De volgende moordenaar is onder ons

 

Zelfs mijn meest genuanceerde vrienden kijken mij meewarig aan als ik ze vertel dat sommige moordenaars hele normale mensen zijn. Een pijnlijke en angstige waarheid. Maar daarom niet minder waar. 

Heftige gebeurtenissen roepen heftige emoties op. Gezinsdrama’s, moord en doodslag. De journalistiek rukt uit, bedenkt bijnamen en gaat driftig op zoek naar een oorzaak. En meestal komen we uit bij de geest van de dader. Die is verknipt. Niet als ons. Gelukkig maar.

We straffen de dader, bergen hem op en gaan over tot de orde van de dag. We stellen bombastische Kamervragen over dwangverpleging, langer opsluiten en keiharde repressie. Isoleer en controleer de gevaarlijk gestoorde crimineel! Sluit die duidelijk zichtbare groep buiten. Dan controleren we ons leven.

Was het maar zo.

Op 24 april 2007 brengt de 23-jarige student Eelco zijn vriendin Tessa Klaver (19) om het leven. Hij wurgt de jonge en zeer mondige studente in hun flatwoning aan de Plutolaan en gaat dan naar de stad om met zijn vrienden een biertje te drinken op het terras. Eelco moet wel een vreselijk gestoorde gek zijn. Totaal verknipt. Anders doe je zoiets niet. Vult u zelf de krantenkoppen maar in.

Pas tijdens de rechtszaak blijkt dat de moordenaar van Tessa Klaver niet gestoord is. Forensisch deskundigen zien in zijn geest geen afwijkende dingen. Volledig toerekeningsvatbaar. Kans op herhaling zeer gering.

Niet gestoord.

Maar wel verliefd op zijn mooie huisgenote Tessa. Zo erg dat hij ver over de grens verdween toen zij een einde maakte aan hun relatie. Toen zij een nieuwe kamergenoot aan het regelen was. Voor zijn kamer. En Eelco – volgens Eelco -meteen maar even duidelijk maakte dat hij dom was. Net zo dom als zijn familie. Niet goed genoeg voor haar.

Knap. Vernedering in het kwadraat. Jaloezie. Teleurstelling. Handen om haar nek. Een spartelend lichaam. Slap. En toen pas het besef. De mond-op-mond beademing. De paniek. Bellen naar 113. Het opendraaien van een gaspit. Het aansteken van twee kaarsen. Een open raam. Vluchten. Met een biertje  op het terras. Bellen naar haar mobiel. En pas om 03.26 uur naar 112.

Eelco is volgens justitie een berekenende en egoïstische dader. Waarom niet meteen 112 gebeld? Tessa was waarschijnlijk nog niet dood toen hij losliet. Zijn advocaat spreekt van een man in paniek. Iemand die het door hem zelf toegepaste kwaad ver van zich af wilde houden. Niet wilde zien en niet wilde voelen wat er zo duidelijk was. Wat is er zo onmenselijk aan vluchten?

Hoeveel verantwoordelijkheid kun je eigenlijk menselijkerwijs van iemand vragen?

Op 30 september 2009 krijgt Eelco een celstraf van acht jaren. Rechters (raadsheren) van het Gerechtshof in Leeuwarden houden de optie van een egoïstische en berekenende man open, maar achten het ‘eveneens voorstelbaar’ dat hij na zijn daad heeft gehandeld ‘vanuit gevoelens van angst en paniek’. Het Hof neemt de conclusies van de deskundigen over ‘en maakt die tot de zijne’.

Eelco is officieel niet gestoord.

Ik ben geen psycholoog, psychiater of socioloog. Maar ik heb sinds april 2002 wel akelig veel ‘gevaarlijke gekken’ in de rechtszaal langs zien komen. Meer dan eens was ik verrast over hoe menselijk en normaal ze eigenlijk zijn. En iets wat je steeds vaker ziet, is op den duur geen verrassing meer.

Voor mij is de pijnlijke waarheid dat ook ik een Eelco zou kunnen zijn. En dat de politiek geen enkele maatregel kan bedenken om mij te weren. Al schreeuwt de maatschappij dat nog zo hard. Al dan niet in vette chocoladeletters op voorpagina’s van kranten.

Ik sta niet alleen in die pijnlijke conclusie.

Willem de Haan (Rijksuniversiteit Groningen, emeritus- hoogleraar criminologie ) liet onlangs weten dat mensen ‘het in het algemeen moeilijk vinden om onder ogen te zien dat ernstige misdrijven door ‘normale’ mensen kunnen worden gepleegd. Het idee dat plegers van ernstige misdrijven gevaarlijke gekken zijn, is feitelijk onjuist.’

Hij noemt dit een pijnlijke waarheid en stelt ook het volgende: ‘De geruststelling die uitgaat van ‘harde’ maatregelen die snelle en tastbare resultaten beloven, kan de criminologie niet bieden.’

Ik denk dat De Haan gelijk heeft. Het gaat niet om het weren van de gevaarlijke crimineel. Om de ander. Het gaat om het weren van dat wat in ons allemaal zit.

En dat is inderdaad een pijnlijke, oncontroleerbare en gevaarlijke waarheid.

Dit verhaal is tevens te lezen op de opiniesite van de VARA: Joop.nl

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *