De aanrander

 

‘Vrouwen kunnen altijd wel seks krijgen, voor jongens is dat anders’

Het was een opmerking van zomaar iemand ergens in de wandelgangen van de rechtbank. Niet eens als provocatie of grap. Meer een constatering. Er leek iets van berusting in te zitten.

De aanleiding van de opmerking is Carlo. Twintig jaar. Maar verstandelijk jonger dan zijn kalenderleeftijd. Hij snapt niet alles. Misschien PDD-NOS. Wellicht ADD.

Carlo is zichtbaar zenuwachtig als hij de rechtszaal binnenstapt. Hij kijkt rusteloos om zich heen. Achter hem zit zijn moeder. Zijn advocaat vraagt of het gaat. De jonge verdachte knikt, maar niet erg overtuigend.

Hij lijkt onschuldig, maar schijn bedriegt. Nog niet zo lang geleden riep de politie in Groningen jonge vrouwen met klem op zich te melden als ze slachtoffer waren geworden van Carlo.

In een periode waarin hij in de krantenkolommen verscheen als  ‘De aanrander van het Noorderplantsoen’

Een man met een voorkeur voor joggende dames. Op vrijdagochtend tussen tien en elf uur. De sportieve vrouwen kregen van achteren te maken met Carlo. Die zijn armen om geklede borsten sloeg en in konten greep. Soms kreunde hij daarbij. Soms maakte hij stotende gebaren. Neukende bewegingen, zoals het onomwonden in zijn dagvaarding staat. Daarna nam hij steevast de benen.

De rechters horen Carlo verontrust aan. Ze horen hem zeggen dat hij minstens zo bang was als de meisjes zelf. Dat hij ze geen pijn wilde doen en dat hij ook zeker niet verder wilde gaan dan hij ging. De aanraking was voor hem genoeg.

Een deskundige komt hem te hulp. Er zou wel eens sprake kunnen zijn van frotteurisme. In ontwikkeling. Een van de rechters geeft toe dat hij de betekenis van het woord op moest zoeken. Toen wist hij het.

Opgewonden worden van het schuren of wrijven tegen het lichaam van een onbekende.  Zomaar de behoefte om aan vreemden te zitten.

Carlo wist wel dat hij niet goed bezig was, maar hij kon het naar eigen zeggen niet helpen. Zijn opwinding bij het zien van die joggende dames won het van zijn angst.  ”Ik was boos op mezelf, maar door de opwinding gebeurde het weer.’

De officier van justitie is er niet gerust op. Er lijkt sprake van een man die aan een aanraking genoeg heeft. Maar wat als hij verder gaat? Carlo moet zijn opwinding onder controle krijgen. Hij moet zich verzetten tegen zijn eigen verlangens. Hulpverleners moeten hem daarbij helpen.

Tien minuten na de rechtszaak maakt zomaar iemand ergens in de wandelgangen een opmerking. Over vrouwen die altijd wel seks kunnen krijgen. En over jongens voor wie dat anders is.

 

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *