brengen van de verdachte. En dat zit nu eenmaal besloten in het geweldsmonopolie van de politie.

Voorwaardelijk opzet (niet willen, maar wel de kans lopen op de dood door je gedrag) ligt erg lastig bij moord. Er moet ergens in het hele incident nog steeds een oogmerk zijn om te doden. Zowel het weten als het willen moet bewezen worden. Moord is juridisch dus nauwelijks tot geen optie. Moord met voorwaardelijk opzet is een zeer grote zeldzaamheid in Nederland. Ooit kwam het voor bij iemand die zwaar gif in een taart had gestopt die door een verkeerd slachtoffer werd opgegeten, maar daarvan kunnen we op zeker zeggen dat het een dodelijk effect heeft.

Dan doodslag. In theorie zou een dergelijk verwijt mogelijk zijn. Voor doodslag is namelijk geen ‘plan’ of ‘kalm beraad’ vereist. Er kan ook in een opwelling dodelijk geweld worden toegepast. Je moet dan echter wel de kans op de dood voor lief hebben genomen. De vraag is of het gebruik van op zich legaal geweld dit niet stevig in de weg staat. Het probleem met doodslag is verder dat je weliswaar eventueel zou kunnen spreken van een strafbaar feit, maar dat dit nog niet automatisch wil zeggen dat de dader ook strafbaar is.

De 17-jarige Rishi

Bij doodslag staan de handelingen van de agenten centraal. Als die handelingen binnen de geweldsinstructie vallen, dan is het geweld op zich legitiem en bovendien niet gericht op de dood van het slachtoffer. De agent die in een recent verleden de 17-jarige Rishi doodschoot, werd bijvoorbeeld schuldig verklaard aan zware mishandeling met dodelijke afloop, maar werd niet gestraft omdat hij handelde vanuit de geweldsinstructie.

Dat maakt een veroordeling voor zware mishandeling met dodelijke afloop lastig. Ook hier speelt mee dat de opzet specifiek gericht moet zijn op de mishandeling. De op zich legale geweldsinstructie is hier opnieuw een obstakel.

Als de opzet niet te bewijzen valt, dan kan er nog sprake zijn van een culpoos delict. Dat wil zeggen dat er louter sprake is van schuld en niet van opzet: dood door schuld dus. Hiervoor is nodig dat een verdachte zich bijvoorbeeld aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gedragen. De schuld kan omschreven worden als het niet of onvoldoende voorzien hebben van een gevolg van bepaald gedrag, hoewel dat redelijkerwijze had gekund en ook had gemoeten.

In dit geval zou het dan gaan om een fout van de betrokken agenten. Deze variant maakt nog de meeste kans. Een rechter zou kunnen oordelen dat een getrainde agent niet de fout mag maken om bijvoorbeeld een nekklem te lang vast te houden. De vraag is hier wel: kon de agent verwachten dat de nekklem (als die de dood heeft veroorzaakt) tot de dood zou leiden? Een nekklem is, mits correct toegepast, niet dodelijk. Alles zal hier afhangen van de duur van de beklemming en de signalen die het slachtoffer heeft gegeven. Bovendien zal er gekeken worden naar het kennisniveau van de agenten. Wat hebben zij, al dan niet in de praktijk, geleerd over de nekklem? Het is aan een rechter om de lastige verbintenis te leggen tussen de professionaliteit van de betrokken agent(en) en de gevolgen.

En dan is er nog een aspect. Er is in deze zaak voor gekozen om vijf verdachten aan te houden. Ook dat gaat juridisch boeiend worden. In hoeverre is een agent bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de dood als hij louter de benen van een verdachte pakt? Je kunt moeilijk stellen dat een dergelijk optreden de dood tot gevolg heeft.

De ‘leugen’ van het Openbaar Ministerie

Wat verder opvalt aan de zaak Mitch is de ‘leugen’ in het eerste persbericht van het Openbaar Ministerie. In eerste instantie werd gesteld dat de man pas in de arrestantenbus onwel werd. Toen is volgens de politie de reanimatie gestart. Op door burgers gemaakte beelden lijkt het er echter op dat Mitch al bewusteloos is voor hij in de bus wordt gezet.

Deze kwestie kent grofweg twee scenario’s. In het eerste scenario heeft de politie Den Haag een poging gedaan de ware toedracht met de mantel der liefde te bedekken. Dat is buitengewoon kwalijk en kan bovendien leiden tot disciplinaire straffen. Met de schuldvraag heeft het echter weinig tot niets te maken.

In het tweede scenario is er louter sprake van een semantische slordigheid. Omdat de ‘onwelwording’ gekoppeld werd aan de reanimatie, zou er sprake kunnen zijn van onjuist taalgebruik. In dat geval werd Mitch weliswaar bewusteloos in de bus gelegd, maar had hij nog wel pols en ademhaling. Pas toen zijn ademhaling stopte, werd er overgegaan tot reanimatie. Het feit dat Mitch pas de volgende dag in het ziekenhuis is gestorven, zou je kunnen zien als bewijs voor de stelling dat het slachtoffer nog steeds een ademhaling en pols had.

Nalatigheid

Een laatste aspect in deze zaak is de nalatigheid. Een agent is verplicht hulp te verlenen aan iemand in nood. Of die iemand nou ernstig letsel heeft of bewusteloos is. Iemand in hulpeloze toestand achterlaten of hulpeloos laten is strafbaar, zij het dat de maximale straf op dit feit beperkt is tot een paar jaar.

Persoonlijk denk ik dat het nog een hele klus zal worden om de agenten met succes te kunnen vervolgen. De agent die de nekklem heeft aangelegd, heeft het meeste uit te leggen. Maar als hij handelde in de geest van de geweldsinstructie, dan voorzie ik een scenario waarin de hardste ‘moord!-schreeuwers’ nog flink teleurgesteld gaan worden. Al was het maar omdat de rechter bij een eventuele veroordeling op zeker rekening zal houden met de eveneens grote gevolgen voor de agent in kwestie.

Dit stuk verscheen eerder op de site van TPO.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *