De dood in beeld en geluid

Het is stil in de rechtszaal als een beeldscherm aan de zijkant van de zaal een alledaags tafereel laat zien. Een gewone straat in een keurige woonwijk. Dan gaat het geluid ineens aan. We horen heel even zingende vogels. Niet veel later knalt het kenmerkende geluid van kogels uit de luidspreker. Een kind schreeuwt in paniek om zijn vader. Dit is een verhaal over hoe wij als samenleving steeds vaker misdrijven zien.

Door de explosief toegenomen digitalisering zijn wij dagelijks omringd door camera’s en systemen die ons in de gaten kunnen houden. Niet alleen bedrijven en overheden hangen camera’s op, ook particulieren installeren spiedende ogen aan de gevels van hun huizen of op de voorruit van hun auto. Bewakingscamera’s in het openbaar vervoer verzorgen zelfs rijdende beelden in steden en dorpen in het land en aan de hand van de pasjes in onze portemonnee ziet de overheid als dat nodig is wat we kopen. Onze mobiele telefoon zelf verraadt onze aanwezigheid.

In het verre verleden speelde de gewelddadige dood zich grotendeels af buiten ons blikveld. De opsporingsdiensten concentreerden zich op eventuele getuigen, sporenmateriaal en de schouw van het overleden slachtoffer. Maar dat is aan het veranderen.

Pappa!, Pappa!

Het is 10 december 2019 in de rechtbank in Amsterdam. Nabestaanden, pers, rechters, een team van rechercheurs en belangstellenden zien hoe het Openbaar Ministerie een presentatie start over de moord op Vincent Jalink (38). Op het grote scherm in de rechtszaal is een kaart van Diemen te zien. Op de kaart zijn de bewegingen te zien van verdachten in de moordzaak. Onder meer samengesteld op basis van telefoongegevens, camerabeelden en de enkelband die een van de verdachten droeg.

Als de straat van het slachtoffer in beeld verschijnt, verlaat een nabestaande de zaal. Zij weet dat de beelden die nu zullen verschijnen niet om aan te zien zijn. We zien hoe de samensteller van de presentatie heeft geschakeld tussen diverse camera’s. Van een tankstation, van de gemeente en van particulieren die in de straat van Jalink wonen. Ook het slachtoffer zelf heeft een camera aan zijn gevel hangen. We zien de man thuiskomen, in het joggingpak dat later die dag rood zal kleuren van zijn eigen bloed.

De presentatie is op dat moment nog zonder geluid, maar dat verandert als we de moord zelf naderen. Ineens vult de rechtszaal zich met het vrolijke geluid van zingende vogels in de lente. Een onwerkelijk geluid. Aan de linkerkant van het scherm rijdt de Porsche van Vincent Jalink het beeld in en rechts weer uit. Vrijwel meteen daarna loopt een gemaskerde man links het beeld in, we horen harde knallen, gevolgd door het gekreun van het slachtoffer. Opnieuw klinken er harde knallen door de zaal. Een kind schreeuwt om zijn vader. De beelden gaan op zwart. Zelfs de beelden van de reanimatie van Jalink zijn nog op YouTube te vinden, gefilmd door iemand met een mobiele telefoon.

Hoewel het in beeld en geluid aanschouwen van een moord nog een zeldzaamheid is, dringt de digitale spiedende wereld steeds vaker de rechtszaal in. De moord eind vorig jaar op de 16-jarige leerlinge Humeyra van het Designcollege in Rotterdam is ook op camerabeelden te zien. De verschillende camera’s in de school hebben de moord tot in detail vastgelegd.

En zo dringen beelden ook steeds vaker door in rechtszalen.

Efrat

Het is in de zomer van 2016 als het beeldscherm in de rechtbank in Amsterdam een vreselijk tafereel laat zien. We zien beelden van de camera’s van de gemeente in de Ferdinand Bolstraat. Minutenlang is er weinig te zien. Een straat met winkelend publiek. Er passeren auto’s. Fietsende mensen zijn op weg naar hun werk of school. Een vrouw gooit een afvalzak in een container. Twee vrouwen maken op straat een praatje.

Helaas voor ons zijn deze beelden akelig scherp.

Ineens komt de 7-jarige Efrat in beeld. Een springerig meisje dat met veel moeite en geslinger door de straat fietst. Achter haar fietst haar vader in een bakfiets. Dan valt Efrat. Het lijkt alsof de tramrails haar wankele evenwicht verstoren. De rechtszaal houdt de adem in, maar er gebeurt nog niets. De vader van het meisje pakt haar op en ze fietst slingerend verder. Trap voor trap fietst ze steeds verder weg van de man die haar met vallen en opstaan kennis laat maken met de wereld.

Aan de linkerkant van het beeld staat een vrachtwagen al geruime tijd stil. De chauffeur heeft zijn zware combinatie strak tegen de stoep geparkeerd. Zijn volgende halte is een bloemenstalletje, nog geen tien meter verder. De chauffeur geeft zonder zijn richtingaanwijzer aan te doen gas.

We zien Efrat de vrachtwagen gevaarlijk dicht naderen. Ze stuurt ineens met een ruk naar rechts, waarschijnlijk om niet opnieuw te vallen door de tramrails. Dan gaat het snel. Efrat botst met haar kleine fietsje tegen de truck. Ze valt. De fiets springt onder het meisje vandaan en klettert op het wegdek, het meisje zelf valt ongecontroleerd verder. Haar lijfje verdwijnt onder de voorbanden, duikt dan plotseling weer op en wordt vervolgens als een machteloze lappenpop door de twee assen van de zware vrachtwagen overreden.

We zien dat de vader van Efrat zijn bakfiets aan de kant zet en naar haar toe rent. Mensen schreeuwen. De rechtszaal slikt. Het akelig scherpe beeld gaat op zwart.

In beeld

Of we het nu willen of niet, de burger in Nederland is tegenwoordig voortdurend in beeld, zonder het zelf bewust door te hebben. Ook verdachten krijgen hier al snel mee te maken. Zo liep de beruchte pyromaan van ’t Zandt tegen de lamp omdat hij volgens zijn bonuskaart een flesje cola had afgerekend bij de plaatselijke supermarkt. Dezelfde fles die hij gebruikte als onderdeel van een tijdmechanisme om een van de branden aan te steken.

Verdachten van ernstige misdrijven verraden zichzelf doorgaans omdat de politie voor hun arrestatie gesprekken af kan luisteren of na hun arrestatie uitgebreid kan neuzen in de historische gegevens van hun mobiele telefoons. Op die manier kan een aardige schatting worden gemaakt waar de verdachten op een bepaalde dag liepen of reden.

Liquidaties

Zelfs als het gaat om liquidaties blijkt de in beslag genomen telefoon handig. Om bijvoorbeeld berichten te kunnen achterhalen waarin soms klip en klaar wordt gesproken over de snode moordplannen. De beruchte PGP-telefoons waar criminelen graag gebruik van maken beloven Pretty Good Privacy, maar zijn gewoon te kraken. Op de telefoons is daarnaast niet zelden te zien dat een dader na de bewuste moord zocht op nieuwssites of een specifieke uitzending van Opsporing Verzocht.

Het internet is een dankbare bron voor de recherche. Wat te denken van een verdachte die na de vermissing van zijn vrouw op Google zocht op ‘grote lintzaag’ en ‘lichaam wegmaken’. Handig om te weten als je de rechter moet overtuigen.

Op 4 mei 2012 legde het Hof in Arnhem Frans J. een celstraf op van 18 jaar voor de moord op fotograaf Henk Peters. J. had het de recherche bepaald niet gemakkelijk gemaakt door voor de moord op internet te zoeken naar ‘Walther PPK’, ‘nekschot’, ‘dood’ en ‘kogel door het hoofd’. Later werd in een la bij de verdachte inderdaad een Walther PPK met patronen gevonden.

Of we het nu willen of niet, we zijn tegenwoordig overal zichtbaar. In totaal telt Nederland naar schatting anderhalf miljoen bewakingscamera’s, verdeeld over bedrijven en particulieren. Die camera’s vormen ook niet zomaar een los systeem. Zo heeft de politie een systeem genaamd ‘Camera in Beeld’. Binnen dat systeem staan ongeveer 200.000 camera’s op een kaart geregistreerd, waardoor de politie vrij gemakkelijk kan zien waar camera’s hangen die mogelijk een misdrijf hebben geregistreerd. Het opvragen van de beelden is dan een relatief eenvoudige stap.

Een opgenomen beeld van een persoon hoeft nog niet tot een arrestatie te leiden, maar ook daar is iets op gevonden. Verdachten die worden gearresteerd voor een misdrijf waar minimaal een celstraf van een jaar op staat (en dat is al snel zo), komen met hun foto in een politie-systeem terecht. En die database van gezichten wordt weer gebruikt om mensen op de beelden te kunnen herkennen.

De samenleving is steeds vaker in beeld, of we dat nu willen of niet. Voor een gewone burger is dat vervelend, voor de opsporingsdiensten is het steeds vaker een zegen.

 

 

 

 

 

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Delen