Peter is een man die er niet voor terugdeinst om veel jongere probleemgevallen in zijn eigen huis op te nemen. Hij was ooit hulpverlener, maar al sinds geruime tijd niet meer aan het werk.
Martin is zeer veel jonger, verslaafd en dolende. Hij zou wat leeftijd betreft best een zoon kunnen zijn geweest van Peter. Een laatkomertje dan.
Peter vond dat de gevangenis geen plek is voor Martin en daarom nam hij hem op in zijn huis in de oude binnenstad van Groningen. De twee ontwikkelden een relatie vol warmte en genegenheid.
Tot Peter er niet meer tegen kon.
Hij wees Martin de deur, maar die accepteerde geen afwijzing. Wat volgde is volgens justititie schokkend te noemen.
Het is zowat de eerste regel in het handboek van hulpverlening. Er moet een zekere distantie zijn tussen hulpverlener en patiënt. Een hulpverlener die zijn patiënt in huis neemt, opneemt in zijn eigen leven, dat is eigenlijk vragen om problemen. Niet professioneel. Geen distantie.
Maar Peter had lak aan die basisregel. Hij nam Martin in huis. Deels omdat hij hem niet aan zijn lot over kon laten, deels omdat hij gefascineerd raakte door de wanhoop in het karakter van Martin. Wanhoop, maar wel met een zekere drang. En dat was niet positief bedoeld.
Voor de goede orde:
Peter is 86 en Martin 44.
Tijdens de rechtszaak waarvoor Peter als getuige is opgeroepen, blijft ongewis hoe de relatie tussen de twee nu eigenlijk in elkaar steekt. Martin wil niets zeggen in verband met de ‘gecompliceerde aard’ van de relatie. Bovendien is hij bang Peter voor het hoofd te stoten.
Op de een of andere manier zie ik steeds het beeld voor me van de oudere homoseksueel met de jongere hulpbehoevende.
De relatie blijft de hele rechtszaak vaag, maar niet het einde er van.
Als Martin voor de zoveelste keer om geld vraagt, knapt er iets in Peter. Hij realiseert zich ineens dat hij Martin niet kan redden. En dat betekent dat hij hem los moet laten.
Die boodschap komt niet goed aan. Martin dringt het huis van Peter binnen, sluit de deuren en ranselt de oude man ongenadig af met zijn eigen wandelstok. Hij pakt de bloedende man op en gooit hem door de kamer. Meerdere malen.
Uiteindelijk weet Peter te ontsnappen door de achterdeur. Hij gaat naar de huisartsenpost, en vandaaruit naar het ziekenhuis. Aan zijn herstel moet hij maand na maand noodgedwongen in een bejaardentehuis werken. Peter kan niet meer voor zichzelf zorgen. Hij is een bange man geworden.
Vorige week keerde Peter terug naar zijn huis. Helaas is zijn huis zijn huis niet meer. Peter voelt zich er niet veilig en gaat verhuizen. Niet omdat hij dat zo graag wil, maar om zijn eigen veiligheid. De gedachte aan de terugkeer van Martin maakt hem nog ouder dan hij eigenlijk al is.
Van hulpverlener naar slachtoffer.
What a difference a day makes.