'Alles was ze voor me'

Op de grote vraag naar het waarom kwam een heel klein uitgesproken, maar alleszeggend antwoord:

‘Ze was alles voor me. Ze was mijn leven’

Ooit was Douwe (54) erg gelukkig met zijn Ineke. Dat moet haast wel. Maar Ineke wilde niet meer. Ze wees hem de deur. Dat kan. Soms is een boek ook na de derde keer lezen niet meer wat je ooit in gedachten had.

Douwe bleef achter en dat deed zeer. Loslaten was niet zijn sterkste kant.

,,Ik had mezelf niet in de hand. Vond de breuk te heftig.”

En dus legde hij zich er niet bij neer. Hij wandelde midden in de nacht naar de woning van Ineke. Om voor haar ramen te gaan staan. Op zijn knieen in de bosjes.

‘Ik voelde me weer even goed als ik haar had gezien. En als ik weer thuis was, voelde ik me weer heel erg slecht’

Douwe brak in bij Ineke om haar foto’s en lievelingsjurk te stelen. De jurk die haar zo verdomd fantastisch stond. Als hij niet van haar mocht genieten, dan niemand niet.

Ineke leed onder de aandacht van de man die ze ooit zo liefdevol in haar armen had genomen. Ze gruwde van zijn aanwezigheid. Belde de politie. Vertelde hem dat hij op moest houden. Dat zij zo geen leven had. De politie greep in. Er werd een contactverbod gevraagd en gekregen.

Maar Douwe ging door. Hij was niet te stoppen. Ineke was zijn verslaving. Tot de dag dat alles veranderde.

De dag dat Douwe een ladder meenam op zijn fiets. En een rugzak met lappen en brandbare vloeistof. De dag dat hij de ladder tegen het appartementencomplex van Ineke zette en op de galerij klom. En bij de buurman een brandende lap naar binnen gooide.

De buurman die nog wel het voorrecht had om Ineke zo af en toe te zien.

Het smeulende vuurtje werd nooit een brand. Omdat de hitte een plastic buis van de centrale verwarming vernielde. En daarmee het levensreddende water de slaapkamer in liet stromen.

Nooit een brand, maar voor Douwe wel een gang naar de rechter. Waar de officier van justitie nog maar eens de nadruk legde op het enorme gevaar van brand. Omdat vuur niet te controleren is. En niet onder de indruk is van onze zelfbedachte regels die stellen dat onschuldige mensen recht hebben op veiligheid.

De officier babbelde door. Over celstraffen die je kunt geven voor brandstichting. En over werkstraffen die soms beter zijn om uit te delen.

Ik wist waar het heen zou gaan. Wat de officier zou eisen. En dus dacht ik na over wat ik net had gehoord. En zag steeds maar weer dat beeld voor me van een man op leeftijd die maar niet los kon laten. Die midden in de nacht op zijn knieƫn in de bosjes voor een donker raam staat. Op zoek naar alles in zijn leven.

Hoe ver moet het komen als je als mens alles inzet op iets dat je ooit dacht te hebben gehad, maar nooit meer zult krijgen?

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *