De dreigende rechter

 

Enige tijd terug schreef ik over de juridische avonturen van voormalig raadsheer Wicher Wedzinga.

In een van de verhalen omschreef ik zijn geestestoestand als ‘niet helemaal stabiel’.

Die weinig flatteuze typering was niet specifiek van mij afkomstig. Het was een samenvatting van wat er eerder over de gevallen raadsheer naar buiten is gekomen.

Zo bracht een officier van justitie ooit tijdens een van de rechtszaken naar voren dat Wedzinga ‘de weg een beetje kwijt is’.

Ik vond al met al dat ik nog erg aardig was in mijn typering. Afstandelijk zelfs.

Daar was de heer Wedzinga het niet mee eens en dat bracht hij op zijn eigen weblog en via een mail/brief naar mijn opdrachtgevers naar buiten ook. De strekking van het verhaal: mijn verhaal was onbehoorlijk en mijn journalistieke kwaliteiten ver onder de maat.

En dat mag.

Vandaag moest de heer Wedzinga naar Arnhem voor zijn rechtszaak in hoger beroep. Hij stond opnieuw terecht voor oplichting, bedreiging, schending van het ambtsgeheim en het ten onterechte voeren van de titel advocaat.

Tijdens de rechtszaak stelde Wedzinga uit wanhoop te hebben gehandeld. 

Dagblad Trouw omschreef het vandaag als volgt:

‘Wedzinga wijt een groot deel van zijn problemen aan persoonlijke omstandigheden. De oud-rechter, die stelt chronisch depressief te zijn, vertelde de rechters van het Arnhemse hof onder meer door alle zaken tegen hem zijn huis te zijn kwijtgeraakt en dakloos te zijn geworden. “De situatie destijds was vrij wanhopig. Ik zocht een strohalm en probeerde me overal aan vast te klampen”, bekende Wedzinga de rechters.’

De Telegraaf gaat nog een stap verder en laat een ieder weten dat Wedzinga door zijn geestestoestand verminderd toerekeningsvatbaar lijkt.

Ik kan me heel goed voorstellen dat Wedzinga in het verleden niet zat te springen om van een rechtbankverslaggever een dergelijke typering te lezen.

Zoals ik me ook kan voorstellen dat een soortgelijke typering hem nu bij de rechtszaak een stuk beter van pas komt.

P.S. Justitie eiste vandaag overigens een werkstraf van 150 uur, drie maanden voorwaardelijke gevangenistraf en een voorwaardelijke boete van 2500 euro tegen Wedzinga. Eerder matigde de rechtbank de straf omdat Wedzinga publiekelijk voor zijn daden terecht moest staan.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *