Vijf seconden

 

Er zijn rechters die menen dat autorijden topsport is. En er zijn automobilisten die daar anders over denken.  

‘Ik wou dat ik vijf seconden van mijn leven over kon doen’

Het is 3 augustus 2009. Iets na negen uur in de morgen.  Een vrouw met kinderwagen staat klaar om een drukke weg over te steken. De eerste automobilist die haar ziet staan stopt. Het begin van een kleine rij.

 Als de vrouw met de kinderwagen bijna aan de overkant is, stapt Naima (34) met haar fiets aan de hand het begin van het zebrapad op. De wachtende auto’s blijven staan. Naima lijkt zich wat te haasten, alsof ze zich nog aan wil sluiten bij haar voorgangster.

Een van de automobilisten in de wachtende rij ziet dan ineens aan de rechterkant een schim langs zijn raam. Even later vliegt Naima met fiets en al door de lucht.

Artsen houden haar vijf weken kunstmatig in coma.

Schedelletsel. Hersenletsel. Bekken gebroken. Beide onderbenen gebroken. Enkel gebroken. Bovenarm gebroken. Pols gebroken. Ernstige bloedingen.

Naima gaat naar eigen zeggen door een tunnel van licht. Aan het eind staat iemand die haar dierbaar is. Iemand die zegt dat ze terug moet. Dat het haar tijd nog niet is.

En terug gaat ze. Maar vraag niet hoe. 

Haar neus kan niet meer ruiken. Haar mond niet meer proeven. Ze hoort en ziet niet goed meer. Kan niet meer lezen of tv kijken. En is na 200 meter lopen doodmoe. Het letsel aan haar bekken zet definitief een streep door haar kinderwens. Ze heeft altijd pijn. In de dertig en nu al afhankelijk van de mensen om haar heen.

De schim is 48 en al jaren taxichauffeur.

Hij zit niet lekker in zijn vel. Een hardnekkige slaapstoornis speelt met zijn concentratie en inschattingsvermogen. De stoornis sluipt er langzaam in.

De schim heet Geert en Geert is vader. Van een zoon die hem veel aandacht en energie kost. Die vaak in zijn hoofd zit. Ook als hij van A naar B gaat in zijn taxi.

Op 3 augustus 2009, even na negen uur, ziet Geert voor hem een rij auto’s staan. Hij stuurt zijn taxi naar rechts, de busbaan op. Daar waar taxi’s in Groningen mogen rijden. Ergens in zijn hoofd denkt Geert dat de rij wachtende auto’s daar staan om linksaf te gaan. Het zebrapad is niet in zijn gedachten. Hij geeft gas. Remt niet eens. En raakt Naima vol.

Geert zou willen dat hij die vijf seconden in zijn leven over kon doen. Dat hij die inschattingsfout nooit had gemaakt.

Hij weet nu wat rechters en officieren in lege zittingszalen tot vervelens toe blijven zeggen. Dat autorijden topsport is. Dat je nooit mag verslappen. Eigenlijk niet emotioneel kan zijn achter het stuur. En dat je in het verkeer niet moet denken, maar het zeker moet weten.

Het is een papieren boodschap aan alle automobilisten. Een indringende boodschap.

Maar Naima weet dat de realiteit een andere is.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *