De onmeunig domme tik tegen de billen

Er zijn mensen en zelfs politici die stellig beweren dat je voor een straf louter naar het papieren misdrijf moet kijken. De omstandigheden van een delict zouden er niet toe moeten doen, weg met dat softe gedoe. De praktijk van de rechtsgang is in Nederland – ondanks verwoede pogingen van politici – gelukkig nog steeds anders. Ontmoet zedenverdachte Henk (34) uit Nijverkamp.

Henk is een gewone, hardwerkende Nederlander. In al zijn vezels een autochtoon, want dat moet je tegenwoordig schijnbaar vermelden als het om een strafbaar feit gaat. Henk werkt in het magazijn, waar hij ongeveer 800 euro per maand overgemaakt krijgt. Hij is naar eigen zeggen een rustige jongen. ‘Nooit geen trammelant’.

Henk is vandaag al vroeg met zijn vader naar Amsterdam gekomen voor zijn rechtszaak wegens ‘feitelijke aanranding’. Dat heeft hij te danken aan een eerder tripje met zijn kameraden naar de hoofdstad. Een gezellig uitje in de grote stad, rijkelijk gelardeerd met liters bier. U kent die groepjes wel.

Acht jaar cel

Eerst maar eens de feiten op een rij. Op feitelijke aanranding van de eerbaarheid staat een maximale celstraf van acht jaar. Het is een zedenmisdrijf. Dat leest u goed, acht jaar. Dat is wat we noemen een papieren straf. Als Henk schuldig is en we alleen maar kijken naar het bewezen misdrijf, dan zou hij dus jaren achter de tralies kunnen verdwijnen. Dat is immers wat dit land volgens sommige politici en opiniemakers zo hard nodig heeft, keiharde repressie. Geweld tegen agenten zou immers ook niet meer afgedaan mogen worden met een taakstraf. Het misdrijf op papier moet leidend zijn, dat zal die onverlaten leren.

Terug naar Henk. Volgens de officier van justitie heeft hij met zijn beschonken hoofd in het uitgaansleven een vrouw met zijn hand tegen haar billen getikt. Dikke pret, dacht het benevelde hoofd van Henk toen. Zijn vrienden zagen er ook weinig kwaad in. Biertje er bij en een beetje ouwehoeren. Moet kunnen.

Maar de vrouw in kwestie dacht er toch even anders over. Ze vond de ongewenste aanraking ‘verschrikkelijk’ en gaf aan hevig geschrokken te zijn van deze aantasting van haar integriteit. Henk zou zelfs even in haar achterste hebben geknepen. De politie was snel ter plaatse, Henk op zijn beurt probeerde ter plekke nog zijn excuses te maken. Het was immers allemaal niet zo bedoeld. Helaas voor hem trof hij een agent die er niets van wilde weten, Henk was te laat met zijn goedbedoelde excuses, het dossier werd opgemaakt en Henk zou zich te zijner tijd moeten melden bij de rechtbank in Amsterdam.

Unmeunig

En daar zat hij dan. In de rechtszaal. Met zijn vader in zijn rug. Of hij er spijt van had? Jazeker. Het was gewoon een dom geintje. ‘Een beetje donderjagen’. Niets geen kwaad in de zin. ‘Onmeunig dom’. Niets voor hem ook, hij had nooit trammelant in zijn leven. Dit was gewoon een fout. ‘Ik had er verder geen gedachten bij’.

De officier van justitie wilde hem graag iets voorleggen. Ze had namelijk in het dossier gelezen dat zijn vriendengroep de hele rechtsgang allemaal maar wat overtrokken vond. Omdat in de contreien waar Henk en zijn maten wonen, vrouwen wel vaker op de billen worden geslagen. En daar kraait toch ook geen haan naar?

Henk is er de man niet naar om een lulverhaal op te hangen, dus hij gaf eerlijk aan dat zijn vrienden daar inderdaad zo over denken. En dat hij er zelf nu een beetje dubbel in staat. ‘Bij ons is dat anders. Je bent met bekenden onder elkaar. Dan ken je mekaar al’.

Op de vraag van de rechter of Henk zijn excuses aan zou bieden als de aangeefster wel naar zijn rechtszaak was gekomen, komt een volmondig ja. Hij herhaalt het nog maar eens. Het was gewoon een domme fout. Waar hij nu veel spijt van heeft. ‘Een bietje donderjaag’n’

Als de officier gaat praten, klinkt eerst de strenge toon. Ze geeft aan dat het betasten van een vrouw gewoon niet kan. Of er nu bewijs is voor het knijpen of niet, ook een tik tegen de billen doe je niet. ‘Misschien is het gebruikelijk in de contreien waar meneer woont, maar het kan  gewoon niet. Dat weet meneer ook wel. Je blijft gewoon van een ander af’. Ze eist een werkstraf van 50 uur, waarvan de helft voorwaardelijk. Omdat ze ook wel ziet dat het inmiddels tot meneer doorgedrongen is dat dit gedrag niet door de beugel kan. En omdat ze ook wel weet dat we het hier hebben over de ‘minst erge variant van aanranding’.

Dan is het de beurt aan de politierechter. Ook die ziet wel in dat Henk er spijt van heeft. ‘Ik  heb de indruk dat u voldoende doordrongen bent van het feit dat dit niet kan. Ik heb ook wel het idee dat u er spijt van hebt. U wilde op straat al uw excuses aanbieden. U weet wel dat u dit niet moet doen, ook niet bij bekenden. Tenzij ze het leuk vinden’.

Uiteindelijk komt de rechter tot een bewezenverklaring en dus tot een straf. Hij betrekt daar niet alleen het misdrijf in (met op papier een jarenlange celstraf) maar ook de omstandigheden van het geval. Een dom geintje waar de verdachte spijt van heeft. Een rustige verdachte die niet uit is op het plegen van zedendelicten. Iemand zonder strafblad. Een relatief onschuldige tik tegen de kleding van een vrouw.

Henk gaat naar huis met een werkstraf van 30 uur. Hij vraagt nog aan de rechter of hij die in de buurt van zijn woonplaats kan afwerken. Rechter: ‘Ja, wij leggen u geen werkstraf op in Amsterdam’.

Dit is hoe rechtspraak in Nederland werkt. Er wordt niet louter gekeken naar een misdrijf op papier. Net als een officier bekijkt een rechter iedere zaak individueel, hij of zij weegt alle belangen, zoekt naar motieven en spijt. En kijkt met welke straf de samenleving, het slachtoffer en de verdachte weer verder kan.

De nuance in de rechtszaal is een verademing in vergelijking met het soms zo vergiftigde publieke debat en de verhitte oneliners in de politiek.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen