Het dode meisje en ik

 

 Rechtbankverslaggevers komen vaak terecht in een wereld van leed. Slachtoffers kunnen soms erg pijnlijk verhalen over wat ze door hebben moeten maken. Die verhalen blijven je soms even bij, al is er altijd afstand.

Heel soms bereikt mij de kritiek dat je als misdaadjournalist/rechtbankverslaggever leeft van het leed van anderen. De een zijn dood is de ander zijn brood. Dat idee.

Daar valt best wat voor te zeggen.

Maar er zijn ook mensen die daaraan verbinden dat je als rechtbankverslaggever kickt op dat leed. Dat wij vergenoegd in onze handen wrijven als we weer eens mogen schrijven over andermans ellende. En dat wij helemaal niet kunnen weten hoe het is om een dochter/zoon/neef/vader te verliezen door een moord. 

En vooral dat ik daar helemaal niet aan denk als ik iets vervelends schrijf over een dodelijk slachtoffer. Dat ik me er geen voorstelling van kan maken.

En dat is niet zo.

Ik heb ooit een doodgeschoten meisje  naar haar ouders gebracht. In een kist. Een enkel schot door het hoofd. Verder niets te zien.

Ik heb haar – slechts verpakt in een laken – uit het mortuarium van het ziekenhuis gehaald en haar kleren aangetrokken. Samen met anderen toonbaar gemaakt. Ik heb haar in een kist gelegd en gezien wat moet gebeuren om iemand netjes aan de nabestaanden te presenteren.

Maar bovenal heb ik gezien hoe ouders en familie reageren als hun dochter ineens dood in een kist ligt. Als je na lange dagen van onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut lijfelijk ziet wat je al die tijd zo vreselijk al wist. Je eigen kind zomaar weg door een simpel schot uit een vuurwapen. Letterlijk zielloos en koud. Zo heb je een bijzonder mens. Zo een leeg omhulsel.

Er zijn geen woorden voor. Het intense verdriet dat dan naar buiten komt. Zomaar ergens in een troosteloos crematorium in de provincie, laat in de avond. Hoe een bescheiden treurende groep mensen ineens van ellende uit elkaar barst. Kan emotie rauwer?

De moeder die letterlijk door haar benen zakt. Het verschrikkelijke geluid dat verdriet maakt.

Wat een ellende. Daar sta je dan. Je kunt slechts respect tonen door je terug te trekken. En heel hard je best te doen om niet in janken uit te barsten.

 Ik heb inderdaad nog nooit iemand verloren door een misdaad. Ik weet niet hoe dat voelt en ik wil het niet voelen ook.

Maar ik kan me er wel een verdomd goeie voorstelling van maken.

Helaas.

Delen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *