Dood aan de journalist

De journalistiek ligt wel vaker onder vuur.

Niet iets om wakker van te liggen.

Het is de taak van de journalist om misstanden openbaar te maken. Dat daders dat niet leuk vinden, is evident. En actie is reactie.

Een goede misdaadcollega van mij is wel eens met de dood bedreigd. Door een man die enkele maanden later in de rechtszaal nogal kwaad werd op de voltallige perstafel. Rob en ik.

Weer een andere misdaadcollega kreeg bij het verlaten van de kroeg een enorme vuistslag op zijn gezicht.

Risico van het vak.

Ook het internet schenkt onverlaten een uitgelezen kans om eens flink van leer te trekken. Zo las ik deze week een oproep om massaal de traditionele journalistiek aan te pakken:

”Dan bedoel ik dat iedereen NRC Handelsblad, De Volkskrant, Trouw, De Telegraaf en het Financieele Dagblad uit de bakken moet rukken en vernietigen. Of leg er papieren op met doodshoofden, ook goed. Ook moeten hun gebouwen worden beklad en hun drukkerijen worden gesaboteerd. Ik zie dat als een noodzakelijke poging tot lijfsbehoud en verzet tegen een misdadige samenzwering die uit is op de vernietiging van ons volk en onze beschaving.”

Toe maar.

Zelf heb ik ook wel eens te maken gehad met een soort van bedreiging. Iemand vond het nodig om op het internet een heel verhaal over mij af te steken. Hij liet zijn tirade vergezeld gaan van een veelzeggende tekening:

stopdejournalist (2) 

Tsja.

De jaarlijkse dag van de Persvrijheid ging dit jaar over bedreigingen van journalisten. Een onderzoek naar die bedreigingen laat zien dat het weliswaar gebeurt, maar dat de persvrijheid niet in het geding is. Kort door de bocht: het valt allemaal wel wat mee.

En zo is het.

Een bedreiging is per definitie een zwaktebod. Het geeft aan dat je niet meer in staat bent tot een normale dialoog. De bedreiger grijpt naar hardere middelen om zijn of haar frustratie kenbaar te maken.

Dat is allemaal niet zo erg.

Als rechtbankverslaggever weet ik uit ervaring dat blaffende honden niet bijten.

Zeker niet als de blaffende honden slechts woordridders blijken te zijn. Slechts stoer en manhaftig achter het toetsenbord.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *