Op 14 september 2008 schuift de 56-jarige zwakzinnige huisvriend Durk gezellig aan bij zijn vrienden. Klaar voor een avondje kaarten. Ooit waren ze buren. De gezamenlijke postcode verdween, maar de langdurige vriendschap bleef. Durk kent de 8-jarige dochter van zijn vrienden al sinds haar geboorte. Natasja en Durk. Ze kunnen het goed met elkaar vinden.
Durk en zijn vrienden houden niet alleen van een potje kaarten, maar ook van een potje bier. Er wordt flink gedronken. Zo flink dat Durk de weg terug naar zijn eigen huis niet meer zitten.
Hij blijft slapen.
Dan gebeurt er naar eigen zeggen iets vreselijks.
Durk wordt midden in de nacht wakker, maar niet in het bed waar hij eerder zo smoordronken in slaap viel.
Hij zit, op zijn knieen, in de slaapkamer van Natasja. Zijn hand ligt op de blote buik van het meisje. Durk schrikt en loopt de gang op. Daar loopt hij de vader van Natasja tegen het lijf. Achter hem huilt het slachtoffer.
Wat zou Durk op dat moment gedacht hebben? Het is niet wat je denkt dat het is?
We zullen nooit weten wat Durk op dat moment dacht. Maar we weten wel hoe hij er nu over denkt. Volgens Durk is er namelijk geen sprake van kwade opzet. Sterker nog: hij kon er helemaal niets aan doen. Durk was aan het slaapwandelen. Pas later kwamen wat herinneringen boven en Durk weet het zeker. De aangifte van Natasja klopt niet. Er was geen sprake van verkrachting. Hij heeft nooit zijn vinger bij haar naar binnen gebracht. Oke, even haar bovenbenen strelen en even in haar slip. Dat was alles en dat ging nog buiten zijn wil om, ook.
Als rechtbankverslaggever hoor je de gekste verhalen. Maar weet je ook dat de gekste verhalen soms de meest realistische zijn.
De zus van Durk wandelt ook haar in slaap. Slaapwandelen zou erfelijk zijn. Wakker worden in een ander vertrek, het hoort er bij.
De advocaat van Durk heeft geen verstand van slaapwandelen. Hij weet niet of het verhaal van zijn client klopt. Mede daarom wil hij een onderzoek door een deskundige. Wellicht dezelfde deskundige die in een rechtszaak in Utrecht ook zijn licht liet schijnen over een slaapwandelaar. Die zaak leverde een vrijspraak op.
En advocaten zijn dol op vrijspraken.
Justitie doet meestal niet zo moelijk over aanvullend onderzoek. Als het de waarheid kan dienen, waarom niet?
Maar hier trekt officier van justitie Marcel Wolters de grens. En niet zo lafjes ook. Wolters zegt onomwonden het verhaal van Durk ongeloofwaardig te vinden. Zo ongeloofwaardig dat het niet eens een onderzoek verdient.
Dat zijn harde woorden voor een officier die wettelijk ook rekening moet houden met de verdachte.
Het openbaar ministerie in Groningen kent een aantal realistische officieren van justitie. Mannen die niet tegen heug en meug een veroordeling voorstaan, daar waar het bewijs flinterdun is. Officieren ook die in de regel niet terugdeinzen voor een extra onderzoek. Ook Wolters staat bekend als een realistische officier. Geen bullebak. Voormalig advocaat.
Ik schrok een beetje van zijn opstelling. Toegegeven, de kans dat het alibi van de verdachte klopt, is klein. Maar is een kleine kans ook niet een kans?
De advocaat van Durk kwam met een logisch pleidooi. Omdat we het niet weten, moeten we het onderzoeken.
En hij bracht nog iets boeiends naar voren. Stel dat het ongeloofwaardige verhaal van Durk toch klopt? Stel dat hij Natasja helemaal niet wilde misbruiken en hij tijdens de slaapwandeling ‘per ongeluk’ aan haar heeft gezeten? Zou dat juist niet helpen bij de verwerking van het misbruik? Zou ze zich dan niet minder misbruikt voelen?
Ik vond het een sterk argument. In ieder geval sterk genoeg voor een onderzoek.
De rechtbank gaat de komende twee weken nadenken over de zaak. Als de rechters het nodig vinden, volgt er alsnog een onderzoek naar het slaapgedrag van Durk.
Ik ben benieuwd.