Van ophef naar ophef

We leven met zijn allen van ophef naar ophef. De inkt van het nieuws is nog niet droog of de meningenkaravaan gaat al ronkend van start. Politici draaien snel filmpjes in elkaar, bol van de verontwaardiging en het ongeloof. En dat heeft een reden. Met ophef scoor je bereik en stemmen. Met nuance niet. Nuance spreekt met zachte stem.

Het is helaas zoals onze maatschappij in elkaar zit, zoals de journalistiek deels werkt en hoe wij als mediaconsument ons gedragen. Dat werd onlangs weer duidelijk toen naar buiten kwam dat ‘tientallen’ statushouders in Utrecht ontslag namen zodra ze een huis hadden gekregen in de gemeente Utrecht. Er werd niet gewacht op een uitleg, de VVD toeterde meteen in het rond wat een enorme schande het allemaal was, kranten stonden zwanger van de verontwaardiging en de ingezonden brieven stroomden binnen bij nieuwsmedia.

Middelvinger

VVD-raadslid Tess Meerding sprak onomwonden van een ‘middelvinger naar de belastingbetalende Utrechter’ en pende boos vragen neer aan het Utrechtse stadsbestuur. De landelijke politiek, in de vorm van VVD-Kamerlid Thierry Aartsen, publiceerde een ronkend filmpje.

“Je leert beter Nederlands in de bedrijfskantine dan in het klaslokaal. Het kan niet zo zijn dat statushouders hun baan opzeggen om een uitkering te krijgen. Daarom wil de VVD deze mensen echt aan het werk gaan helpen”, aldus Aartsen in het filmpje, dat leek opgenomen in een plaatselijke sushi-tent.

Ironisch genoeg stemde de VVD eerder tegen een motie om ook niet-Oekraïense vluchtelingen eerder te laten werken…

Uitleg

De uitleg van de gemeente Utrecht liet even op zich wachten en werd bepaald niet met dezelfde massaliteit begroet. Het bleek uiteindelijk dat 3 van de 650 statushouders ontslag hadden genomen. Bovendien ging het ook nog eens om een bijbaantje in de zomer. Wethouder Streefland van de gemeente reageerde als volgt:

‘Het starten met het inburgeren en werk wordt als intensief en complex ervaren. Helaas lukt dit niet altijd en bij iedereen. In de uitvoeringspraktijk zien wij dat daar verschillende oorzaken onder liggen, zoals ziekte, geen kinderopvang of slechte arbeidsomstandigheden’

Het lijkt zo simpel en eenduidig. Wie in Nederland een status krijgt zal uiteindelijk aan het werk moeten om zich nuttig te maken in de maatschappij. Maar zo makkelijk gaat dat volgens de gemeente nu ook weer niet. ‘De meeste statushouders hebben geen betaald werk vanwege de vele voorwaarden die daaraan verbonden zijn’, schreef het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad. De regeldrift zit dus in de weg.

Opgave

Statushouders werken vaak met een nulurencontract of tegen het minimumloon en zijn aangewezen op aanvullende regelingen. Bovendien zijn ze ook verplicht om een intensief inburgeringstraject van drie jaar te volgen en dat gaat weer lastig samen met een baan. Het is volgens de gemeente sowieso nogal intensief om vanuit een asielzoekerscentrum en zonder de taal volledig te beheersen een normaal leven op te starten. Kinderen moeten ingeschreven worden bij een school, een huis moet worden ingericht, contracten afgesloten.

De gemeente Utrecht concludeert dan ook dat ‘niet gesteld kan worden dat het toegewezen krijgen van een woning waar huur over voldaan moet worden, de oorzaak is van het beëindigen van een dienstverband’. 

Nu kun je van alles vinden van deze nuance, maar feit is dat de ophef over statushouders die zich onttrekken aan werk zodra ze een huis hebben veel te kort door de bocht lijkt.

Sportief

Het VVD-raadslid van de ‘opgestoken middelvinger’ was wel zo sportief om het boetekleed aan te trekken. Ze gaf op donderdag aan dat als ze had geweten dat het maar om drie statushouders ging, ze naar eigen zeggen niet zo had gereageerd. ‘Als ik die kennis had gehad die we vandaag hebben, dan had ik de vragen en ook de tweet die ik heb gestuurd niet in die bewoordingen neergezet. Ik vind het belangrijk om dit debat goed te voeren, op basis van de feiten’

Hoe berichtgeving zo sterk op de ophef is gericht, ligt deels in hoe de journalistiek werkt. In de strijd om de clicks en het bereik was dit een perfecte storm. Een gemeente die eerder bekend maakte wekenlang alle sociale huurwoningen te reserveren voor statushouders, het sentiment van ‘ondankbare’ en ‘luie’  vluchtelingen en landelijke woningnood. Perfecte ingrediënten voor een boosmakertje. En boosmakertjes scoren. Mensen praten erover bij de koffieautomaat, iedereen wil er over lezen, de clickgrafieken op de schermen van de redacties schieten in de hoogte.

Voorbeelden zijn er genoeg, zeker als het gaat om asiel. Eerder schreef ik over het ‘nieuws’ dat 31 asielzoekers een moord zouden hebben gepleegd. De ’31 moordende asielzoekers’ bleken echter slechts 31 registraties te zijn. Het ging om 25 unieke zaken, waarvan 1 een sepot is (bericht geen vervolging), 1 een mishandeling, 1 registratie dna-afname, 21 pogingen moord/doodslag en 1 voltooid delict (een dodelijk slachtoffer). Na enig speurwerk vogelde ik uit dat het voltooide delict om zelfverdediging bleek te gaan. Er was dus feitelijk geen enkele moord gepleegd.

Emoties

Ophef scoort en de mediaconsument is er gevoelig voor. Dat wat heel erg sterk afwijkt of sterke emoties oproept trekt mensen naar nieuwssites. Een verhaal met veel mitsen en maren doet dat niet. Op zich is die dynamiek zelf niet het probleem, als de inhoud van nieuwsberichten maar de lading dekt en niet op de verkeerde veronderstellingen drijft.

Het is zoals het nu eenmaal werkt. We praten bij de koffieautomaat niet over diepgravende analyses naar de recente macro-economische ontwikkelingen in Latijns-Amerika, maar over de laatste roddels en daar waar we een sterke mening over hebben. De rol van sociale media valt ook niet te onderschatten, vrijwel iedereen kan zijn of haar mening binnen een paar seconden ventileren en nieuws reist ontzettend snel. Zeker als het gaat om ophef.

Rechtvaardigheid

Als het over de rechtspraak gaat, is het van eenzelfde laken een pak. Heftige strafzaken worden in ronkende verhalen neergezet, het vonnis is vaak een klein berichtje waar de nuance door het gebrek aan ruimte uit is geperst. Ik durf na ruim twintig jaar rechtbankwerk wel te beweren dat bijna alle ophef over een vonnis berust op een te ongenuanceerde voorstelling van zaken. De logica en de rechtvaardigheid in vonnissen is groter dan de publieke opinie.

Het probleem met de meningenkaravaan is dat er geen achteruit op zit. Als de karavaan van start gaat, sluit bijna iedereen opgewonden in een hijgerig drafje aan en kijkt niemand meer achterom. De ophef buitelt door, waar de nuance met zachte stem bijna wanhopig en ver op de achtergrond probeert te corrigeren. Terwijl de volgende ophef alweer met veel lawaai een nieuwe karavaan in beweging brengt die als het moet de nuance volledig van de sokken rijdt.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt mij ook met een vast bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen