Bosnië

 

Ik ben niet altijd rechtbankverslaggever geweest.

Er was een tijd dat ik in een grijsgroen uniform volk en vaderland diende. Met rang en al.

Eén team, één taak.

Mijn bijdrage aan de veiligheid in Nederland is van werkelijk onschatbare waarde geweest. De statistieken spreken ontegenzeggelijk in mijn voordeel. De Veluwe is in mijn tijd geen enkele keer overlopen door de vijand.

Ik ben een kleine twee jaar onder de wapenen geweest en eigenlijk heb ik ondanks al dat ge-oefen nooit het idee gehad ooit klaar te zijn geweest voor een oorlog.

Zo weet ik nog heel goed dat onze eenheid vrolijk door bleef graven aan volstrekt zinloze schuttersputjes toen de oefenvijand (vervaarlijk uitziende commando’s) al lang en breed door het kamp stampte. Verloren zonder het te weten.

Er waren ook in mijn tijd al collega’s die uitgezonden werden. Ze maakten elkaar gek met de extra bonussen die een uitzending op zou leveren. Zakken vol met NATO-geld.

Toen Mike ergens eind 1975 werd geboren, zullen zijn ouders nooit hebben kunnen bevroeden hoe zijn leven er uit zou gaan zien.

Mike werd beroepsmilitair in het Nederlandse leger en ging samen met zijn kameraden naar Bosnië. Daar zag hij dingen die een 20-jarige Hollandse jongen eigenlijk niet zou moeten zien.

Eenmaal terug in Nederland probeerde hij het normale leven weer op te pakken. Mike kwam echter in aanraking met justitie en gleed verder weg. De term agressie begon als een rode draad door zijn leven te lopen.

Op 22 november 2009 ging het bijna fataal mis. Uiteraard weer eens in het uitgaansleven van Groningen.

De toch al door oorlogsgeweld aangetaste stoppen van  Mike sloegen finaal door toen hij de nieuwe vriend van zijn ex zag. In blinde woede haalde hij uit met een bierglas. Het slachtoffer overleefde de aanslag, maar dat had net zo goed anders kunnen aflopen. 

Bloed heeft de wonderlijke eigenschap nogal doorslaggevend te zijn als het om leven gaat.

Voor Mike zelf is de zaak helder. Een normaal mens accepteert de teleurstelling van een verloren liefde en gaat verder met zijn leven.

Maar Mike is niet normaal. Met mijn voorgeschiedenis ligt het gewoon anders.

Als Mike op een maandagmiddag de rechtbank instapt, lijkt hij eigenlijk  in niets op een stoere militair. Hij ziet er zelfs kwetsbaar uit, al probeert hij dat manmoedig te verbergen.

Hij heeft oprecht spijt van wat hij heeft gedaan, maar spijt – zo weet Mike – komt altijd na de daad en nu kan hij er niets meer aan veranderen.

Het is zoals het is, maar de rechters kunnen er van op aan dat hij dit nooit weer zal doen. Een opmerking die de rechtbank zichtbaar met vragen achterlaat.

Want was het niet dezelfde Mike die na zijn uitzending al vijf keer eerder voor geweld met justitie in aanraking kwam? Ondanks een eerder opgelegde agressie-cursus en voorwaardelijke straffen?

Dat is zo, weet Mike,  maar dit was anders. Heftiger. En eigenlijk gedraagt hij zich nog niet eens zo heel erg slecht. De rechtbank moet maar eens kijken hoe het zijn collega-soldaten is vergaan. Die zijn nog veel erger. Zitten ook vast of slijten hun dagen ergens in de psychiatrie.

Nee, nazorg was niet de sterkste kant van Defensie toen Mike weer in Nederland was. Er was een aalmoezenier waar je mee kon praten en dat was het wel.

Voor Mike dreigt nu een tijdelijke uitsluiting uit deze maatschappij. Een gevangenisstraf van zestien maanden. Daarna moet de hulpverlening maar kijken hoe hij zijn verstoorde leven weer op de rails kan krijgen.

Want je kunt iemand best een oorlog insturen.

Maar hoe haal je hem er weer uit?

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *