Blijf van onze persvrijheid af

De roep om stilte vanuit de politie lijkt volledig rechtvaardig. In de strijd tegen de terreur draait het immers om veiligheid en dat is in ieders belang. Met het verzoek van de politie (geen verbod!) lijkt dan ook op het eerste oog niets mis. Maar wel als je ietsje verder kijkt. Op Twitter ontstond namelijk een korte, maar hevige tirade tegen journalisten die wel hun werk bleven doen. Er waren zelfs mensen die de actieve verslaggevers ‘handlangers’ noemden van de terroristen.

Opvallend genoeg zag ik zelfs communicatietypes en ‘journalisten’ die er wel iets in zagen. Erkende kantoortijgers weliswaar die zelf nog nooit met de poten in het bluswater hebben gestaan, maar toch. Het zijn ergens ook een soort van collega’s en ik vond dat opvallend.

Sterker nog. Ik kan er zelfs behoorlijk pissig om worden. Persvrijheid is namelijk niet een recht waar we – als het even zo uitkomt – over kunnen onderhandelen. Het is een recht. Een grondrecht zelfs. Punt. Einde discussie.

Maar sta mij toe toch nog even een aanloopje te nemen om uit te leggen waarom ik hier een punt van maak. Dit probleem is namelijk groter dan een op zich wel begrijpelijk verzoek in een stad in België.

Stop met fotograferen

Ik heb in mijn actieve loopbaan als journalist (nee, ik ben niet alleen rechtbankverslaggever) een hele reeks ernstige incidenten meegemaakt. Moord, familiedrama’s, grootschalige rellen, neerstortende vliegtuigen etc. Bij dergelijke incidenten zien we de laatste jaren een steeds grotere invloed van de aanwezige politie op de vrije nieuwsgaring. Meer dan eens kregen wij van agenten het bevel om ’te stoppen met fotograferen’ of om ‘mensen niet langer lastig te vallen in verband met de privacy’. Volstrekte nonsens van agenten die de wet blijkbaar niet kennen, maar het komt geregeld voor.

Tijdens de bijna-watersnoodramp in het kleine dorpje Woltersum werd de pers zelfs zonder pardon met hulp van de Mobiele Eenheid uit het ‘rampgebied’ verwijderd. We zouden de hulpverleners alleen maar in de weg lopen. Er zou zelfs gevaar dreigen voor ons en hulpverleners die ons vervolgens weer te hulp moesten schieten. Ik kreeg dan ook te horen dat er een noodverordening van kracht was, waardoor wij ons werk niet meer mochten doen. Ik negeerde het verbod. Pas na het incident hoorde ik dat ik volkomen gelijk had. Zelfs een noodverordening haalt de persvrijheid niet onderuit. Een journalist heeft alle reden om in een rampgebied te mogen en kunnen werken.

De problemen met de politie werden uiteindelijk zelfs breder opgepakt. Bij de verstrekking van de nieuwe politieperskaart werd ineens een pamflet meegezonden waar de regels nog eens extra werden uitgelegd. In grote letters stond te lezen wat ik al wist. Beslissingen over nieuwsgaring en bijvoorbeeld privacy zijn aan de journalistiek, niet aan de overheid. Punt.

Rellenkaart

De politieperskaart (ook wel: rellenkaart) is er niet voor niets in Nederland. Het is een door de overheid ondersteunde kaart (vastgesteld bij beschikking van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid) voor een redelijk selecte groep journalisten die er om bekend staat over misdaad of incidenten te schrijven. Het is zeker geen vrijbrief, maar de overheid geeft met de kaart wel nadrukkelijk aan dat dienders ter plaatse de houder van de kaart alle ruimte zullen geven. Het staat zelfs op de voorkant: ‘Verzoeke houder optimaal faciliteiten te verlenen’. Binnen de kaders van de wet uiteraard. Je kan ook met een politieperskaart niet even een huis bezoeken waar op dat moment een moord-onderzoek gaande is. Maar dat snappen we zelf ook wel.

Goed, Chris, nu weten we hoe jij denkt over de rol van de journalist bij ernstige incidenten. Leuk voor je, maar wat heeft dat met Brussel te maken? Alles. Het verzoek van de Belgische politie mag best gedaan worden. Ze mogen ons immers ook best vragen om koffie te halen voor de aanwezige dienders. De kern is echter dat de afweging of journalisten publiceren, wanneer en waarover hoe dan ook altijd bij de journalistiek blijft. Dat is het recht en dat kun je niet zomaar even veranderen. Ook niet bij onze buren. Omdat rechten die je af kunt pakken geen rechten zijn. Dat zijn slechts tijdelijke privileges.

Ben ik nu te opstandig door hier zo over te denken? Geenszins. Een goede journalist weet heus wel wat hij wel en niet kan twitteren. Natuurlijk gooi je geen exacte adressen in je timeline op het moment dat de politie een inval doet. Natuurlijk ben je voorzichtig met gevoelige informatie. Maar zwijgen over een stad die in de greep is van terrorisme? In een tijd waarin live-verslaggeving juist een enorme meerwaarde is? Dat nooit.

Live of achteraf

Journalistiek heeft een taak die verder gaat dan louter verslag doen van wat er aan de hand is. Journalisten dienen ook de macht te controleren. Hoe verloopt de politieactie? Wie worden opgepakt en op welke manier? Natuurlijk kun je daar ook achteraf verslag van doen. Maar het is nu juist aan de journalistiek om te bepalen hoe we dat doen. Live of achteraf. Dat is op geen enkel moment een beslissing of taak voor de overheid.

Tijdens een felle discussie op Twitter over persvrijheid viel mij verder op dat velen die vrijheid moeiteloos opzij wilden schuiven voor het hogere doel. Het was immers ‘wij’ tegen ‘zij’. Steun ons in onze strijd tegen de terreur. Alsof de journalistiek in tijden van nood ineens een volstrekt legaal verlengstuk is geworden van de politie. Ik dacht het niet. Wij zijn helemaal geen partij. Verwijt ons dan ook niet partij te trekken.

Misschien is het wel zo dat ik te gevoelig in deze materie sta. Kan best zijn. Maar persoonlijk vind ik dat wij met zijn allen in gevaarlijk vaarwater terechtkomen als de macht die wij dienen te controleren ons gaat vertellen dat we moeten zwijgen.

Delen