Achter elk misdrijf

Mooie woorden van advocaat Tjalling van der Goot laatst in de Spits: ‘Achter elk misdrijf zit een verhaal’.

Neem Robert. Achttien jaar.

Hard op weg om een echte agent te worden. Zijn droom. De vooropleiding moest hem brengen waar hij zo graag zou zijn.

Helaas. De vader van Robert nam het niet zo nauw met de regels. Hij verdween achter de tralies en bracht daarmee onbedoeld ook zijn zoon ten val. Die moest stoppen met de opleiding. Een antecedentenonderzoek zou niet in zijn voordeel werken.

De vriendin van Robert, een hockeymeisje, had er ook al geen zin meer in. Ze verliet hem. Tot overmaat van ramp pleegde zijn beste vriend zelfmoord.

Sta je dan. Op je wankele 18-jarige benen.

De hattrick aan tegenslagen was net iets te veel voor de persoonlijkheid in opbouw. Om zijn zielenpijn te bestrijden greep Robert naar de softdrugs. Hij had eens gelezen dat een joint kalmerend zou werken.

En dat was ook zo.

Met een joint verdween de pijn. Zonder had het leven geen zin. Toen ging het snel. Echte vrienden verdwenen. Verkeerde vrienden kwamen. Ze trokken Robert mee.

Zeven branden later zit hij als een gebroken jongetje in de rechtbank. Zijn hoofd is amper meer te zien. Zo diep zakt hij tussen zijn eigen schouderbladen weg.

Zijn moeder zit drie meter achter hem. De handen voor haar ogen.

De rechtszaak lijkt deels aan Robert voorbij te gaan. Tot de eis. Een gevangenisstraf van vijf jaar.

Het hoofd van Robert zakt op de tafel voor hem. Hij begint hard te huilen. Achter hem ontstaat chaos als zijn moeder en broertje van pure ontzetting van hun stoel komen. Huilend en vloekend. Dit kan niet waar zijn. Dit is niet echt. Godverdomme. Ongeloof. Met een harde dreun van de deur verlaten ze de zaal.

Alsof ze het leed letterlijk achter zich willen laten.

Als de rechtbank klaar is met de zaak, krijgt Robert het laatste woord. Voor hem ligt een handgeschreven brief. Maar Robert kan zijn eigen woorden niet meer aan.

Zijn advocaat leest.

‘Dit is niet wie ik ben. Ik wou zo graag agent worden. Toen kwamen de tegenslagen. Mijn vriendin. Het was allemaal zo erg dat ik mezelf niet meer was. Ik werd wakker en wilde alleen nog maar dood. Ik begon te blowen. Dan ging het verdriet tenminste weg. Ik leefde niet meer in de realiteit. Rechters. Geef mij een kans. Ik zal laten zien dat ik het waard ben. Iedereen mag toch een tweede kans? Alstublieft, oordeel niet met uw hoofd, maar met uw hart.’

Ineens moest ik denken aan een van de slachtoffers van de branden. Het clubgebouw.

Van de hockeyvereniging.

Achter elk misdrijf zit een verhaal.

[polldaddy poll=5135666]
Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *