De deur

 

Dit is de toegangsdeur van de rechtbank in Groningen. Net na de inmiddels ingeburgerde scanstraat van de beveiliging.

Blijkbaar zetten alle bezoekers hun handpalm ongeveer op dezelfde plek neer om binnen te komen. Zwetende handen tegenover een grijze verflaag. Krassen in het hout. Sleutels?

Duizenden bezoekers. En velen tegen die ene rand.

Er is niet veel fantasie nodig om in te zien dat de bedenker van de deur eigenlijk iets anders in zijn hoofd had. De knop in het hout als exclusief glimmend duwmiddel. De bezoeker blijkt het daar -wellicht onbewust – niet helemaal mee eens te zijn. Het bordje zal de bedenker ook al niet helpen. Waar duwen staat, zullen we duwen. 

Allemaal zijn ze verantwoordelijk voor het einde van de verflaag. Advocaten, scholieren, journalisten, tolken, publiek en verdachten.

Ja, verdachten.

Veel verdachten komen gewoon door de voordeur van de rechtbank naar binnen. Om bij de bodebalie steevast te beginnen met de mededeling: ‘ik heb een afspraak’. Alsof je even naar de dokter gaat.  

Zo gaat dat in Nederland. Wie niet heel erg zwaar in de fout gaat, krijgt een uitnodiging om op een bepaalde dag en een bepaalde tijd tekst en uitleg te geven. Mishandeling, diefstal, bedreiging, vernieling, belediging, fraude, stalking. Noem het maar op. Gewoon thuis afwachten tot je mag verschijnen.

Mag, want het hoeft niet. Ongeveer de helft komt niet opdagen. De straf hoor je later wel. Of niet.

Ik zit bijna dagelijks tussen en naast die boeven. Werklozen. Maar ook studenten. Steigerbouwers. Kunstenaars. Muzikanten. Zakenmensen. Vertegenwoordigers. Slagers. Boeren. Managers. Politici. Vrachtwagenchauffeurs. Huisvrouwen.

Hardwerkende Nederlanders die van justitie best mogen blijven werken.

Noem ze Henk en Ingrid. Of Fatima. Of Kees.

Of gewoon buurman, vriend, vader of zoon.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *