De meest trieste tak van de rechtspraak

Ze komt schoorvoetend de rechtszaal binnen. Met aan haar zijde haar advocaat. Als de rechter haar welkom heet, lijken de woorden niet helemaal door te dringen. Alsof ze zelf ook niet weet waarom ze hier vandaag zit. Ze gaat zitten en wacht op wat komen gaat. Wat volgt is van een enorme triestigheid.

Als de officier aan heeft gegeven dat mevrouw wordt verdacht van het schenden van de leerplicht door haar twee kinderen maanden achter elkaar niet naar school te laten gaan, begint de rechter met het verhoor. Althans, dat is wat ze wil doen. Maar de ondervraging komt niet echt van de grond. De vrouw in het beklaagdenbankje begint zachtjes te huilen, kijkt vragend en met lichte wanhoop in haar blik naar haar advocaat en zegt met geknepen stem.

‘Ik vind het een beetje eng allemaal’.

Als de rechter stelt dat rechters er wel aan gewend zijn om eng gevonden te worden, breekt dat niet de patstelling. De vrouw is er wel, maar ook weer niet.

Schizofreen

Het wordt al snel duidelijk waarom de verdachte maar weinig verklaringen heeft. Ze lijdt aan schizofrenie en is bang voor de complexe wereld buiten haar voordeur. Haar verwarde hoofd bedenkt een werkelijkheid die er niet is. Op vragen van de rechter herhaalt ze een aantal keren dat ze haar kinderen wilde beschermen. Tegen de boze buitenwereld, tegen de mensen die steeds vaker aanbelden of bij haar op het raam klopten. Het maakte haar allemaal alleen maar banger.

Ze sloot de gordijnen van haar huis, de zorgen voor de hulpverleners werden groter en groter, maar de voordeur bleef dicht. De vrouw reageerde nergens meer op, haar kinderen bleven thuis.

‘Het was niet met een kwade bedoeling. Het werd steeds erger. Ik wilde ze beschermen’, aldus de vrouw tijdens de zitting.

Tot het de hulpverlening uiteindelijk wel lukte om haar te bereiken en meteen duidelijk werd dat de moeder gedwongen moest worden opgenomen. Toen ze een tijdje later weer thuiskwam, waren haar kinderen er niet meer. Ondergebracht bij haar ouders. Die de kinderen weer naar school brachten.

Mening

Als rechtbankverslaggever ben je gewend om geen sterke mening te vormen tijdens een rechtszaak, maar ik moet zeggen dat ik met stijgende verbazing zat te kijken naar het schouwspel voor mij. Wat doet die vrouw in hemelsnaam in de beklaagdenbank? Wat schieten we hier als samenleving nou mee op?

Een duidelijk lijdende en worstelende vrouw die door grote problemen in haar hoofd niet bij machte was om de wereld om haar heen aan te kunnen. Die we uitnodigen voor een strafzaak omdat ze haar kinderen niet naar school liet gaan. Die haar kinderen kwijt is geraakt en vermoedelijk altijd met hulp door het leven zal moeten struikelen. Een moeder die van alles wil, maar het simpelweg niet kan.

Volgens de officier van justitie was de achtergrond van de vrouw niet bekend. Anders zou hij voor een sepot zijn gegaan. Nu rest hem niets anders dan op zitting de strafbare feiten bewezen te verklaren, maar door de bijzondere omstandigheden van het geval te gaan voor een schuldigverklaring zonder straf.

Verward

De kantonrechter van dienst ging daarin mee en stelde vast de vrouw deed wat ze deed omdat ze verward was. Dat het niet kon wat ze deed omdat het nu eenmaal belangrijk is dat kinderen naar school gaan, maar dat het haar ook niet volledig aan te rekenen is. Ze sprak een schuldigverklaring zonder straf uit.

De wet is de wet en de wet stelt nu eenmaal dat een ouder verantwoordelijk is voor de schoolgang van de kinderen. Zeker als kinderen maand na maand verstoken blijven van een opleiding. Er moet op een gegeven moment ergens een streep worden getrokken. In het belang van de kinderen. Schoolverzuim is een overtreding en valt dus onder het strafrecht. Zowel ouder als kind kunnen bij ernstig schoolverzuim opgeroepen worden om zich te verantwoorden voor een rechter.

Maar in dit geval is dat wel heel erg een papieren werkelijkheid. Een kille en tamelijk bureaucratische manier van omgaan met problemen. Een dossier met letters en zonder gevoel. Een stapel papieren waar essentiële informatie over de verdachte ontbreekt, waardoor een zieke vrouw ook nog eens naar de rechtbank moest afreizen.

Doodsbang

Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik zag in mijn hoofd alleen maar een doodsbange moeder voor mij die thuis zat met twee kinderen. Die niet wist waar ze het zoeken moest en alleen maar banger werd van die vreemde mensen die naar binnen wilden komen. Met de gordijnen dicht en de blik op oneindig.

Een buitengewoon triest beeld. Het zoveelste voorbeeld van intens leed achter de voordeur, waar de meeste mensen geen idee van hebben. Waar iedereen aan voorbijloopt omdat je je nu eenmaal niet bemoeit met de levens van anderen. Het leven is al druk genoeg immers.

Ziek of niet, de maatschappij dendert door en heeft steeds minder oog voor mensen die achterblijven. Die het leven niet meer aankunnen en daarom in de kantlijn van het bestaan door moeten ploeteren. Tot ze in beeld komen van leerplichtambtenaren en het Openbaar Ministerie.

Waarna de papieren werkelijkheid het overneemt en de machtige machine gaat draaien. En waar niemand even op de stopknop drukt om te achterhalen wat er nu werkelijk speelt. Om even te checken waarom iemand deed wat hij of zij deed.

Werkelijkheid

De koude werkelijkheid is dat dit soort dingen gebeuren en er niet eens echt een schuldige aan te wijzen is. De leerplichtambtenaar doet zijn werk en kan ook niet alles weten, de officier van justitie heeft tientallen dossiers op zijn of haar bureau en moet ze afwerken. En het is ook bovendien ook wel buitengewoon lastig allemaal als iemand zichzelf van de radar schuift.

En toch wringt het ergens. De moeder krijgt een aantekening op haar strafblad, moet zich verdedigen terwijl ze dat helemaal niet kan, een advocaat moet ingevlogen worden om haar bij te staan. Een rechter moet oordelen over iets waar een oordeel eigenlijk helemaal niet meer past.

Aan het einde van de rechtszaak kon ik het niet laten om toch even opheldering te vragen over de gang van zaken. De officier gaf zoals eerder in dit verhaal gesteld aan niet op de hoogte te zijn geweest van de ziekte van de verdachte, maar het was de kantonrechter die woorden gaf aan mijn gevoel toen ze sprak over leerplichtzaken.

‘Dit is de meest trieste tak van de rechtspraak’

Ik kan haar geen ongelijk geven.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen