Op 17 februari 2008 loopt de 43-jarige Pelle met een jachtgeweer in zijn hand over een landweg in Lauwerzijl. Even later ligt de suicidale man schuin tegen de walkant van een sloot. Naast hem ligt het jachtgeweer. Het is donker. En stil. De temperatuur schommelt die dag rond het vriespunt. De luchtvochtigheid is 80%. In de nacht daalt de temperatuur tot 6.1 graden onder nul. De wind blaast westzuidwest.
Pelle wilde dood. Zag er geen heil meer in.
Maar Pelle is niet dood.
Op zijn weg naar zijn zelfgekozen einde wordt hij gedwarsboomd door een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden. Hij wordt betrapt door mensen waar niemand door betrapt wil worden.
Wil je een keer in alle eenzaamheid sterven, is men je voor.
Hoeveel ‘pech’ kan een mens eigenlijk hebben?
Aan Pelle kleeft een tragisch verhaal. Van wanhoop in het kwadraat. En dat keer twee.
De zelfmoordactie van Pelle duurde namelijk al met al enkele dagen. Letterlijk.
Pelle is volgens mensen die het kunnen weten ‘een nuchtere, hardwerkende kerel met een kwetsbare kant’. Begin 2008 is hij zijn nuchterheid behoorlijk uit het oog verloren. Hij is zwaar depressief. Kan letterlijk nergens meer van genieten. Zijn drang naar alcohol maakt het er ook al niet beter op. Vicieuze cirkel.
Om in februari vervroegd dood te kunnen gaan, gaat hij speciaal naar de boerderij van zijn ouders, die een tijdje elders zijn.
En daar zit je dan. Te denken aan je dood tussen de spullen van je ouders.
Maar hoe gaat een mens eigenlijk dood als het lichaam nog leven wil? Pelle neemt een overdosis valium en gaat er niet van uit dat hij ooit nog weer bij kennis komt. Hij voelt hoe hij het bewustzijn verliest. Dit was het dan.
Ik weet niet of het een aangenaam gevoel was. Iets van opluchting of berusting? Ik was er niet bij.
Wat ik wel weet is dat Pelle weer bij kennis komt. Poging mislukt.
Wat nu?
De vader van Pelle heeft meerdere jachtgeweren.
Vuurwapens en een depressieve zoon. Geen gelukkige combinatie.
Maar pa is naast eigenaar van wapens ook een voorzichtig mens. De wapens liggen keurig in de kluis.
En dus moet Pelle, ondanks zijn klemmende doodswens, aan de slag als kluiskraker. Uren hakt hij met een hamer, een koevoet en een breekijzer op de kluis in. Dag na dag. Stukje bij beetje.
Als het geweer eindelijk uit de kluis is, loopt hij naar de schuur. Even een proefschot. Hij weet nog dat het effect hem niet tegen viel.
Pelle is er klaar voor. Een hardnekkige doodswens en een functionerend jachtgeweer. Wat wil je nog meer?
Hij zoekt een plek om afscheid te nemen en bedenkt dat doodgaan in de boerderij van zijn ouders niet goed voelt.
Dus loopt hij naar een verlaten boerderij, even verderop. Het is de plek waar hij vroeger met zijn vriendjes speelde. Wedstrijdjes deed. Hier moet het gebeuren. Deze plek heeft nog iets vertrouwds.
Het is 17 februari 2008. Donker.
Pelle loopt over de schijnbaar verlaten weg. Jachtgeweer en patronen binnen bereik. Op weg naar zijn einde. Dit is het dan. 43 keer een winter is wel genoeg.
En dan is daar ineens die auto. Stilstaand. Donker.
En Pelle schrikt. Want doodgaan doe je in stilte. Niet met toeschouwers.
Van schrik duikt hij de berm in. Het jachtgeweer legt hij naast zich neer. De loop wijst in de richting van de auto.
Het moet een vrij bizarre situatie geweest zijn. Daar lig je dan. Klaar om er een einde aan te maken en toch bang om betrapt te worden. Waarom rijdt die auto nou niet weg?
Ook in de auto is er iets vreemds aan de hand. Een van de inzittenden neemt op basis van zijn opleiding een beslissing. De autolampen floepen aan en even later kijkt Pelle in de loop van een wapen.
Hij wordt gearresteerd door een heus arrestatieteam (AOE). Even verderop staat een observatie-team.
Bizar.
Maar wel waar.
Het AT was niet bepaald toevallig in de buurt. Justitie heeft dagen eerder besloten tot de inzet van een nogal vergaand middel. Officier van justitie Marcel Wolters himself geeft toestemming om een echt arrestatieteam in te zetten om Pelle in de gaten te houden. Omdat de zus van Pelle eerder heeft gebeld. Ze vertrouwt het niet. Hij is zichzelf niet de laatste tijd, is depressief en zwaaide in het verleden ook al eens met een wapen. Dan ben je voor de politie al snel vuurwapengevaarlijk en daar is op zich ook wel wat voor te zeggen.
Bovendien is een opengebroken wapenkluis ook niet meteen een hoopgevend teken. Wie weet sleept hij wel anderen mee in zijn destructieve gedachten.
De arrestatie lijkt een einde te maken aan een bizarre situatie.
Maar het kan gekker. Op 6 november moet Pelle naar de rechtbank. Op zijn dagvaarding staat verboden wapenbezit en bedreiging van een ambtenaar in functie. Om precies te zijn: de bedreiging van agent ‘826’, regiopolitie Drenthe. Omdat de loop van het wapen toch echt wel richting de auto wees. En daar zat agent ‘826’. Net als in de film.
Stel je dat allemaal eens voor:
Je bent zo wanhopig dat je een einde wil maken aan het meest kostbare bezit: je leven. In je wanhoop ga je, na een mislukte poging, aan de wandel met een jachtgeweer en scherpe patronen. Op een stille plek wil je, zonder gestoord te worden, je leven beeindigen. Lijkt me het toppunt van eenzaamheid.
En dan verwijt men je verboden wapenbezit.
Alsof je een slachtoffer van een steekpartij arresteert omdat hij een verboden wapen in zijn rug heeft hangen.
Bizar.
En toch krijgt dit verhaal nog iets van een happy end.
Want justitie is de beroerdste niet en eist eenmaal voor de rechter een vrijspraak voor de bedreiging. Geen opzet.
De rechtbank gaat akkoord. De bedreiging van geheim agent 826 kan niet bewezen worden, al was het alleen maar omdat de man zich waarschijnlijk helemaal niet bedreigd voelde.
Voor het bezit van een verboden wapen (en een mishandeling van een ex) volgt wel een veroordeling. Celstraf gelijk aan voorarrest = 29 dagen. Behandeling en elektronisch toezicht. Niet meer terug naar de cel.
Ik snap best dat bedreiging en verboden wapenbezit in het wetboek terecht zijn gekomen.
Maar ik weet ook dat justitie een zaak kan seponeren.
En dat in Nederland in 2007 maar liefst 30.460 keer deed.
Dat hadden er best 30.461 kunnen zijn.