Maar achter ieder dodelijk slachtoffer hangen tientallen aangetaste levens. Vaders, zonen, grootouders, kinderen. Voorgoed de naiviteit voorbij. Allemaal weten ze ineens hoe dodelijk het verkeer kan zijn en hoe snel een ongeluk in een klein hoekje zit.
Ik fiets iedere week met mijn zoon door de stad. Zo rond spitsuur, zowel in de ochtend als in de middag. Ik zie altijd mensen met dringende haast. Forenzen die op tijd op hun werk komen veel en veel belangrijker vinden dan de verkeersveiligheid. Vrachtwagenchauffeurs die enkele tonnen dood gewicht probleemloos langs hyperactieve kinderen draaien. Fietsers die 3 seconden tijdwinst preferen boven het veilig wachten voor een aanstormende vrachtauto.
Maar ik zie en hoor ook regelmatig nabestaanden die een geliefde hebben verloren. Een slachtofferverklaring van een vader die zijn zoon ineens kwijt is. Het gaat je door merg en been.
Het mag dan ook geen verwondering wekken dat ik me iedere week tijdens de spits lichtelijk depressief door het verkeer wurm. Allemaal haast en niemand die stil staat bij de gevolgen van ondoordacht en geconditioneerd handelen. Een ongeluk is toch immers een ongeluk?
Helaas, ongelukken ontstaan niet. Ze worden veroorzaakt.