Het bedrog van de journalist

Ik heb het heel erg lang voor me gehouden. Maar ik het kan het niet langer meer. Ik heb jullie als journalist bedrogen. Al sinds 2001. Telkens maar weer.

Het spijt me.

Ik schrijf sinds 2001 verhalen. Nieuwsverhalen Achtergrondverhalen. Reportages. Ik doe dat voor regionale en landelijke kranten. Voor radiostations en websites.

In die verhalen zou u steeds maar weer de waarheid kunnen ontdekken als u dat wil. Omdat ik opschrijf wat er zoal voorbijkomt in onze kleine wereld. Grootschalige rellen in een klein dorp. Moorden. Een dreigende watersnood. Een vliegtuigje dat neerstort in een wijkje in Nederland. De brandbaarheid van Ikea. Wat jongeren doen als ze op zuipvakantie gaan.

En dat allemaal aangevuld met inmiddels 3706 rechtszaken over moordenaars, verkrachters, kindermisbruikers, pyromanen en doodnormale mensen die ergens een afslag hebben gemist.

Ik weet het natuurlijk niet zeker. Maar het zou zo maar eens kunnen zijn dat u deze verhalen heeft gelezen en heeft gedacht dat het allemaal zo is gegaan zoals ik het heb opgeschreven.

Dan moet ik u bij deze teleurstellen. Dat is niet zo.

Wat ik sinds 2001 doe is slechts een klein deel van de waarheid belichten. Ik schraap met een kaasschaaf iets af van de realiteit en laat dat door mijn opdrachtgevers verspreiden. Meer is het niet.

Soms levert dat verhalen op die grotendeels kloppen. Tergend vaak levert dat iets op dat later toch anders blijkt te liggen. Om drie weken daarna toch ineens weer wel te kloppen.

Ik heb daar geen enkele moeite mee. Ik geloof namelijk niet in de waarheid. Zoals fotograaf Hans Aarsman het terecht opmerkt: er zijn er minstens zeven van.

Wat ik wel geloof is dit: Journalisten zijn (meestal) oprecht en proberen dagelijks mooie verhalen te maken. Daarvoor benaderen we ‘deskundigen’ op die op de een of andere manier kennis hebben van een onderwerp.

De ene dag is dat een automonteur. De andere dag een professor. Soms een voorlichter. Een rouwende moeder. Of een bezopen tiener. Maar wie we ook bellen of spreken:

Het zijn allemaal mensen. En mensen verwarren meningen met het grootste gemak met feiten. Omdat er altijd belangen in het spel zijn. Omdat ze geld kunnen verdienen. Of hun baas tevreden willen houden. Omdat hun eigen normen en waarden sterker aanvoelen dan die van anderen. Of soms louter omdat mensen heel erg graag in de krant willen.

Geloof me. Er zijn er die de gekste dingen beweren en de journalist in kwestie met een enge passie naar de mond praten om maar aandacht te kunnen genereren. Opvallend genoeg verschillen veel wetenschappers daarin niet heel erg gek veel van de gemiddelde steigerbouwer.

Die dynamiek is overal. Mensen geven foutieve namen op. Of vertellen onzin. Wetenschappers kunnen heel erg overtuigd zijn van hun gelijk. Terwijl zijn collega twee deuren verder een week later het tegendeel ontdekt.

Het is aan de journalist om in de dagelijkse hectiek hierin een soort van een waarheid te vinden. Een waarheid die steeds weer anders is. Cijfers die achteraf anders moeten worden gezien. Onderzoeken van dubieuze herkomst.

Dat is simpel de realiteit van alledag.

Als ik tijdens de rellen in Haren op straat loop, dan zie ik wat er voor me aan de hand is. Maar ik weet niet wat er dertig meter achter me gebeurt. En als ik die dertig meter afleg, loopt ook de waarheid verder. Ik ben slechts onderdeel van een onderdeel van het geheel. Wat ik zie klopt. Maar wat een collega-journalist honderd meter verder ziet klopt ook. En kan toch volledig anders liggen.

Natuurlijk. Je kunt proberen alle unieke en verschillende onderdelen te verzamelen. Maar levert die puzzel dan wel de waarheid op?

Zelfs in de op zich redelijk ge-objectiveerbare rechtbankwereld is de waarheid ver te zoeken. U denkt wellicht dat ik tijdens een moordzaak een mooi afgerond en vooral feitelijk kloppend verhaal krijg te horen over de dader, het slachtoffer, het onderzoek van de politie etc.

Dat is niet zo. Alle deelnemers aan een rechtszaak hebben een belang. En niet zelden liggen de belangen volledig tegenover elkaar. Bij getuigen, nabestaanden en slachtoffers speelt bovendien emotie een bizar grote rol in het vaststellen van de waarheid. En de emotie is vaak de eerste vijand van de waarheid. Ik krijg dagelijks slechts een hele korte versie van een waarheid. En dan ook nog eens de waarheid van de aanklager. Met een belang. En de versie van de advocaat. Met een geheel ander belang.

Uiteraard. Wij journalisten geven als het goed is ruimte aan verschillende visies. Maar in de huidige tabloid-cultuur is ruimte een schaars begrip. ‘Kill your darlings’ betekent niet zelden de dood van bijna je gehele geliefde.

En kan de waarheid eigenlijk wel een optelsom zijn van meerdere onjuiste visies?

Natuurlijk. U zou na het lezen van dit verhaal kunnen zeggen dat ik een slechte journalist ben. Omdat ik de waarheid niet naar voren haal.

Dat kan. Dat mag.

Maar u zou ook kunnen zeggen dat u dagelijks het onmogelijke van mij vraagt. U vraagt een waarheid die niet bestaat.

U vraagt van mij zeven waarheden te belichten terwijl ik in het gunstigste geval vaak niet meer dan drie te zien krijg.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *