Waarom populisme journalistiek onveilig maakt

Journalisten zijn niet altijd meer vrij om hun werk te doen. Die verontrustende stelling kunnen we inmiddels wel innemen. Hoewel er meerdere oorzaken liggen, zou het de politiek sieren om ook eens verantwoordelijkheid te nemen voor een inmiddels bij vlagen zwaar vergiftigd maatschappelijk debat.

De dreiging voor journalisten komt uit verschillende kampen. Ik ken inmiddels meerdere collega’s die serieus beveiligd worden of moesten worden. Ik ken de verhalen van kogelbrieven, van extra beveiliging van redacties en van stenen die door ruiten vliegen. Een groot deel van die dreiging komt vanuit de georganiseerde misdaad, maar die groep is niet verantwoordelijk voor alles.

Uit een onderzoek in 2017 bleek dat 61% van de journalisten te maken heeft gehad met bedreigingen. Maar liefst 16% past de berichtgeving daardoor aan en 15% publiceert het liefst niet. Uit angst. Volgens de onderzoekers gaat het om ‘serieuze bedreigingen’: ‘Nederlandse journalisten ervaren een dreigend klimaat’.

Dat klimaat kent vele vaders, maar laten we vooral niet vergeten stil te staan bij de rol van de politiek.

Op 28 februari 2017 wordt duidelijk dat Geert Wilders RTL boycot na het publiceren van een interview met zijn broer. De PVV-leider noemt de journalisten van RTL Nieuws ‘laaghartig tuig’. Ook na een kritische noot door de redactie van NRC was Wilders er als de kippen bij om zijn ongezouten mening te geven op Twitter. ‘Wat een zieke NRC-geesten, wat een lowlife’.

Maar Wilders is niet de enige. Wat te denken van de heren van DENK. Zij waren het die letterlijk beweerden dat ‘de journalistiek als collectief machtsbolwerk de waarheid achter wil houden’, als echte ‘poortwachters van de gevestigde orde’. PVV-senator Marjolein Faber ging onlangs nog een stapje verder door hardop te stellen dat de media de identiteit van een donkere dader bewust achter zouden houden om het volk onwetend te houden. Zelfs toen de dader een roomblanke Groninger bleek, was ze niet van zins om haar stelling in te trekken.

Ophitszakje

Ook nieuwkomer Thierry Baudet doet een duit in het ophitszakje. In zijn inmiddels beruchte boreale overwinningsspeech liet hij letterlijk noteren dat ‘journalisten de samenleving ondermijnen’. En tijdens een bijeenkomst intimideerde hij de enige journalist (Chris Aalberts) die aanwezig was, door hem letterlijk in het licht te zetten. We hebben hier in Nederland nog geen Donald Trump die openlijk de oorlog verklaarde aan de pers door ze onverbloemd de vijand van het volk te noemen, maar we glijden wel langzaam die kant op. Niet voor niets vergelijkt het gerenommeerde persbureau Reuters Thierry Baudet met Donald Trump.

Forum voor Democratie heeft sowieso weinig met de pers. Tijdens een bijeenkomst in Groningen deze week werd een angstwekkende vraag gesteld vanuit de zaal: ‘Als het partijkartel is afgebroken; hoe breken we de andere eliteclubjes als media af’?’ Geen spoor van een grapje. Geen sarcasme. Een serieuze vraag.

Nu ga ik hier niet beweren dat je niet kritisch mag zijn op journalisten, graag zelfs. Maar typeringen als ‘laaghartig tuig’, ‘zieke geesten’ en ‘samenleving ondermijnend’ hebben niets meer te maken met kritisch denken. Dat is misbruik van de taal van machthebbers om de hinderlijke luis in de pels af te schudden. Wat dat betreft hebben ze in Nederland goed gekeken naar Trump. Als je de boodschap niet kunt weerleggen, moet je de boodschapper verdacht maken. Dan doet de boodschap er immers niet meer toe.

Journalisten van de NOS kunnen er over meepraten. Tijdens het bekende boerenprotest op het Malieveld staat verslaggever Robert Bas op het veld. Een man met draaiende camera komt op hem af, filmt zichzelf en Bas en begint een betoog over dat de NOS volksverlakkerij is. Termen als landverraad vallen. De man vertelt de camera dat mensen het gezicht van Bas moeten onthouden. Dat de NOS aan de schandpaal moet en dat er een ‘day of reckoning’ komt. Ik ken die man. Hij vertelde mij onlangs persoonlijk dat ‘alle mediahoeren voor een volkstribunaal moeten’. Hij verwees daarbij naar Amerika, waar Trump volgens hem herkozen gaat worden en de Democraten opgepakt zullen worden.

Woorden doen er toe. Als politici journalisten verbaal aanvallen, dan heeft dat gevolgen. Mensen die op de een of andere manier iets zien in populistische politici voelen zich gesterkt door de harde woorden van de populisten. En dat merken wij journalisten meteen.

Ik heb er hier al eerder over geschreven. Als ik een stuk schrijf waarin kindermisbruik wordt uitgelegd (nee, het zijn niet allemaal pedofielen, de meeste niet), dan regent het haat. Mensen mailen, twitteren en bellen. Ze geven met naam en toenaam aan dat ze mij dood komen maken en dat ik 24 uur per dag over mijn schouder moet kijken. Ze schrijven mij dat ze er wel een paar jaar celstraf voor over hebben om mij te zien lijden. Dat er een speciaal team klaarstaat om het klusje te klaren.

Idioten

Idioten die dreigende taal uitslaan, dat kun je een politicus niet direct verwijten. Maar als journalist merk ik dat de neerbuigende en denigrerende taal van populisten wel degelijk een weerslag heeft op de vrijheid die bepaalde mensen voelen om even lekker los te gaan op journalisten. Op de mensen die ons mailen, bellen en twitteren met dreigende teksten. We zien meer dan eens de taal van het populisme terug in de reacties. De mensen voelen zich letterlijk gesterkt om te ageren tegen de journalistiek. Gedragen door de woorden van het populisme.

‘Wacht maar tot Geert aan de macht is’. ‘Als Baudet het voor het zeggen heeft, dan piepen jullie wel anders’. ‘Landverraders!’ ‘Nepnieuws!’ Dat werk.

Populisten strijden met basale emoties. Ze zoomen in op bestaande angsten en maken die groter dan ze zijn. Ze werken met nepnieuws en presenteren gemakkelijke, maar niet realistische oplossingen waar een bepaalde groep met liefde in wenst te geloven. Een onafhankelijke en kritische pers is daarbij een forse sta in de weg. Machthebbers of toekomstige machthebbers weten dat maar al te goed. Zij gebruiken uw angst.

Een steekpartij op een terras in de stad Groningen? Twitter dat de dader een Noord-Afrikaan was en je hebt weer wat kruit geleverd voor de gewenste ontploffing in het vat. Zeg er ook nog eens bij dat de media deze info bewust verzwijgen en je slaat twee vliegen in een klap. Een specifieke groep weggezet als een groot probleem en de kritische duiders als medeplichtig.

Het is wellicht teveel gevraagd, maar ik zou de populistische heren en dames op rechts en links toch willen vragen eens na te denken over de impact van woorden. Zeker een man als Wilders, toch al jaren lijdend onder het juk van een zware beveiliging, zou moeten weten dat vrijheid een groot goed is. En dat woorden gevolgen hebben.

Bekritiseer ons gerust. Vraag waarom wij doen wat we doen. Maar laat het frame achterwege.

Daadwerkelijk fysiek geweld tegen journalisten is gelukkig nog een zeldzaamheid. Maar het naargeestig bewust framen van journalisten kun je gerust zien als een eerste stap naar geweld. Omdat daders doorgaans een reden nodig hebben.

Een motief.

Een excuus, zo u wenst.

Waardeer dit artikel!!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Je kunt me ook met een vast per bedrag per maand steunen: klik dan hier. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -
Delen